Uit de Karmelvlam van februari 2023

Voorwoord
 
Goede zusters en broeders,
 
koning winter heeft nu wel zijn intrede gedaan maar deze Karmelvlam kan ons warm houden. Mogen de artikeltjes ons als vlammetjes verwarmen. Wel beseffend dat die warmte boven alles komt van de woorden van Thérèse. Zij staat centraal in 2023.
 
Om te beginnen gaan we nog eens in vogelvlucht over haar leven dmv een beknopte biografie. We kijken vervolgens welke plaats de bijbel in haar leven innam. Daarna gaan we wat dieper in op wat haar wereldwijd bekend maakte : haar “kleine weg”. We hadden het er al over in de Karmelvlam van oktober vorig jaar maar dit keer benaderen we haar spiritualiteit vanuit een andere hoek.
 
Warme mooie herinneringen komen boven als we de foto’s bekijken van de openingsviering van het Theresiajaar door bisschop Lode midden januari.
 
Tot slot is het hartverwarmend de door onze medebroeder Guy Lehembre mooie uitgekozen tekst uit “Verbum Domini” van Benedictus XVI te lezen, het is meteen onze laatste huldeblijk aan deze paus-emeritus die stierf op de laatste dag van het voorbije jaar.
 
Ik zie jullie graag terug op zondag 19 februari, goed opgewarmd.
 
Robrecht

 

Beknopte biografie van Thérèse Martin
 
Thérèse Martin wordt geboren te Alençon (Frankrijk) op 02 januari 1873. Ze is het negende kind van Louis Martin en Zélie Guérin. Vier kinderen sterven op zeer jonge leeftijd (twee jongens en twee meisjes). Er blijven vijf dochters over : Marie, Pauline, Léonie, Céline en Thérèse. De familie behoort tot de welstellende burgerij van de stad. Vader is een gewaardeerde uurwerkmaker en juwelier. Moeder is een ondernemende en energieke leidster van een bloeiend kantatelier. Het gezin is zeer gelovig katholiek en uitermate kerkgetrouw. De godsdienst wordt er als prioriteit gezien en beleefd. De zorg voor behoeftige en aan de kant gestelde mensen is in de familie Martin geen dode letter.
 
Thérèse is een mooi, vriendelijk, intelligent en levendig kind dat echter niet gemakkelijk opvoedbaar is omdat ze opvliegend is en een onbuigzame wil heeft. Ze wordt met grote liefde en zorg omringd door allen die in huis zijn.
 
Wanneer ze vier jaar oud is (1877), sterft haar moeder aan kanker. Het is een ervaring die een blijvende wonde nalaat. Ze voelt zich volkomen “achtergelaten”. Ze wordt introvert, kwetsbaar, overgevoelig en zeer scrupuleus. Men neemt zich zó voor haar in acht dat men haar in een bijna “kinderachtige”, verstikkende atmosfeer laat leven.
 
Om meer de steun van de familie Guérin te genieten, verhuist vader Martin met zijn verweesd gezin naar Lisieux en huurt daar het statige huis met tuin dat zal bekend worden als “Les Buissonnets”.
In de kerstnacht van 1886 (Thérèse is dan dertien jaar oud) heeft zij een enorme ervaring. Zij besluit een volwassen vrouw te worden, bekommerd en bezorgd om anderen, en dus zichzelf te vergeten. Dit besluit wordt versterkt door een op het eerste gezicht banaal feit. In juli 1887 wordt ze getroffen door een afbeelding van “De Gekruisigde Jezus”. (Aan de voet van het kruis zit Maria Magdalena die in een vaas het bloed opvangt dat uit de wonden van Jezus vloeit.) Thérèse is zo door die offerende Liefde van Jezus getroffen dat zij voortaan wil leven om die Liefde te doen waarderen, om Hem te doen beminnen en om daar- door mensen gelukkig te maken (te redden). Hiervoor kiest zij, wat zij noemt, een “slagveld”, een werkterrein : het kloosterleven in de Orde van de Karmel. “Jezus heeft mij toegerust voor de strijd”, schrijft zij. Na een moedig aandringen bij de kerkelijke overheden (aalmoezenier, bisschop, paus), treedt zij in de karmel te Lisieux op vijftienjarige leeftijd. Haar twee oudste zussen (Marie en Pauline) zijn haar hier reeds voorgegaan.
 
In de Karmel leeft zij negen jaar (tot 1897) onder de naam van “Soeur Thérèse de l’Enfant Jésus et de la Sainte Face”. Deze naam verwijst naar de twee grote mysteries van het christelijk geloof : de Menswording (“Kind Jezus”) en de Verlossing (“Heilig Aanschijn”). Vandaag zou haar naam wellicht zijn : “Zuster Theresia van de Menswording en de Verlossing”.
 
Het zijn harde jaren : eenzaamheid, geestelijke dorheid, troosteloosheid, miskenning, gewetensnood, scrupulositeit …Toch is ze gelukkig omdat zij gelooft dat haar leven betekenisvol en heilzaam is voor “de zielen” en dus aangenaam voor Jezus.
 
Zij ontdekt in die tijd ook de onvermoede geestelijke rijkdom van de Heilige Schrift, de Liturgie van de Kerk, de geschriften van de grote kerkleraar Johannes van het Kruis. Uit dit alles puurt zij een vernieuwde spiritualiteit : “de kleine weg”. Ze leert de volheid van de Christus kennen : het Kind (Menswording), de Dienaar (Verlossing), de Hostie (Eucharistische Aanwezigheid van de Heer). Ze wil op Hem gelijken (“Fais que je Te ressemble”) en Hem vinden waar Hij zich “ophoudt”. Ze mag vooral de “Wetenschap van de Liefde” (“la Science de l’Amour”) ontdekken en ervaren. Haar verstaan van en haar liefde tot Jezus bereiken een onvoorstelbare diepte.
 
Uit gehoorzaamheid wordt zij een ware “auteur”. Van haar zijn bewaard gebleven : twee autobiografische werken (Manuscript A en C), een uiteenzetting van haar spiritualiteit (Manuscript B), acht toneel- werkjes (“Récréations Pieuses” of geestelijke toneelwerken), 54 gedichten, 266 brieven, 21 expliciete gebedsteksten … en er is nog zoveel verloren gegaan !
 
En dan komen de laatste achttien maanden van haar leven ! Na reeds heel wat symptomen, krijgt ze in de nacht van Witte Donderdag op Goede Vrijdag van het jaar 1896 een eerste bloedspuwing. Het is het teken van de destijds zo gevreesde en verspreide ziekte van de tuberculose. Ze is zich bewust van een naderend einde.
 
Enkele dagen daarna, in de paastijd van 1896, overvalt haar een niet meer eindigende geloofscrisis. Zijzelf schrijft daarover (Manuscript C) en noemt het “de zwartste duisternissen” (“les ténèbres les plus épaises”). “Alles is verdwenen” (“Tout a disparu”) bekent zij. Het is de vol- komen “geloofsnacht” die elke mysticus kent. Ze staat als “voor een hoge muur die oprijst tot aan de hemel en de sterrenlucht bedekt”. Dit lijden is nauwelijks te dragen voor iemand in haar situatie. Ze aanvaardt dit geestelijk lijden als “beproeving”, als “loutering”, als een deelname aan het Lijden van Jezus en dus aan Zijn reddingsplan.
 
Ze sterft op vierentwintigjarige leeftijd, op 30 september 1897 om 19u30.
 
Meganck Marc, priester.
 

