Z. Maria van de Engelen – 16 december vrije gedachtenis.
Maria Anna Fontanella werd op 7 januari 1661 geboren als jongste van de elf kinderen van graaf Jean Donat Fontanella di Baldissero en gravin Maria Tana di Santana. Langs moeders zijde was ze familie van St. Aloysius Gonzaga. Reeds als kind voelde ze een religieuze roeping. Op 14-jarige leeftijd, haar vader was toen al overleden, kon ze de tegenkanting van haar moeder overwinnen en trad ze toe tot de Ongeschoeide Karmelietessen van St. Christina in Turijn. Ze koos de naam Maria van de Engelen.
Spoedig echter wordt ze overmand door twijfels en beleeft ze een donkere nacht die ze pas drie jaar later met behulp van haar spirituele begeleider te boven komt.
Als ze 33 is, wordt ze verkozen tot priorin van het klooster en zal nog drie keer voor deze functie herkozen worden. In 1702 sticht ze het klooster van Moncalieri.
Voortdurend in gebed en altijd bereid tot offers, haar fijngevoeligheid, haar verzorgen en troosten van al wie dat nodig had, maakten haar buitengewoon geliefd in alle lagen van de bevolking tot in het koningshuis toe.
Het einde van de oorlog en de bevrijding van Turijn in 1696, en de bescherming van deze stad tijdens de belegering door Franse troepen in 1706, worden toegeschreven aan haar intense gebeden resp. tot St. Jozef en H. Maria.
Maria van de Engelen leefde als ware dochter van Teresa van Avila en handhaafde met geestdrift de strikte regels van de Karmel. Ze onderscheidde zich door haar liefde voor het lijden, haar apostolische ijver en bidden voor de zielen in het vagevuur. Verder was ze begiftigd met de gave van profetie, onderscheiding der geesten en bovennatuurlijk weten; ook wonderen worden aan haar voorspraak toegeschreven.
Maria van de Engelen overleed op 16 december 1717. Op 25 april 1865 verklaarde paus Pius IX haar zalig.