Broeders en zusters,
Jezus heeft zich afgezonderd met drie van zijn leerlingen op een hoge berg, geheel alleen, in gebed, zegt Lukas. Het is niet de eerste keer dat Lukas onze aandacht trekt op het feit dat Jezus zich terugtrekt in de stilte om te bidden. Het is alsof het gebed Hem niet loslaat. Hij wil zijn Vader ontmoeten. Zijn gebed is een liefdevolle ontmoeting waarin Hij van zijn Vader alle liefde wil ontvangen.
Die ontmoeting gebeurt vandaag op een berg. En terwijl Jezus aan het bidden is, verandert zijn gezicht en worden zijn kleren stralend wit. Zijn leerlingen merken er weinig van, want van vermoeidheid zijn ze in slaap gevallen. Maar wanneer plots Mozes en Elia verschijnen schiet Petrus wakker. En hij is er zo ondersteboven van dat hij dat moment wil vasthouden. Maar dan komt er een grote wolk die hen overschaduwt en klinkt de stem van de Vader: “Dit is mijn veelgeliefde Zoon, luister naar Hem”. Zoals bij de doop in de Jordaan openbaart de Vader opnieuw de diepste roeping van Jezus: “Hij is de geliefde Zoon van de Vader”. Maar tegelijkertijd wordt ook de roeping van de apostelen geopenbaard: ze worden uitgenodigd om met heel hun hart te luisteren naar Jezus en Hem te volgen.
Broeders en zusters,
Deze veertigdagentijd is ook voor ons een uitnodiging om te luisteren. D.w.z. je oren en je hart open houden zodat God met zijn liefde in je hart kan binnenkomen. Daartoe worden we uitgenodigd. De enige vraag is: zijn wij bereid om de berg op te gaan, om het oppervlakkige van het leven achter ons te laten. En misschien zal Jezus ook ons dan uitnodigen om samen met Hem tot de Vader te bidden en ons hart voor Hem open te stellen. Dat is de stap die we moeten zetten: je niet verstoppen in de drukte en het lawaai, maar de stilte durven opzoeken en dan kan er ruimte komen om te luisteren naar de stem van de Heer en kan zijn liefde ons hart binnenstromen.
Die ontmoeting met de Heer zal ons leven veranderen. Onze kleren zullen niet schitterend worden zoals bij Jezus op de berg. Maar toch zal er iets veranderd zijn. Bidden verandert de mens, doet hem meer op Jezus gelijken. Een biddende mens weet zich door God gedragen en gezonden. Ook aan ons zal dan gezegd worden: “Ook jij bent mijn geliefd kind”. En zelfs wanneer we de indruk hebben dat de zon is ondergegaan en dat het helemaal donker is geworden rondom ons, dan nog zal God er zijn. Een mens die regelmatig bidt wordt anders, meer vergevingsgezind, meer dienstbaar aan de medemens, meer open voor de noden van de ander. Met God spreken en vooral luisteren naar God maakt mensen mooi van binnen én van buiten.
Broeders en zusters,
Dit gebeuren op de berg Thabor verwijst reeds naar een andere berg: de Olijfberg waar Jezus zijn doodstrijd beleefde. Op de berg Thabor is God duidelijk aanwezig. Op de Olijfberg daarentegen schijnt God te schitteren door zijn afwezigheid. Ondanks het hartstochtelijk gebed van Jezus, ondanks de grote nood waaraan Hij lijdt, de doodsangst die Hij doorstaat, het zweten van water en bloed, blijft God schijnbaar doof voor het smekend gebed van zijn Zoon. Je zou bijna de indruk krijgen dat wanneer de nood het hoogst is, God zich manifesteert als “Hij die er niet is”.
Welke betekenis heeft dit voor ons eigen leven! Er zijn ogenblikken in ons leven dat we geboeid zijn door Jezus van Nazareth. Er is geen twijfel, we voelen ons gelukkig, alles valt mee. Het zijn Thabor-momenten. We voelen ons verwant met de verheerlijkte Jezus.
Maar er zijn ook perioden waarop alles zwaar kan zijn, alles schijnt in duisternis gehuld en het lijkt alsof er geen licht is aan het eind van de tunnel. We voelen ons zoals de vernederde Jezus op de Olijfberg. Het komt er op aan, broeders en zusters, pal te blijven staan in het geloof.
Jezus heeft ons geleerd hoe wij er mee moeten omgaan. Op de Olijfberg zal zijn gebed uiteindelijk worden: “Vader, niet mijn wil, maar Uw wil geschiede”. En op de Kruisberg – Golgotha, zal zijn schreeuw: “Vader, waarom heb Je mij verlaten?” uitmonden in: “Vader, in Uw handen leg ik mijn geest”.
Ons leven, broeders en zusters, is een afwisseling van zulke momenten. Maar zelfs in de donkerste ogenblikken van het leven, zelfs dan wanneer we het uitschreeuwen: ‘Mijn God, mijn God, waarom heb Je mij verlaten’, zal er in die duisternis altijd een lichtje branden: het licht van zijn liefdevolle aanwezigheid. Als God ook ons zijn geliefde kinderen noemt hebben we toch de zekerheid dat Hij ons nooit in de steek zal laten, wat ons ook overkomt. Amen
P. Roeland