 
Thérèse en de bijbel
 
Thérèse’s geschriften zijn doordrenkt van de Schriften die ze uit het hoofd kende, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de meesterlijke toe-eigening die ze maakt van het hogepriesterlijk gebed van Christus (hogepriesterlijke gebed is het gebed dat Jezus Christus tot zijn Vader bidt op de vooravond van zijn arrestatie die tot zijn kruisdood zou leiden) :
 
Ik heb uw Naam geopenbaard aan de mensen die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. U behoorden ze toe; Mij hebt Gij ze gegeven en zij hebben uw woord onderhouden. Nu weten zij dat al wat Gij Mij gegeven hebt van U komt. Want de boodschap die Gij Mij hebt meegedeeld, heb Ik hun meegedeeld, en zij hebben ze aangenomen en naar waarheid erkend dat Ik van U ben uitgegaan, en zij hebben geloofd dat Gij Mij hebt gezonden. Ik bid voor hen. Niet voor de wereld bid Ik, maar voor hen die Gij Mij gegeven hebt, omdat zij U toebehoren. Al het mijne is van U en het uwe is van Mij. Zo ben Ik in hen verheerlijkt. Ik blijf niet langer in de wereld, zij echter blijven in de wereld, terwijl Ik naar U toe kom. Heilige Vader, bewaar in uw Naam hen die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één mogen zijn zoals Wij. Toen Ik bij hen was, bewaarde Ik in uw Naam hen die Gij Mij hebt gegeven. Ik heb over hen gewaakt en niemand van hen is verloren gegaan, behalve de man des verderfs, want de Schrift moest vervuld worden. Maar nu kom Ik naar U toe en nog in de wereld zeg Ik dit, opdat zij mijn vreugde ten volle in zich zouden bezitten. Ik heb hen uw woord meegedeeld, maar de wereld heeft hen gehaat, omdat zij niet van de wereld zijn, zoals Ik niet van de wereld ben. Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor het kwaad. Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben. Wijd hen U toe in de waarheid. Uw woord is waarheid. Zoals Gij Mij in de wereld gezonden hebt, zo zend Ik hen in de wereld, en omwille van hen wijd Ik Mij aan U, opdat ook zij in waarheid aan U toegewijd mogen zijn.
(Joh. 17, 6-19)
 
Heer, U weet het, ik heb geen andere schatten dan de zielen die U met de mijne wilde verenigen; deze schatten, U bent het die ze aan mij hebt toevertrouwd, dus durf ik de woorden te lenen die U op de laatste avond tot de hemelse Vader richtte (…): “Ik heb U op aarde verheerlijkt; Ik heb het werk volbracht dat U mij gaf om te doen; ik heb Uw naam bekend gemaakt aan degenen die U mij gaf: ze waren van U, en U gaf ze aan Mij. (…) Mijn Vader, ik wens dat waar Ik ben, degenen die U Mij hebt gegeven, daar bij Mij zullen zijn, en dat de wereld zal weten dat U van hen hebt gehouden zoals U van Mij hebt gehouden.” Ja Heer, dit is wat ik U zou willen herhalen, voordat ik naar U opstijg in Uw armen. Misschien is het roekeloosheid? Maar niet lang geleden stond U me toe vrijmoedig tegen U te zijn, zoals de vader van de verloren zoon tegen zijn oudste zoon zei, zei U tegen mij : “Alles wat van Mij is, is van jou.” Uw woorden, o Jezus, zijn daarom de mijne en ik kan ze gebruiken om de gunsten van de hemelse Vader aan te trekken voor de zielen die met mij verenigd zijn. (…) Ik wil gewoon vragen dat we op een dag allemaal herenigd worden in Uw prachtige hemel. (manuscript C)
 
Thérèse las ijverig de Schrift, in een tijd dat dit niet gebruikelijk was (ze had alleen de evangelies tot haar beschikking). Ze probeert die te begrijpen met haar hart en haar intelligentie en ontdekt daar God die tot haar spreekt in haar leven. Ze zal haar ontdekkingen delen met haar zussen en vooral met Céline, haar vertrouwelinge en novice. Haar geschriften zijn doordrenkt van deze bijbellezing.
 
Bron : www.carmeldelisieux.fr
 

 
De kleine weg (van Thérèse), een spiritualiteit van beneden
 
Thérèse’s “kleine weg” is een voorbeeld van spiritualiteit van beneden. In de geschiedenis van de spiritualiteit zijn er ondermeer twee stromingen : spiritualiteit van boven en spiritualiteit van beneden.
De spiritualiteit van boven sluit aan bij de idealen die we onszelf stellen. Ze gaat uit van de doelstellingen die de mens door ascese en gebed zou moeten bereiken. Deze idealen zoekt men in de Schrift, de kerkelijke moraalleer en de voorstelling die men van zichzelf heeft. Bedoeling is hier dat de mens steeds beter wordt. Daar is op zich niks mis mee, de spiritualiteit van boven dwingt ons flink aan onszelf te werken, om diepe wortels te maken.
 
Het gevaar loert echter om de hoek dat de mens innerlijk verscheurd raakt. Men kan zich dermate identificeren met zijn idealen dat men zijn werkelijkheid (die niet met deze idealen overeenkomt) verdringt. Zo wordt men innerlijk gespleten en ziek. Ten laatste tegen dat men een jaar of veertig wordt doet men er goed aan de tegenpool toe te laten : de spiritualiteit van beneden. Vooral bij de woestijnvaders en het monnikendom had men hiervoor aandacht. Denk aan Evagrius Ponticus’ uitspraak : “Als je God wilt leren kennen, leer dan eerst jezelf kennen” : neem je hartstochten en zwaktes als startpunt om via zelfkennis tot de ware Godskennis te komen en Hem te kunnen ontmoeten. Wordt goede vrienden met je aardsheid, met de wereld van onze instincten, met je schaduwzijde. Heb de moed om de waarheid omtrent jezelf onder ogen te zien.
 
Als wij bepaalde idealen niet kunnen verwezenlijken doen we er goed aan ons met onze machteloosheid te verzoenen zodat die machteloosheid en mislukking tot een echte godservaring kan worden. Dan mogen wij, terwijl we daar staan met lege handen, moe van het werken, vol schrammen en wonden, God ontmoeten, die ons verlost en bevrijdt. Het gaat er ‘m in de spiritualiteit van beneden dus eigenlijk in hoofdzaak om ontvankelijk te worden voor een persoonlijke relatie met God daar waar wij het einde van onze mogelijkheden hebben bereikt.
 
Daar kunnen wij met Paulus tot het inzicht komen wat Gods genade werkelijk is, dat zij juist in onze zwakheid tot volkomenheid komt.
 
Robrecht
 
(geïnspireerd op “Spiritualiteit van beneden” van Anselm Grün en Meinrad Dufner)
 

 
Ter nagedachtenis van de op 31/12/2022 overleden paus-emeritus Benedictus XVI
 
Benedictus XVI “Verbum Domini” ”Het Woord van de Heer” Apostolische Post-Synodale Exhortatie 2010
aan de bisschoppen, de clerus, de geconsacreerde leken en de gelovige leken.
 
Over het Woord van God in het leven en de in de missie van de Kerk. 14e artikel; De eschatologische dimensie van het Woord van God
 
Doorheen dit alles drukt de Kerk uit dat ze bewust is zich met Jezus Christus te bevinden tegenover het definitieve Woord van God; Hij is “de Eerste en de Laatste” (Ap 1,17). Hij heeft aan de schepping en de geschiedenis zijn definitieve zin gegeven; het is daarom dat wij geroepen zijn om in de tijd te leven, te wonen in Gods Schepping volgens het eschatologisch ritme van het Woord; “ de christelijke economie, door het feit dat zij het nieuwe definitief Verbond is, ze zal nooit voorbijgaan en geen enkele nieuwe publieke openbaring zal nog verwacht worden voor de glorierijke openbaring van onze Heer Jezus Christus.(cf. 1 Tm 6,14 en Tt 2,13). Inderdaad, zoals de Vaderen het herhaald hebben tijdens de Synode, “het specifieke van het Christendom manifesteert zich in het evenement Jezus Christus, toppunt van de Openbaring, volbrenging van Gods beloften en bemiddelaar van de ontmoeting tussen de mens en God. Hij”die ons God geopenbaard heeft” (cf. Jn 1, 18) is het unieke en definitief Woord aan de mensheid gegeven”. De Heilige Johannes van het Kruis heeft deze waarheid op een bewonderenswaardige wijze uitgedrukt:
 
