(Mc 11): Ze brachten het veulen bij Jezus, legden er hun mantels overheen en Hij ging erop zitten. Velen spreidden hun mantels op de weg uit, anderen groene takken die ze in het veld gekapt hadden. De mensen die Hem omstuwden, jubelden: “Hosanna; Gezegend de Komende in de naam des Heren; Geprezen het komende koninkrijk van onze vader David! Hosanna in den hoge!” Zo trok Hij Jeruzalem binnen, de tempel in. Nadat Hij er alles in ogenschouw had genomen, keerde Hij, omdat het al laat was, met de twaalf naar Betanië terug.
Russische icoon 1425-1427 uit de Troitse-Sergieva Lavra