7 november Zalige Francisco Palau van Jezus Maria Jozef 1811-1872

Francisco Palau y Quer, O.C.D.
(29 December 1811 – 20 Maart 1872)

Francisco Palau werd geboren in Aytona (Lérida) in Spanje op 29 december 1811, als 7de kind van 9 in een eenvoudig gelovig landbouwersgezin. De tijden waren woelig, gekenmerkt door chaos en hongersnoden als gevolg van oorlog en opstanden. Hij trad in het seminarie van Lérida in 1828 en werd in 1832 ongeschoeide karmeliet met de naam Francisco de Jesús Maria José. Hij werd priester gewijd in 1836. Door de wisselvallige en gevaarlijke politieke toestand van Spanje, gepaard met vervolging van gelovigen en sluiting van kloosters, leidde Francisco gedurende drie jaren een zwervend bestaan in Catalonië en Aragon waar hij preekte om het geloof te herstellen onder de landelijke bevolking. Soms leefde hij in volstrekte eenzaamheid in grotten, zoals de woestijnvaders. Uiteindelijk moest hij Spanje toch ontvluchten en verbleef hij als balling in Frankrijk van 1840 tot 1851. Ook hier wisselden perioden van apostolische arbeid af met tijden van intens eenzaam leven. Hij schreef verschillende boeken en leidde een groep jongeren in het bisdom Montauban.

Toen in 1851 een overeenkomst ondertekend werd tussen de Spaanse regering en de Heilige Stoel, kon Francesco naar Spanje terugkeren en hervatte hij er zijn apostolaat. Hij stichtte in Barcelona de School van de Deugd, een toenmalig model van catechese. Door opnieuw politieke strubbelingen werd Francesco, vals beschuldigd, in 1854 naar Ibiza verbannen tot 1860. In de eenzaamheid leefde hij alle lotgevallen van de Kerk mee. In dit oord van ballingschap stichtte hij een Derde Orde, de Congregatie van de Broeders en Zusters van de Karmel. Ook preekte hij volksmissies en ijverde hij voor de verspreiding van de mariale devotie. In 1867 kon hij terugkeren naar Barcelona waar hij het tijdschrift “El ermitaño” (De Kluizenaar) oprichtte en zieken verzorgde. Toen in februari 1872 een typhus-epidemie uitbrak, bood hij alle hulp. Hij werd echter zelf ziek en overleed op 20 maart uiteindelijk aan longontsteking.
 
In tegenstelling tot de rationele theologische doctrines van zijn tijd, benadrukte Francisco de nood om in het spirituele leven terug te keren naar Gods liefde. Het geheim van pater Francisco’s geestelijk leven en zijn kerkelijke zending was zijn ontmoeting met de Christus die leeft in zijn Mystiek Lichaam, de Kerk. Hij zocht de grootste eenzaamheid op om in dialoog te treden met Christus en om vanuit deze afzondering gezonden te worden naar Christus’ Bruid, de Kerk, die hij in een veelzijdig apostolaat diende.

Francesco werd op 24 April 1988 door paus Johannes Paulus II zalig verklaard.

 

“De stem van God laat de ziel niet leeg
maar vult haar en twijfelt niet”

Z. Francisco Palau, O.C.D

 

God,
Gij hebt door uw Geest
de zalige priester Francisco overladen
met de gave van het gebed
en van de apostolische liefde.
Verleen op zijn voorspraak
dat de door Christus beminde Kerk,
die schittert door de schoonheid van de
moedermaagd Maria,
steeds doelmatiger het algemeen sacrament
van het heil moge zijn.
Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon,
die met U leeft en heerst
in de eenheid van de heilige Geest,
God, door de eeuwen der eeuwen.
Amen.

 

 

Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven