Uit de Karmelvlam van januari 2023

Voorwoord
 
Goede zusters en broeders,
 
als ik aan dit voorwoord begin, zitten we in de laatste dag van het kerst octaaf. Een octaaf is een periode van 8 dagen waarin we de viering van een hoogfeest (hier Kerstmis) verlengen. Ik moest het opzoeken want echt vertrouwd was ik er niet mee.
 
Hoe mooi toch om uitgebreid stil te zijn bij de geboorte van onze Red- der en Verlosser. Intussen ligt ook de Openbaring van de Heer (Driekoningen) en het Doopsel van Jezus achter ons en zullen we op onze eerste samenkomst in het nieuwe jaar al aanbeland op de 2e zondag door het jaar. Wat gaat het toch allemaal snel !
 
We zijn dankbaar dat we Lilianne, Marijke D., Philip en Rik het afgelopen jaar mochten welkom heten in onze groep. Dankbaarheid is er ook omdat Jeannine, Lieve en Olga hun eeuwige beloften aflegden; omdat sprekers hun kennis en ervaring met ons deelden; omdat iedereen op zijn manier zijn/haar steentje bijdroeg in de loop van 2022. De attentie, het luisterend oor, het stille begrip : het zit ‘m vaak in kleine dingen met grote gevolgen. Deo gratias !
 
Laat ons vol vertrouwen 2023 binnengaan. “Vertrouwen” is ook het thema van dit jaar, we gaan er uitgebreid op in in deze eerste Karmelvlam.
Laten we tot slot ook dankbaar zijn om wat paus emeritus Benedictus XVI ons gegeven heeft, hij ontviel ons op 31 december. God hebbe zijn ziel !
 
Robrecht
 

 
De bijbel over “vertrouwen”
 
Vertrouwen ondanks tegenspoed
 
Mijn kind, wanneer je de Heer gaat dienen,
bereid je dan voor op beproevingen.
Laat je hart de juiste weg inslaan,
laat het sterk zijn,
en wind je niet op als de tegenspoed komt.
Houd je aan Hem vast en laat Hem niet los :
dan zul je uiteindelijk groter worden.
Alles wat je overkomt moet je aanvaarden,
je moet geduldig zijn
in de gebeurtenissen die je vernederen.
Want goud wordt in het vuur beproefd,
en de mens die God aangenaam is
in de oven van de vernedering.
Vertrouw op Hem en Hij zal je helpen;
bewandel rechte wegen
en stel je hoop op Hem
(Jezus Sirach 2, 1-6)
 
Verstild ben ik en gerust
 
Heer, ik draag mijn hart niet hoog,
mijn ogen steken niet van trots;
ik ben niet uit op grote daden
die mijn krachten te boven gaan.
Verstild ben ik en gerust :
geborgen als een kind bij zijn moeder
zo ben ik, als een kind.
 
Israël, wacht in vertrouwen op de Heer
van nu tot in eeuwigheid
(Psalm 131)
 
Daarop zei Jezus tegen hem (Bartimeüs, een blinde bedelaar) :
“Wat wilt u dat Ik voor u doe ?”.
De blinde zei Hem : “Rabboeni, dat ik weer kan zien”.
“Ga,” zei Jezus, “uw vertrouwen is uw redding”.
Meteen kon hij weer zien, en hij volgde Hem op zijn weg.
(Marcus 10, 51-52)
 

“Jezus ik vertrouw op U”

 

Enkele Karmelheiligen over “vertrouwen”
 
Ik weet me vastgehouden (door een voortdurend zijn) en vind daar mijn “zekere” rust in – niet met de zelfverzekerde zekerheid van de man die uit
eigen kracht op vaste grond staat, maar met de zalige zekerheid van het kind dat zich door een sterke arm gedragen weet – een zekerheid die goed beschouwd niet minder verstandig is. Of zou het kind verstandig zijn, wanneer het voortdurend in angst leefde dat zijn moeder het zou laten vallen ? Ik stoot in mijn zijn op een ander zijn, dat niet van mij is, maar dat het houvast en de grond is van mijn wankelend zijn zonder vaste grond (…) (Als ik begrijp) dat Hij mij meer nabij is dan mijn vader en mijn moeder, ja, dat Hij de liefde zelf is, dan zie ik in hoe verstandig mijn vertrouwen op zijn arm is en hoe dwaas alle angst voor de val in het niets, als ik mezelf maar niet losruk uit zijn beschermende arm.
(Edith Stein)
 
Bedenkt goed hoe vlug de mensen veranderen, en hoe weinig je op hen kunt vertrouwen. Hecht je daarom aan God want Hij verandert niet.
(Teresa van Avila, raadgeving 62)
 
(…) Ik schrijf het om zielen zwak als ik te troosten. Wanhoop nooit of hou nooit op je aan Gods grootheid toe te vertrouwen. Val je van de hoge top waar de Heer je bracht, ontmoedig je dan niet of je gaat totaal ten onder. Tranen halen het steeds, water trekt water aan.
(Teresa van Avila, Mijn Leven hfdst. 19, 3)
 
(…) Degenen die zich in die toestand bevinden, moeten zich troosten en geduldig volharden en zich geen zorgen maken. Zij moeten op God vertrouwen die diegenen niet verlaat die Hem met een eenvoudig en oprecht hart zoeken. Hij zal niet nalaten hun te geven wat nodig is op deze weg, totdat Hij hen opheft in het zuivere en heldere licht van de liefde. Dit zal God hun schenken d.m.v.de donkere nacht van de geest, wanneer zij waard zijn, dat Hij hen daarin plaatst.
(Johannes van het Kruis, Donkere Nacht, Boek 1, hfst. 10, nr. 3)
 Neem in tegenspoed onmiddellijk vol vertrouwen uw toevlucht tot God; dan zult ge versterkt, verlicht en onderwezen worden.
 
Verheug u niet ongegrond. Ge weet immers hoeveel zonden ge bedreven hebt, en ge weet niet hoe God tegenover u staat; maar koester een vertrouwvolle vrees.
 (Johannes van het Kruis, Spreuken a, nrs. 63 en 73)
 

 
Hedendaagse Karmelauteurs over Vertrouwen
 
Positieve eenzaamheid betekent thuis komen bij jezelf, innerlijk alleen kunnen zijn, ook als je fysiek niet alleen bent. En fysiek alleen kunnen zijn en de eenzaamheid voelen, zonder dat ze je beklemt. Jonge kinderen leren dit stap voor stap, maar niet zonder pijnlijke scheidingsangst en tranen. Tot langzaam het vertrouwen sterk genoeg is om te geloven dat eenzaam of alleen zijn niet betekent dat men je in de steek laat. Het is vertrouwen dat de ander er zal zijn als je hem of haar nodig hebt. Vertrouwen is het sleutelwoord om te le- ren omgaan met eenzaamheid. Deze ontwikkelingsfase in het leven van een kind is niet de gemakkelijkste, maar de positieve vrucht ervan is dat het kind open komt te staan voor de of het andere. Alleen kunnen zijn is een voorwaarde om het andere te kunnen ontdekken.
Als eens dit basisvertrouwen aangesterkt is met zelfvertrouwen, kun je ook als je stuit op grenzen en berperkingen, op falen en zondigheid, nog geloven dat het leven in zich goed is. Je hoeft daarvoor het boek van je voorgeschiedenis niet dicht te doen. Het blijft een levenslange opdracht je mislukkingen, beperkingen en ervaringen te durven zien en ze te aanvaarden als onherroepelijk horend bij wie je bent – maar ook dit zien en aanvaarden brengt eenzaamheid met zich mee. Zelfvertrouwen geeft je een stabiele bodem onder je voeten : je kunt op weg naar de ander.
(Iny Driessen)
 
