Homilie Pater Roeland Van Meerssche 12 mei 2019 : Vierde Paaszondag C

Broeders en zusters,

Wanneer we dit evangelie lezen zouden we kunnen zeggen dat de Joden het getreuzel van Jezus moe zijn omdat ze nog niet weten wie Jezus eigenlijk is en wat Hij komt doen. “Hoe lang laat Je ons nog in het onzekere. Als Je de Messias bent, zeg het dan ronduit”. Maar Jezus gaat er niet op in. Hij geeft zelfs een eigenaardig antwoord: “Mijn schapen luisteren naar mijn stem, Ik ken ze en ze volgen Mij”. Voor de Joden heeft dat niets te maken met de Messias. Ze kijken zelfs neerbuigend neer op het herderschap. Voor hen is de Messias een koning die op een troon is gezeten, bekleed met macht en majesteit en die recht zal spreken. Maar Jezus ziet het helemaal anders. Voor Hem heeft het Messiasschap alles te maken met zijn unieke verbondenheid met de Vader én met zijn zending om zorg te dragen voor de mensen die de Vader Hem heeft toevertrouwd. De Vader heeft zijn Zoon naar ons gezonden om herder te zijn. Wij zijn een geschenk voor Hem. Hij heeft ons gekregen van de Vader. Daarom zal Hij ons nooit in de steek laten, zoals een herder zorg draagt voor zijn schapen. Zelfs als wij sterven laat Hij ons niet los. “Nooit zullen ze verloren gaan, niemand zal ze uit mijn hand ontrukken”. Wij zijn een goddelijk geschenk van de Vader aan de Zoon, zozeer zijn wij bemind.

Het evangelie, broeders en zusters, brengt dus een zeer sterke opwaardering van de mens. Maar misschien stoten we ook op de grootste moeilijkheid om te geloven: durven beseffen dat elke mens heel waardevol is in Gods ogen. Durven geloven dat Jezus zorg voor ons draagt omdat wij het mooiste geschenk zijn dat Hij van de Vader gekregen heeft. Daarom is Hij de goede herder.

Jezus wil dus een dienende Messias zijn, Hij zal het Lam zijn dat ons zal leiden en voeren naar de waterbronnen van het leven, (2e lezing) , ook al weet Hij dat deze keuze Hem het leven zal kosten. Het enige dat Hij ons wil zeggen is: dat al wie naar Hem luistert het eeuwig leven zal hebben en dat niets ons van Hem kan scheiden.

Want dat betekent voor Jezus het eeuwig leven: die intense eenheid met God die wij ‘Vader’ mogen noemen. Die eenheid met de Vader heeft Jezus op een unieke wijze voorgeleefd. Zelfs toen Hij stierf wist Hij zich zo verbonden met God dat Hij zich volledig kon overgeven in de handen van zijn Vader. Het is dus met het grootste vertrouwen dat we mogen geloven aan de belofte van eeuwig leven. Jezus zelf verzekert ons dat niemand ons kan wegroven uit zijn hand, dat Hij ons blijvend zal vasthouden tot in eeuwigheid.

Maar er is wel een voorwaarde aan verbonden. “Mijn schapen luisteren naar mijn stem en Ik ken ze en ze volgen Mij”. De belofte van eeuwig leven geldt voor hen die luisteren naar de stem van de Heer en die bereid zijn Hem te volgen. Dat wil zeggen voor hen die luisteren naar zijn geboden en die bereid zijn de weg te gaan die Jezus gegaan is, de weg van de liefde, ook al leidt die weg naar het kruis.

De eerste lezing laat zien wat er gebeurt met mensen die niet luisteren naar de stem van Jezus en die niet bereid zijn Hem te volgen. De woorden van Paulus en Barnabas worden beantwoord met beschimpingen. De mensen van Antiochië luisteren niet en wijzen het aanbod van eeuwig leven af. En daarom zegt Paulus: “Omdat gij het woord afwijst en uzelf het eeuwig leven niet waardig keurt, daarom richten we ons voortaan tot de heidenen” (Hand. 13,46).

Broeders en zusters,

Ook aan ons doet de Heer vandaag het aanbod van eeuwig leven. De vraag die ons wordt gesteld is: luisteren wij naar zijn stem en volgen we Hem na in ons leven, of keren wij de rug naar zijn belofte van eeuwig leven? Aan ieder van ons om in alle vrijheid die vraag te beantwoorden.

P. Roeland

 

Download of print deze homilie als pdf

Overzicht van alle homilieën.

Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven