OPENINGSWOORD
We willen christen zijn
omdat we in Jezus’ levensweg ook de onze hebben ontdekt:
namelijk niet zomaar leven voor onszelf,
– eigen huisje en tuintje –
maar ook ons verantwoordelijk weten voor medemensen.
Het geluk dat we daarin ervaren,
Komt hierdoor dat
zo’n leven inderdaad zinvol is en waardevol;
want is geïnspireerd én gedragen door Gods liefde.
Bijna altijd vergt dat :
moedig tegen de stroom ingaan
en vaak de kruis-weg volgen van de graankorrel,
loslaten, sterven om te leven.
God zelf heeft die wet van liefde in ons hart gegrift.
Als we er ons aan overgeven,
zullen wij dank zij Jezus meer verrijzenis ervaren,
op de dag van het komend Paasfeest.
KYRIE-LITANIE
Heer, wanneer wij gevangen zitten in onze eigenliefde.
Heer, ontferm U over ons.
Christus, wanneer wij te weinig in uw trouw onze houvast zoeken.
Christus, ontferm U over ons.
Heer, wanneer wij bang zijn voor alles
waarover de schaduw van het kruis hangt.
Heer, ontferm U over ons.
HOMILIE
5de ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD B- cyclus
(Joh. 12, 20-33)
De liturgie van deze zondag bereidt ons voor op passiezondag. Onverbloemd wordt ons op het hart gedrukt welke weg Jezus is gegaan: die van de liefde die zichzelf wegschenkt tot het einde toe, in totale zelfontlediging en in vertrouwen op God zijn Vader.
Wat betekent dit lijdens- en stervensverhaal concreet voor ons, die toch de weg van Jezus willen gaan? In antwoord daarop neemt de evangelist Johannes ons alvast mee in een beklemmend, mysterievol gebeuren van Gods liefde tot het uiterste.
Jezus is gewaardeerd én veracht.
Jezus is zich zeer bewust van wat hem te wachten staat. Hij is op een moment gekomen van alles of niets. Johannes noemt het ‘zijn uur: Hij voelt zich tegelijkertijd geapprecieerd én en verworpen, toegejuicht en versmaad. Hij is gewaardeerd bij het volk en de vreemdelingen omwille van het opwekken van zijn vriend Lazarus. Maar tegelijk is Hij veracht bij de religieuze leiders, omwille van zijn ‘onorthodoxe’ verkondiging en optreden.
In dit ‘uur’ is hij ontroerd én doodsbang. Hij staat nu zelf voor de keuze, waartoe hij anderen steeds uitnodigde: nl volledig vertrouwen stellen op God zijn Vader, óf schipperen en een eigen weg gaan. Hij moet kiezen. Daarom bidt Hij : “Vader, redt me uit dit uur” en ook : “Niet mijn wil, maar uw wil geschiede”. Hij kiest – niet zonder hevige strijd – voor een totale overgave in geloof aan het verlangen van zijn Vader. Niet hijzelf moet geëerd zijn of ‘verheerlijkt’ worden. Neen, het is zijn Vader die verheerlijkt moet worden.
Ook als Jezus daarvoor een kruisweg moet gaan, want hij weet dat de graankorrel éérst in de aarde moet afsterven, vooraleer hij vrucht kan dragen … Wanneer Johannes over dit alles bericht, kent hij reeds de uitkomst van Jezus’ keuze. Zijn trouw, zijn ‘zelveloos’ liefhebben dat hem in de dood voert, zal toch uitmonden in verrijzenis, in een nieuw leven. Zijn Vader maakt van Jezus’ liefdesoffer een bron van eeuwig leven voor Hem én voor ons. Onvermijdelijk lijden en sterven worden niet langer een verdwijnen in het ‘niets’.
Liefhebben en lijden liggen in elkaars buurt.
Liefhebben is voor veel mensen een romantische aangelegenheid. Het actueel succes van films boordevol romantiek op bv Netflix toont dat duidelijk aan. Prille liefde kan het hart van de mens blij maken. Maar écht liefhebben komt ook op voor de medemens, soms tegen eigenbelang in. Soms vraagt dit offerbereidheid, het loslaten van eigen plannen en tijdsgebruik. Sterven soms aan zichzelf.