In Getsemane vraagt Jezus aan zijn Vader om als het mogelijk is, de beker aan Hem voorbij zou gaan (Mt. 26, 39). In zijn angst komt Jezus tot vertrouwen in de liefde van zijn Vader. De angst verdwijnt niet, maar al biddend wordt ze opgenomen door een kinderlijk vertrouwen. Onmiddellijk daarop zegt Jezus dan : “Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt” (Mt. 26, 39). Jezus’ overgave aan de Vader heeft dan het laatste woord. Maar let op : wat is die wil van de Vader ? Zeker niet, om het wat brutaal te formuleren : “Je zult die beker drinken, willen of niet”. Veeleer is het dit : “Blijf in mijn liefde geloven; Ik leid je toch door die donkere tunnel.”
Het toppunt is wel dat Jezus zijn leerlingen slapend vindt. Met aandrang vraagt Hij hun : “Waak en bid opdat jullie niet in de beproeving komen” (Mt. 26, 41). De bekoring is nu breken met Hem, vluchten, het lijden afwijzen. Wie niet bidt, zal in ogenblikken van gebrokenheid kiezen voor de schijnoplossing van de slaap, de verdoving en de versuffing. De evangelist gaat verder : “Een tweede maal ging Hij heen en bad, zeggend : Mijn Vader, als deze beker niet kan voorbijgaan, tenzij Ik hem drink, Uw wil geschiede.” (Mt 26, 42). Nogmaals : deze vaak verkeerd begrepen “wil van God” is niet dat jij lijdt en beproefd wordt, maar wel dat je in het onvermijdelijke lijden met een kinderlijk geloof je aan Zijn hand laat leiden naar het volle leven. “Een derde maal bad Hij weer hetzelfde woord zeggend” (Mt. 26, 44). Ook jij mag in je bidden vaak dezelfde woorden gebruiken. Hoe dieper je gebed wordt, hoe eenvoudiger het is. Met heel je hart herhaal je enkele woorden, of misschien alleen maar :”Ja, Vader”. In die korte formule kan heel je angst, maar ook je vertrouwen en zeker heel je levenssituatie samengebald zijn.
In Getsemane heeft Jezus ten diepste “ja” gezegd aan de Vader. Op het kruis kan Hij enkel nog bidden : “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten ? “ (Mt 27, 46). Het zijn de eerste woorden van Psalm 22 waarin een mens zijn vreselijk lijden uitschreeuwt en spreekt met iemand die Hij als de afwezige aanroept ! Maar die psalm gaat ook stilaan over in een woord van vertrouwen. Was Jezus niet meer bij machte die woorden over zijn lippen te krijgen ? Ze leefden alleszins diep in zijn hart. De Vader ziet ook in jouw hart, wanneer je woordenloos gebroken neerzit of ligt.
(pater Carlos Noyen)
 
(…) En de grote uitdaging is om zijn schaduw in de ogen te kijken, te integreren en te aanvaarden. In religieuze bewoordingen : de uitdaging is om te aanvaarden dat men een zondaar is en om daar blij om te zijn. Paulus deed dat toen hij uitriep : “Als ik zwak ben, dan ben ik sterk” (2 Kor. 12, 10). Jung merkt op briljante wijze op dat de aanvaarde schaduw onze vriend is, en het evangelie bevestigt dat inzicht wanneer het zegt dat de tollenaar die zijn zondigheid erkende, gerechtvaardigd werd en niet de farizeeër, die zijn schaduw helemaal niet zag.
(William Johnston, Jezuïet)
 
Jeannine en Lieve legden op 18 december 2022 de eeuwige beloften af
 


Gefeliciteerd!

 


 

Paus Franciscus : ‘Het is belangrijk te vertrouwen op Gods woord’
 
KN Redactie 4 juni 2020
 
Tijdens de algemene audiëntie van 3 juni legde paus Franciscus uit dat we van Abraham kunnen leren om te bidden met geloof.
 
Beste broeders en zusters, goedemorgen!
 
Er is een stem die opeens weerklinkt in het leven van Abraham. Een stem die hem uitnodigt een weg te gaan die absurd lijkt: een stem die hem aanspoort om zich los te maken van zijn vaderland, van zijn wortels, van zijn familie, om een nieuwe toekomst tegemoet te gaan, een andere toekomst.
 
En dat alles gebaseerd op een belofte, waarop hij alleen maar hoeft te vertrouwen. Vertrouwen op een belofte is niet gemakkelijk, daar is moed voor nodig. En Abraham had vertrouwen.
 
Abraham luistert
 
De Bijbel zegt niets over het verleden van de eerste aartsvader. De logica der dingen doet ons ervan uitgaan dat hij andere goden aanbad. Misschien was hij een wijs man, gewend om de hemel en de sterren te be- studeren. De Heer belooft hem dan ook dat zijn afstammelingen zo talrijk zullen zijn als de sterren die aan de hemel staan.
 
En Abraham vertrekt. Hij luistert naar Gods stem en vertrouwt op zijn woord. Dat is belangrijk: hij vertrouwt op Gods woord. Met zijn vertrek ontstaat er een nieuwe manier om de relatie met God te begrijpen; om die reden maakt de aartsvader Abraham deel uit van de grote geestelijke joodse, christelijke en islamitische tradities als de perfecte man Gods; in staat om zich aan Hem te onderwerpen, ook wanneer zijn wil moeilijk is, zelfs onbegrijpelijk.
 
De man van het Woord
 
Abraham is dus de man van het Woord. Als God spreekt, wordt de mens ontvanger van dat Woord en zijn leven de plek waarin het vlees wil worden. Dat is een grote nieuwigheid op de religieuze weg van de mens: het leven van de gelovige wordt nu gezien als roeping, ofwel als een plek waar een belofte gerealiseerd wordt.
 
En de mens beweegt zich door de wereld, niet onder het gewicht van een raadsel, maar met de kracht van die belofte, die op een dag verwezenlijkt zal worden. Abraham geloofde in Gods belofte. Hij geloofde en ging op weg, zonder te weten waar hij heenging – zo zegt de Brief aan de Hebreeën (vlg. 11,8). Maar hij had vertrouwen.
 
Mijn God
 
Als we het boek Genesis lezen, ontdekken we hoe Abraham het gebed beleefde in voortdurende trouw aan dat Woord, dat zich af en toe tijdens zijn reis laat zien. Samenvattend kunnen we zeggen dat in Abrahams leven het geloof geschiedenis wordt. Het geloof wordt geschiedenis. Abraham leert ons namelijk door zijn leven, door zijn voorbeeld, deze weg waarop het geloof geschiedenis wordt.
 
God wordt niet langer alleen gezien als een kosmisch gegeven, als een verre God die verschrikkingen kan oproepen. De God van Abraham wordt ‘mijn God’, de God van mijn persoonlijke geschiedenis, de God die mijn wegen begeleidt, die mij niet verlaat; de God van al mijn dagen, de vriend op mijn avonturen; de God die Voorzienigheid is.
 

“Laten we met God leren praten als een kind met zijn vader: naar Hem luisteren, antwoorden, discussiëren”- Paus Franciscus

 
Ik vraag me af en ik vraag jullie: hebben wij die ervaring met God? ‘Mijn God’, de God die me begeleidt, de God van mijn persoonlijke geschiedenis, de God die mijn wegen begeleidt, de God die me niet verlaat, de God van al mijn dagen? Hebben we die ervaring? Laten we daar even over nadenken.
 
Levend gevoel van Gods aanwezigheid
 
Van deze ervaring van Abraham getuigt ook een van de meest vernieuwende teksten in de geschiedenis van de spiritualiteit: de Gedachten van Blaise Pascal. Hij begint zo: “God van Abraham, God van Isaak, God van Jakob, niet van de filosofen en wijzen. Zekerheid, zekerheid. Gevoel. Vreugde. Vrede. God van Jezus Christus.”
 
Deze gedachten, geschreven op een stukje perkament, werden na zijn dood teruggevonden, ingenaaid in een jas van de filosoof. Ze zijn geen intellectuele reflectie die een wijs man als hij zou kunnen vormen over God, maar een levend, ervaren gevoel van zijn aanwezigheid.
 
