Dat God in Jezus een mens wordt zoals wij en midden onder ons is komen wonen, zichtbaar, tastbaar, kwetsbaar is zo’n groot geheim van liefde. Om dat geheim te vieren is het niet te veel om er enkele weken voor te nemen om ons erop voor te bereiden. Jezus betekent: God redt. Waarvan moeten wij gered worden? Waar is er verlorenheid, angst, eenzaamheid, duisternis, ellende in ons en rondom ons? Advent mag een tijd zijn om meer bewust te worden van eigen zwakheid, falen, broosheid, kwetsbaarheid en om vandaaruit te roepen om erbarmen, zich open houdend voor een goedheid die onze hulpeloosheid tegemoet wil komen. Figuren die wij ontmoeten op deze weg zijn Johannes de doper en Johannes van het kruis die ons verwijzen naar het Lam, dat weerloos, zachtmoedig, nederig onze grootheidswaanzin, onze hoogmoed en zelfzucht in het licht stelt. En dan zijn er Maria en Jozef die zorgen voor de naaste voorbereiding op Jezus’ komst. Zo schrijft zr. Elisabeth: “De houding van de Maagd gedurende de maanden, die tussen de boodschap en de geboorte verliepen, lijkt mij een toonbeeld te zijn voor de innerlijke zielen. Voor hen, die God uitverkoren heeft om te leven binnenin, op de bodem van de bodemloze afgrond. In welke vrede en ingekeerdheid gaf Maria zichzelf en leende zij zich tot alles! Hoe werden de meest banale zaken door haar vergoddelijkt!”.