Volwassen liefde en vormen van lijden liggen dus in elkaars buurt. Levensmomenten zijn een vaak een mix van lief en leed, van zin en onzin. Maar het lijden lijkt zo harteloos, zo vruchteloos, zo zinloos te zijn. Want het schenkt je onvermijdelijk de indruk dat je je van iedereen, soms ook van God, verlaten voelt: “God, mijn God, waarom hebt Gij verlaten”.
Wat hebben de corona-patiënten die zonder menselijke tederheid – moederziel alleen – de dood moesten ingaan, wat hebben die gevoeld? Van Jezus weten we dat Hij dit lijden, dat ook bij Hem tot vertwijfeling dreigde te leiden, tot in zijn diepste gemoed ervaren heeft. Hij heeft er bloed en tranen door gezweet – en toch is Hij er bovenuit gestegen met zijn: “Niet mijn wil, maar uw wil, Vader, geschiede: In zijn diepste verlatenheid hoorde Hij toch nog de stem van zijn Vader die riep: Mijn zoon!
Wat verlangt Gods liefde nù van ons?
Wij leven in een geseculariseerde wereld. Dat is een samenleving, waarin de aanwezigheid van kerk en gelovige christenen niet meer vanzelfsprekend zijn. Met de Paus Franciscus en in de lijn van het 2e Vaticaans Concilie, blijven we samen een goede en juiste weg gaan om de verbondenheid tussen God en zijn geliefde mensen in deze tijd in te vullen. Het is de Geest van Jezus zélf die dit proces begeleidt.
Jezus duidt dit aan in de vorm van die diepzinnige gelijkenis, als hij spreekt over de graankorrel. Alleen als de graankorrel sterft, zal hij vrucht dragen. Natuurlijk denkt Jezus aan zijn eigen sterven en vergelijkt hij zijn levensloop, die hij onvermijdelijk moet gaan, met die van een uitgezaaide graankorrel. Maar dit is dus óók het symbool van wat Gods liefde van óns verlangt in deze tijd.
Stilstaan, of een nostalgie voeden, of gewoon terugkeren naar vroegere vormen kan geen optie zijn. Jezus blijft hierin duidelijk trouw aan wat hijzelf heeft geleerd, toen hij sprak over nieuwe wijn in nieuwe zakken (Lukas 5,37). Nieuwe wegen gaan kost tijd en kan met pijn gepaard gaan. Het is als het sterfproces van de graankorrel. In die graankorrel zit het al waardevolle van vroeger. En dàt wordt meegenomen.
Maar het proces blijft toch in de duisternis gehuld. Het is met Johannes van het Kruis de nacht van het geloof binnengaan; de akker van ons bestaan concreet aanvaarden; sterven aan onze neiging te kiezen voor eigen zekerheid, zelfbehoud of baatzucht. Het is ons bewust làten uitzuiveren door God. Het is hoopvol wachten, waarbij je bewust biddend aan God het initiatief laat. Het begint wellicht als modderig en rommelig gebeuren. Het is een lijdensweg, maar het zàl uitlopen op nieuw leven, vruchtbaar, vol gerijpt. Dat is heel zeker.
Zo verwoordt het Ida Gerhardt,
Nederlandse dichteres en classica (1905-1997):
Gij moet het eenzaam laten
het zaad dat ligt te slapen
en dat al kiem gaat maken.
Dit eerstelings-bewegen
van leven binnen leven
vermijd het te genaken.
Laat het stil in zijn waarde
zaad in de donkere aarde.
En het zal groen ontwaken.
VOORBEDEN
P. Laten we bidden tot de Vader
die zich in Jezus volledig aan ons geeft.
✓ Voor de leerlingen van Jezus:
dat ze de moed vinden zichzelf prijs te geven zoals Hij.
✓ Voor de leerlingen van Jezus:
dat ze niet doof zijn voor de nood van mensen
die ziek zijn, hulp nodig hebben of lijden;
dat hun handen en woorden zacht mogen helen.
✓ Voor leerlingen van Jezus:
dat ze aandachtig zijn of Jezus hen roept
tot het priesterschap of het religieuze leven;
dat ze geloven in de graankorrel die sterft
en al stervende duizendvoudig vrucht voortbrengt.
✓ Voor de leerlingen van Jezus:
dat ze dankbaar zijn dat ze van God en van elkaar
zoveel toegewijde, zorgzame liefde mogen ontvangen.
P. Heer God,
uw Naam is onze hulp.
Sta ons bij in de wederwaardigheden van elke dag.
Raak ons hart met uw uitnodigende stem:
dat we leven voor U en voor elkaar.