Don Alonso Sanchez Y Cepeda schreef: “Woensdag de 28e van de maand maart van het jaar 1515, werd mijn dochter Teresa geboren, ongeveer een half uur na vijf uur in de morgen, bij het eerste ochtendgloren”. Enkele dagen later op 4 april vroegen de peter en de meter namens de kleine Teresa in de kerk van San Juan voor haar “het geloof en het eeuwig leven”. Op diezelfde dag werd het klooster van de menswording ingewijd, het klooster van de karmelietessen van de verzachte regel.
Als jong meisje onderscheidde Teresa zich niet van de andere meisjes. Ze was mooi en had veel zorg voor haar uiterlijk. Fray Luis de Léon zal later schrijven dat degenen die haar van nabij hebben gekend, verzekeren dat zij iedereen in haar omgeving ‘het hoofd op hol bracht’. “Groot was haar schoonheid en de zorg die ze aan haar uiterlijk besteedde, haar intelligente conversatie, haar oprechtheid en innemende manieren maakten haar nog mooier, zodat zij iedereen onder haar ban bracht. Als kind en als aankomend meisje was zij voor allen die haar zagen, wat de magneet is voor het ijzer”.
Maar toch leefden er in haar hart ook andere verlangens. “Alles is niets; de wereld is ijdelheid, het leven is kort. Ik begon bang te worden, dat ik naar de hel zou gaan wanneer ik zou sterven, en ofschoon ik nog geen neiging tot het klooster voelde, zag ik toch in, dat dit de beste levensstaat was. Zo kwam ik langzamerhand tot het besluit, mezelf te dwingen om in het klooster te gaan”.
Ze is amper 20 jaar wanneer ze intreedt in het karmelietessenklooster van de Menswording in haar geboortestad.
En zelfs in het klooster zal ze nog vele jaren een tamelijk middelmatig leven leiden. Maar geleidelijk aan wordt het voor haar duidelijk: alleen Jezus Christus, God als een vriend met wie ik vertrouwelijk kan spreken en die van mij houdt en Hij alleen kan mijn diepste verlangens vervullen. Om Hem te vinden hoef je geen bergen te beklimmen en geen tochten naar verre landen te ondernemen. Het is na 1492 en enkele broers van Teresa waren naar Amerika vertrokken als conquistadores om er rijk te worden. “De ziel is het paradijs van God, schrijft Teresa; Dat is voor haar de ‘Nieuwe wereld’, een land zonder grenzen waar je als mens tot volle ontplooiing kunt komen. Met haar rijke gevoelsleven verkent Teresa dit nieuwe land van het innerlijke. Stilaan zullen meer en meer jonge vrouwen haar volgen op die ontdekkingstocht.
Teresa had een druk leven met haar kloosterstichtingen waarvoor ze heel het Spaanse land doorkruiste. Maar tegelijkertijd had ze ook een intens gebedsleven. Ze is één van de grootste mystiekers van de katholieke Kerk. En toch bleef ze een levenslustige vrouw met veel humor en een grote realiteitszin. Haar mystiek betekende geen vlucht voor de wereld of voor verantwoordelijkheid. Haar broer Lorenzo beklaagt zich bij Teresa dat hij zoveel werk heeft dat er geen tijd overblijft voor het gebed. Teresa antwoordt: “Verbeeld je maar niet, dat je gebed meer waard zou zijn, als je meer tijd had. Maak jezelf niets wijs: de tijd die je goed besteedt om op je kinderen te passen, doet geen schade aan het gebedsleven”. Ook ongezonde scrupules krijgen geen plaats in het denken van Teresa: “Ik heb vanavond zoveel te doen, dat ik geen gelegenheid heb voor het inwendig gebed. Dat vind ik wel jammer, maar ik voel geen gewetensbezwaren”. En aan een bisschop schrijft ze: “Als u zich beklemd voelt… ga dan wandelen, dat is geen verloren tijd voor het inwendig gebed”.
Ook voor de kloosters die ze sticht blijft ze nuchter met veel zin voor de concrete werkelijkheid. Eén van haar bepalingen zegt dat het tafellinnen en het beddengoed altijd smetteloos helder moet zijn. Voor zieken moet er bijzonder goed gezorgd worden. Elk klooster moet een grote tuin hebben waar de zusters zich kunnen ontspannen enz.
Teresa toont ons een weg van zelfverwerkelijking die niets te maken heeft met de huidige ‘ik-cultuur’. Het gebed is voor haar de ontmoeting met Hem om wie alles draait, de Vriend die jou bemint en bevestigt. Enkel in Hem en door Hem komen we tot volle ontplooiing. Omdat je durft neer te knielen, kun je voortaan rechtop staan. Het vraagt alleen maar de beslistheid om je aan Hem te binden. Hij alleen kan ons vrij maken. Zoals Teresa zegt aan haar broer Rodrigo: ‘para siempre: voor altijd’.
Die liefdevolle vriendschap, vol van verlangen, vertrouwelijkheid en intimiteit komt tot uiting in Teresa’s laatste gebed: “Eindelijk is dan het uur aangebroken, mijn Heer, mijn Beminde, waarnaar ik zo verlangd heb. Het wordt de hoogste tijd dat we elkaar zien. Het is tijd om op weg te gaan. Laten we vertrekken. Het uur is gekomen”.
Mochten ook wij dan op weg gaan naar die innerlijke burcht van het hart, daar waar de Drie-ene God verblijf houdt en waar Hij ons van binnenuit bezield om te leven volgens zijn diepste verlangen: blijven in zijn liefde. En laat op die weg:
“Niets je verstoren,
niets je verbazen;
alles gaat voorbij;
God verandert niet.
Al wie geduld heeft bereikt eens alles.
Wie aan God behoort
heeft echt niets tekort.
Alleen God voldoet”
P. Roeland
Download of print deze homilie als pdf