“Van zodra Hij ons zijn Zoon gegeven heeft, dat Zijn Woord is – uniek en definitief – heeft Hij ons alles tegelijk en meteen in dit enkel Woord gegeven en heeft Hij niets meer te zeggen. Want wat Hij gedeeltelijk zei aan de profeten, heeft Hij helemaal gezegd in zijn Zoon, door ons dit al te geven dat zijn Zoon is. Ziedaar waarom hij die nu de Heer zou willen ondervragen en Hem visioenen of openbaringen vragen, niet alleen een dwaasheid zou begaan, maar hij God zou belasteren door zijn ogen niet alleen maar op Christus te werpen en iets anders of een nieuwigheid te zoeken” Bijgevolg heeft de Synode aanbevolen de “gelovigen te helpen met goed het Woord en de private openbaringen te onderscheiden” waarvan de rol “niet is om de definitieve Openbaring van Christus te vervolledigen maar om te helpen om er meer volkomen te kunnen van leven op een zeker tijdstip van de geschiedenis”. De waarde van de private openbaringen is grondig verschillend van de Unieke publieke Openbaring : deze vergt ons geloof ; inderdaad, in haar, bij middel van de menselijke woorden en door de bemiddeling van de levende gemeenschap van de Kerk, is het God zelf die ons toespreekt. Het criterium om de waarachtigheid van een private openbaring vast te stellen is zijn oriëntatie naar Christus zelf. Indien dit ons verwijdert van Hem, dan komt ze zeker niet van de Heilige Geest die ons leidt naar het Evangelie en niet buiten Hem.
 
De private openbaring is een hulp voor het geloof, en ze toont zich geloofwaardig omdat ze juist verwijst naar de unieke publieke Openbaring. Het is waarom de kerkelijke erkenning van een private openbaring essentieel aanduidt dat de betreffende boodschap niets bevat dat tegengesteld is tot het geloof en de goede zeden. Het is veroorloofd het publiek te maken, en de gelovigen zijn toegelaten om zich op een voorzichtige wijze aan te sluiten. Een private openbaring kan nieuwe uitdrukkingen inleiden, kan nieuwe vormen van vroomheid doen ontstaan of oudere te verdiepen. Ze kan een zekere profetisch karakter hebben (cf 1 Th 5, 19-21) en ze kan een geldige hulp zijn om het Evangelie vandaag beter te kunnen beleven. Ze moet dus niet verwaarloosd worden. Het is een hulp dat ons wordt aangeboden, maar het is niet verplichtend zich ervan te bedienen. In alle gevallen moet het betreffende iets zijn dat het geloof, de hoop en de naastenliefde voedt, welke voor allen de permanente weg is van het heil.
 

 
Openingsviering Theresiajaar door bisschop Lode op zondag 15/01/2023
 


Enkele mededelingen
 
Themadagen in het Rustpunt gegeven door karmelieten:

08 en 23/3 “Spiritualiteit van de Karmel, deel 1 en 2” (P. Paul De Bois)

25/3 “Geloof en religie in een seculiere wereld” (P. Paul De Bois)

Leesgroep o.l.v. pater Paul de Bois in het Rustpunt :

Tijdens dit Theresiajaar worden LEESGROEPEN gelanceerd in heel België. Dit bestaat hierin: van januari tot juni leest elkeen gedurende één maand een gedeelte van haar autobiografie (Mijn levensverhaal) en eenmaal per maand komen we samen om inzichten uit te wisselen en de spiritualiteit van Thérèse beter te leren kennen is er de mogelijkheid om samen te komen in een kleine groep om inzichten uit te wisselen. Iedereen is welkom.

Telkens op een dinsdag:
 21 februari – 28 maart – 25 april – 23 mei – 20 juni.
 In de namiddag om 14u30 en ‘s avonds om 19u.00 De middag en avondlezing zijn dezelfde, duurtijd van de lezing +/- 1u30
Deelnemen is gratis maar graag inschrijven via Rustpunt (09/225.95.71) of mailadres pauldeboisocd@gmail.com (onderwerp: leesgroep TvL ook vermelden of je voor de middag- of avondgroep inschrijft)

Er is ook net als vorige jaar  een karmelitaanse online vastenretraite. Zie http://karmel.be/news/vastenretraite-2023
Voor wie geen computer heeft : Marijke de blaadjes van deze online retraite afdrukken en opzij leggen (in het Onthaal).

Op 22 februari start met Aswoensdag de veertigdagentijd, ter voorbereiding op Pasen dat dit jaar op zondag 09 april valt.

Op de eerste 5 zondagen van de veertigdagentijd (26 februari, 5, 12, 19 en 26 maart 2023) is er telkens om 17u een vesperdienst in de Karmelietenkerk gevolgd door een korte conferentie in de Teresazaal die ook gestreamd wordt. Er is ook het aanbod om vandaaruit een stuk geestelijke begeleiding te ontvangen.
 
zondag 26 februari 2023: Piet Hoornaert ocd
Thérèse : “Ik werd serieus beproefd in mijn geloof”.
 
zondag 5 maart 2023 : Piet Hoornaert ocd
Thérèse : “Wat je ook hebt uitgespookt, God blijft je gaarne zien”.
 
zondag 12 maart : Elien Loobuyck
“De invloed van de Mariale spiritualiteit van Thérèse van Lisieux op Vaticanum II” (Lumen Gentium, hoofdstuk VIII.)
 
zondag 19 maart 2023 : Piet Hoornaert ocd
Thérèse : “Weet je hoe het me tóch lukte om mijn medemens lief te hebben?”
 
zondag 26 maart 2023 : zr Carmela ocd (Karmel Vilvoorde)
Thérèse van Lisieux: patrones van de missies.

In het nieuwe jaar 2023 dat een Theresia jaar is (het zal dan 150 jaar geleden zijn dat Thérèse van Lisieux geboren werd) proberen we zoveel mogelijk rond het thema “vertrouwen” te werken.

Handig : je kunt het Getijdengebed gratis downloaden op je smartphone. Zo kun je dit lezen waar je ook bent. Het eerste zoekresultaat geeft het je al : Getijdengebed, brevier van de Kerk. Je krijgt automatisch een overzicht van alle getijden van de dag op je schermpje.
 

www.therese2023.be
Thérèse2023 aanbod in Karmel Gent

 

Onze maandelijkse vergadering gaat door op de 3e zondag van de maand. We komen volgende maand dus samen op zondag 19 maart. Pater Carlos Noyen, karmeliet in ons klooster in Brugge zal een conferentie geven over de mystiek volgens Teresa van Avila. Dit is een onderwerp dat ons, (leken) karmelieten erg nauw aan het hart ligt want veel mensen hebben geen goed beeld van wat mystiek precies inhoudt. 
 
Wie interesse heeft, is hartelijk welkom.  Gelieve wel eerst pater Lukas of Robrecht te verwittigen van uw komst. 
P. Lukas : 09/225.57.87 of lukas.martens@karmel-gent.be
Robrecht : 0473/74.61.00 of robrechtdezuttere@yahoo.com
 

 

Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven