Broeders en zusters,
Vandaag is het dus de eerste zondag van de Advent. En dit jaar is het de langste Advent die mogelijk is: vier volle weken. En dat betekent ook dat we een nieuw liturgisch jaar beginnen en dat we ook een andere evangelist zullen beluisteren. Vorig jaar was dat Lukas, nu is het Mattheüs. Maar welke evangelist het ook is: hij brengt niet zijn eigen boodschap, maar de boodschap van Jezus. En vandaag luidt die boodschap: “Wees waakzaam”. Dat is de raad die Jezus ons geeft na zijn verhaal over de tijd voor de zondvloed. Jezus roept ons op om waakzaam te zijn, de tekenen van de tijd te zien en de machten van de duisternis geen kans te geven. Zijn woord is als een adventskaars die het duister verdrijft.
“Wees waakzaam” want gij weet niet op welke dag uw Heer komt”. En die Heer is niet zo maar iemand: het is God zelf die midden onder ons komt wonen en ons oproept om te kiezen. Want, broeders en zusters, wij moeten voortdurend keuzes maken. Kiezen tussen licht en donker; kiezen tussen goed en kwaad. En die keuze is niet altijd gemakkelijk. Maar daarom juist komt Jezus naar ons toe. Hij weet dat het leven niet altijd aangenaam verloopt. Hij kent de moeilijkheden die we moeten trotseren. Hij weet dat er nog zoveel duisternis is in onze wereld, en ook in ons eigen hart.
Daarom is de adventstijd een tijd van hoop en verwachting. Hoop doet leven. Die hoop levend houden en ons ervoor inzetten, dat is het wat we doen in deze vier weken van de Advent. Als dit onze houding is in de Adventstijd: ‘hoopvol wachtend’, dan kunnen we met Kerstmis vieren dat God gekomen is in zijn Zoon Jezus. En dan vieren we niet alleen de menswording van Gods Zoon, maar het gaat ook om onze menswording. Eckhart, een middeleeuws mysticus, zei: “wat heb ik er aan dat God in Jezus geboren is, als Hij niet geboren wordt in mij?” Als God mens kan worden in ieder van ons, worden wij beetje bij beetje meer mens naar Gods hart.
Broeders en zusters,
Het evangelie van vandaag bevat een dringende uitnodiging om ons te bezinnen over wat werkelijk belangrijk is in het leven, over de echte en blijvende waarden, over de toekomst die God voor ons bereidt. Het evangelie is een uitnodiging om onszelf eens los te laten en aandacht op te brengen voor de Heer die komt, niet alleen op het einde van de tijden maar ook nu reeds, op elk ogenblik van ons leven, in het woord van de Schrift, in de viering van de eucharistie, in het gebed, en even belangrijk in onze zorg voor de naaste. Het zijn allemaal momenten waarop wij de Heer ontmoeten, waar wij iets te zien krijgen van zijn zachte blik, zijn allesdoordringende barmhartigheid. De Jezus die we met Kerstmis verwachten is niet iemand die ons schrik aanjaagt, voor wie we bang moeten zijn. Hij is een oceaan van vrede, een tsunami van tedere liefde. Hij zal alleen maar zeggen: “Mijn kinderen, Ik ben het. Vrees niet”.
Broeders en zusters,
De Advent is daarom ook een tijd van gebed. Een mens die bidt opent de deuren waarlangs God kan binnen komen in zijn leven. Laten we daarom biddend waakzaam blijven en niet ten onder gaan aan de zorgen van het leven. God heeft alleen het beste met ons voor. Hij houdt van elke mens. Ook bij verdriet en pijn laat Hij ons niet in de steek, en vooral dan niet. Hij wil steeds opnieuw voor ons de weg zijn naar een nieuwe toekomst. De Advent is een tijd waarin we God zijn werk laten doen in ons leven. Amen.
P. Roeland