Homilie Pater Roeland Van Meerssche 5 oktober 2019 : H. Thérèse van Lisieux

Broeders en zusters,

Vandaag vieren we het feest van de H. Thérèse van Lisieux. Ze wordt wel eens genoemd “de kleine Teresia”. Een naam die ze zelf gekozen heeft. Toen één van haar zusters vroeg hoe ze genoemd wilde worden, antwoordde ze: “U moet me kleine Thérèse noemen”. En toch is Thérèse door één van de pausen genoemd: een grondpijler, één van de grootste heiligen van onze tijd. Ze had geen theologie gestudeerd, had geen universiteitsdiploma’s, en toch is ze door Paus Johannes Paulus II uitgeroepen tot kerklerares.

Hoe komt dat! Van jongs af aan is Thérèse geconfronteerd geworden met veel lijden. Ze is nog heel jong wanneer haar moeder sterft. Haar zus Pauline wordt haar tweede moeder en heel toevallig hoort ze dat Pauline, in de Karmel wil intreden; ze lijdt onder een zware psychische ziekte, ze kent een tijd van scrupulositeit, haar vader, van wie ze zoveel hield, wordt opgenomen in een psychiatrische inrichting en ze hoort de zusters van haar gemeenschap zeggen dat het haar schuld is omdat ze zo jong in de Karmel is ingetreden. Daarbij ervaart ze haar eigen zwakheden en kent ze op het einde van haar leven die verschrikkelijke nacht van het geloof. Thérèse heeft veel geleden. Maar het is doorheen de ervaring van haar zwakheid en lijden dat ze de barmhartige liefde van God mocht ontdekken. En daar ligt de nieuwheid van haar boodschap.

Aan deze barmhartige liefde heeft ze zich overgegeven. Op 9 juni 1895 – Drievuldigheidszondag – schreef Thérèse het prachtige gebed dat ze noemt: “Opdracht van mezelf als brandoffer aan de barmhartige liefde”. Het kwam meer voor in de Karmels van die tijd dat zusters zich offerden aan de “Gerechte God”. Thérèse wist dat. “Ik dacht, zei ze, aan al die zielen die zich als slachtoffer aanbieden aan Gods gerechtigheid, met de bedoeling zijn straffen van de schuldigen af te wenden en ze op zich te laden. Zo’n offergave leek me groots en edelmoedig, maar ik voelde er niets voor om dat te doen”. Ze geeft zich volledig over aan Gods oneindige, onvoorwaardelijke liefde. Zoals een klein kind alles verwacht van zijn vader. En daarin ligt de grootheid van Thérèse. Grootheid in de Bijbelse zin van het woord ligt niet in uiterlijke of succesvolle prestaties, zelfs niet in prestaties op het terrein van deugden en spiritualiteit. Ware grootheid bestaat er in dat je wordt als een kind, dat je jezelf in alle eenvoud aanvaardt en je onvoorwaardelijk overgeeft aan Gods liefde en zorg. Deze radicale overgave van zichzelf is niet gemakkelijk. Het vraagt een bekering van het hart, maar, zegt Thérèse, het is wel een korte weg naar de heiligheid. Thérèse heeft het gevoel dat dit iets voor haar is en voor alle kleine zielen zoals zij. “Ja, ik voel het, zelfs indien ik alle mogelijke zonden op mijn geweten had, ik zou me met een gebroken hart van berouw gaan werpen in de armen van Jezus, omdat ik weet hoeveel Hij houdt van de verloren zoon die naar Hem terugkeert”.

Thérèse heeft de weg van het vertrouwen en de overgave aan Gods barmhartige liefde erkent als de weg naar de heiligheid. Paus Benedictus zei eens op een feest van Thérèse: “Volg het voorbeeld van deze heilige Thérèse van Lisieux. De weg die zij gegaan is, is de weg voor ons allen, omdat het de weg is van het totale vertrouwen in God, die Liefde is en ons nooit verlaat”.

Thérèse is de heilige van het geloof, van de overgave. In alle omstandigheden klampt ze zich vast aan het Woord van God. En omdat ze zo’n groot vertrouwen heeft is ze ook de heilige van de liefde. “In het hart van de Kerk wil ik de liefde zijn”. En omdat ze zo liefhad is ze ook de heilige van de hoop en het vertrouwen.

Maar ook Thérèse is moeten groeien op die weg van het vertrouwen. En die weg liep langs de ervaring van haar eigen zwakheid en ook langs de weg van het lijden. Thérèse is er altijd diep van overtuigd geweest dat ze niets zou kunnen zonder de hulp van de genade. “Ik zeg steeds weer tegen God: o mijn God, behoed mij voor het ongeluk U ontrouw te worden”.

Hier zien we wat haar grote ontdekking is geweest: wat ze noemt: “haar kleine weg”. Die weg bestaat hierin: klein blijven in de hand van God. Klein zijn betekent, zegt Thérèse, jezelf geen enkele deugd toeschrijven, maar je volle vertrouwen stellen op God. “Om vertrouwen te hebben kan ik nergens op steunen, op geen enkele van mijn werken” (DE. 6.8.4). “Ik steun nooit op eigen gedachten, ik weet hoe zwak ik ben” (DE 20.5.1).

Broeders en zusters, het is een kwaal van onze tijd dat we denken voor alles verantwoordelijk te zijn. Dat we zelf voor alles moeten instaan. Een gelovige is juist iemand die zijn volle verantwoordelijkheid op zich neemt, maar die tegelijkertijd gelooft en vertrouwt dat hij er niet alleen voor staat; dat hij gedragen wordt. Een belangrijk woord in de Schrift is een woord dat God spreekt tot mensen die Hij roept voor een bepaalde zending: “Je moet niet bang zijn, Ik ben er toch”. Als we dat vertrouwen verliezen, m.a.w. wanneer God uit het leven verdwenen is, gaat men zich vastklampen aan alles wat men kan grijpen, maar wat uiteindelijk niet gelukkig maakt.

Dat is de boodschap die Thérèse ons wil geven: je bent niet heilig door heldhaftige dingen te doen, maar door die gewone dingen van elke dag te doen met liefde in het geloof dat je gedragen bent door de Heer .

In de avond van 30 september 1897 sterft Thérèse, uitgeteerd door de TBC en na veel lijden. Haar laatste woorden waren: “Ik heb er geen spijt van dat ik mij aan de Liefde heb overgeleverd. “O, ik hou van U, mijn God, wat hou ik van U”. Het waren haar laatste woorden. En het is zeker niet toevallig dat de drie manuscripten A, B en C, dat ze alle drie eindigen met het woord Liefde.

Ik wil nog dit getuigenis geven. Mariska van Beusichem, predikant van de Protestantse kerk in Nederland, was diep geraakt door het leven van Thérèse. Ze zegt: “Thérèse heeft beloofd na haar dood rozen te laten regenen. Dat zijn de goede werken die zij vanuit de hemel wil verrichten om ons geloof te sterken. Dat er nog altijd mensen zijn die zo diep door haar geraakt worden, laat zien dat de rozenregen nog niet voorbij is. Ik ben dankbaar dat er één roos op mijn hoofd is gevallen: de roos van vertrouwen in God”. Amen.

P. Roeland

Download of print deze homilie als pdf

Overzicht van alle homilieën.

1 – 5 oktober: Heilige Thérèse van het Kind Jezus en het Heilig Aanschijn (Thérèse van Lisieux) 1873-1897

Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven