Een kleine biografie
Een natte en koude winterdag in 1632, voor lentekriebels is het nog te vroeg. Nicolas Herman tuurt in het stille landschap naar een kale boom en mijmert over wat gebeuren gaat. Het gebeurt elk jaar opnieuw, het grote wonder… Over enkele weken komt die boom weer tot leven, gaat bloeien en weer vruchten dragen. Nicolas krijgt een diep inzicht in Gods inwerking in al wat leeft. Het maakt hem even los van de wereld en hij voelt een grote liefde en dankbaarheid en dankt God.
Nicolas is dan 18 jaar en het leven begint. Hoewel… In de periode vóór zijn intrede in het Karmelietenklooster van Parijs in 1940 ontsnapt hij tweemaal aan de dood. Eénmaal kan hij de galg ontlopen door zijn betrouwbaar getuigenis nadat hij van spionage beschuldigd wordt. Een tweede maal wordt hij zeer zwaar gewond aan het been tijdens een veldslag tijdens de Dertigjarige Oorlog. Als invalide keert hij naar huis terug.
Er is niet alleen het fysieke herstel, ook zijn ziel krijgt tijd om te helen. Nicolas beseft dat het anders moet. Hij breekt met zijn verleden en besluit God intenser te zullen zoeken. Hij probeert het zelfs als kluizenaar. Later zien we hem in Parijs ronddolen. Hij loopt vaak langs het Karmelietenklooster waar zijn oom Jan lekenbroeder is. Nicolas maakt kennis met oom Jan. Hij wordt warm van zijn levenswijze; stilte, gebed, handenarbeid, hartelijke omgang met de medebroeders en de mensen die ze ontmoeten.
In de lente van 1640 treedt Nicolas in het klooster. Hij zet alles op Alles. Twee maand later krijgt hij het bruine habijt en de bruine mantel als lekenbroeder. Hij kiest een nieuwe naam ‘Laurent – l’orant, de biddende’, Laurent van de Verrijzenis. Laurent van de levende God, die hij voor het eerst mocht ontmoeten op die winterdag in 1632.
Niet vanzelf
De gemeenschap van Parijs bloeit, er heerst een vurige gebedsgeest en de traditie is rijk. Als lekenbroeder deelt hij in de zware materiële taken. Zijn roeping is ‘inwendig gebed en handwerk’. Lekenbroeders hebben een louter dienende rol. Laurent wil zich totaal aan God geven tot ‘uitboeting’ van zijn zonden en verzaakt aan alles wat hem niet dichter bij God brengt. De opgelegde gebedsmethoden voldoen hem niet en Laurent ontwikkelt een eigen gebedsmethode. Maar toch… zijn groeiend verlangen God meer te behagen doen ook zijn tekorten meer oplichten. Een pijnlijke en alles verduisterende onzekerheid overvalt hem. ‘De vrees dat ik God niet toebehoorde zoals ik in feite wenste, de zonden uit mijn verleden die me steeds voor ogen stonden, samen met de grote genaden die God me schonk, dit vormde het voorwerp van al mijn kwellingen.’ Zijn spiritueel lijden duurt tien jaar. Onzekerheid, gekwelde liefde… verdoemenis. Toch wil Laurent verder werken uit zuivere liefde tot God. Bij zijn sterven zal hij toch die troost hebben dat hij God uit al zijn kracht heeft bemind.
De spiritualiteit van de biddende
Broeder Laurent is er van overtuigd dat wij ons helemaal in een volkomen overgave aan God moeten geven. Zowel de tijdelijke dingen als het geestelijke moeten we loslaten. Wij moeten voldoening vinden in het volbrengen van Gods wil. Of dat nu ons in narigheden brengt of vertroosting schenkt, het is allemaal evenveel waard voor wie zich helemaal aan God geeft. Wij moeten trouw blijven in dorheid en leegte waarmee God ons op de proef stelt. Wij stellen hierdoor waardevolle daden van berusting, overgave, vertrouwen. Enkel hierdoor maken wij vorderingen. Door gebrek aan echte gebedstijd moet broeder kok heel vaak God tussen ‘de potten en de pannen zoeken’. Soms werk hij lange tijd ‘zonder aan God te denken’, zodra hij dit bemerkt keert hij zich zorgvuldig naar God toe. Zo kan hij later zeggen dat het verschil tussen het werk en het gebed voor hem niet bestaat.
‘Ik bezit God even rustig in de beslommeringen van mijn keuken, waar verschillende mensen mij soms tegelijkertijd verschillende dingen vragen, als wanneer ik neergeknield ben voor het Heilig Sacrament.’ En als zijn aandacht wat verslapt komt van Godswege een ‘her-innering’.
Laurent bidt ook voor zondaars. Hij weet dat God hen tot bekering kan brengen wanneer hij dat wil. Om tot bekering te komen, om ons aan God toe te vertrouwen, als hij dat van ons verlangt volstaat het oplettend onze zielsbewegingen na te gaan. Die zielsbewegingen spelen een zeer grote rol zowel in geestelijke als in alledaagse dingen. God geeft inzicht aan hen die volledig aan hem willen toebehoren.
Meer praktische tips uit het receptenboek van de innerlijke keuken van broeder Laurent mag je in volgende bijdrage verwachten.