Pascal noteert zelfs het exacte moment waarop hij die aanwezigheid voelt, wanneer hij Hem eindelijk ontmoet: de avond van 23 november 1654. Hij is geen abstracte of kosmische God, nee. Hij is de God van een persoon, van een roeping, de God van Abraham, van Isaak, van Jakob, de God die zekerheid is, die gevoel en vreugde is.
 
Vertrouwen op God
 
“Het gebed van Abraham manifesteert zich allereerst in daden: in stilzwijgen richt hij bij elke pleisterplaats een altaar op voor de Heer” (Catechismus van de katholieke Kerk, 2570). Abraham bouwt geen tempel, maar verspreidt stenen op zijn weg die herinneren aan het voorbijgaan van God.
 
Een verrassende God, zoals wanneer Hij hem bezoekt in de gedaante van drie mannen, die door Abraham en Sara met zorg ontvangen worden en die hun de geboorte van hun zoon Isaak aankondigen (vlg. Gen. 18,1-15). Abraham was honderd en zijn vrouw negentig, min of meer. En ze geloofden, ze vertrouwden op God. En Sara, zijn vrouw, werd zwanger. Op die leeftijd! Dat is de God van Abraham, onze God, die ons begeleidt.
 
Wandelen in het duister
 
Zo wordt Abraham vertrouwelijk met God, zelfs in staat om met Hem te discussiëren, maar altijd trouw. Hij spreekt met God en discussieert. Tot aan de ultieme test, wanneer God hem vraagt om zijn eigen zoon Isaak te offeren, de zoon van de oude man, zijn enige erfgenaam. Hier beleeft Abraham het geloof als een drama, als een tastend wandelen in de nacht, onder een hemel die dit keer zonder sterren is.
 
En dat overkomt ons ook heel vaak, dat we in het duister wandelen, maar met geloof. God zelf houdt Abrahams hand tegen als hij klaar staat om toe te slaan, want Hij heeft werkelijk zijn totale toewijding gezien (vlg. Gen. 22,1-19).
 
Leren van Abraham
 
Broeders en zusters, laten we leren van Abraham, laten we leren om te bidden met geloof: naar de Heer luisteren, op weg gaan, in gesprek gaan en zelfs discussiëren. Laten we niet bang zijn om met God in discussie te gaan!
 
Ik ga iets zeggen wat een ketterij kan lijken. Heel vaak hoor ik mensen die me zeggen: “Weet u, dit is me overkomen en toen ben ik boos geworden op God.” – “Je hebt de moed gehad om boos te worden op God?”. – “Ja, ik ben boos geworden.” – “Maar dat is een vorm van gebed.” Want alleen een kind kan boos worden op zijn vader en hem vervolgens weer onder ogen komen.
 
Discussiëren met God
 
Laten we van Abraham leren om met geloof te bidden, om het gesprek aan te gaan, te discussiëren, maar altijd bereid om het Woord Gods te ontvangen en in de praktijk te brengen. Laten we met God leren praten als een kind met zijn vader: naar Hem luisteren, antwoorden, discussiëren. Maar transparant, zoals een kind met zijn vader. Zo leert Abraham ons bidden. Bedankt. (Vertaling Susanne Kurstjens)
 
Bron : www.kn.nl
 
 

 

Onze maandelijkse vergadering gaat door op de 3e zondag van de maand.
We komen volgende maand dus samen op zondag 19 februari. Pater Paul Delmé, karmeliet in ons klooster in Berchem zal een conferentie geven over het schitterende boekje van de op 31/12 overleden paus emeritus Benedictus XVI ‘Oefeningen in geloof, hoop en liefde’, en met name het deeltje over de hoop. Dat sluit goed aan bij ons jaarthema van het vertrouwen.
 
Wie interesse heeft, is hartelijk welkom.  Gelieve wel eerst pater Lukas of Robrecht te verwittigen van uw komst. 
P. Lukas : 09/225.57.87 of lukas.martens@karmel-gent.be
Robrecht : 0473/74.61.00 of robrechtdezuttere@yahoo.com
 

 

Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven