Joh. 20,19 – 31
Volkomen onverwacht komt Jezus in hun midden staan.
Acht dagen na Pasen ontmoet de verrezen Heer Jezus zijn leerlingen. Hun bange hart sluit hen op in zichzelf en zondert hen af van de buitenwereld. Nu zij hun Meester verloren hebben, missen zij als groep elke bestaansreden. Jezus had hen bij elkaar gebracht. Hij was de levende band die hen bij elkaar hield, over alle verscheidenheid heen. Maar wat houdt hen nu nog samen? Een aantal herinneringen? Het verdriet? De angst?
Volkomen onverwacht komt Jezus in de ruimte waar ze verblijven bij hen binnen. Hij gaat in hun midden staan. Hij spreekt met hen. Hij toont hun zijn handen en voeten. Dit ‘zien’ van de Heer vervult hen met vreugde. Zij worden overrompeld door de ervaring dat Hij weer bij hen is. Zij kunnen Jezus opnieuw ontmoeten als de Levende, ook al is Hij gestorven.
Zo krijgt hun samenzijn opnieuw een bestemming. Zij worden als groep gezonden om het evangelie tot leven te brengen in hun eigen gemeenschap en om naar buiten toe onder de mensen van hun tijd over de verrezen Heer te vertellen.
Jezus’ littekens waren met liefde gedragen.
Tomas is er niet bij, die avond. Johannes geeft geen reden aan. Maar uit wat volgt, blijkt dat Tomas het moeilijk heeft om Jezus’ kruisiging en dood te verbinden met zijn opstanding. Maar de ontmoeting met de verrezen Heer bewerkt ook bij hem een ommekeer. Tomas komt onder de indruk van de littekens die Jezus hem toont. Waarom die littekens? Vooral hierom. Deze wonden waren wonden uit liefde. Met liefde waren ze gedragen. Die liefde maakte ze in feite voor altijd onuitwisbaar en waardevol.
Want er ligt een band tussen de liefde van iemand en zijn lichaam. Zonder lichaam zou liefde onmogelijk zijn: liefde met haar vreugden, maar ook met haar lijden. Liefde kent haar eigen wonden : in je hart en in je lichaam. Jezus zei dat de grootste liefde erin bestaat je leven te geven voor hen die je liefhebt.
In zijn lichamelijk lijden, tot de kruisdood toe, toonde Jezus zijn volmaakte liefde. De littekens van zijn wonden moesten daarom ook in zijn verheerlijkt lichaam voor altijd blijven. Zo is Jezus herkenbaar, ook voor de ongelovige Tomas. Zijn wonden blijven voor altijd open, omdat daarin zijn liefde definitief werd uitgedrukt. Op oude ikonen worden deze wonden geschilderd als stralend van licht. Als Jezus’ lichaam verrijst wordt de wonde van liefde een haard van licht.
Hierin ligt ook onze hoop. Want ook ons lichaam is op weg naar dezelfde verrijzenis. Als je kijkt naar de wonden van de verrezen Jezus, wordt ook jouw innerlijke wonde genezen. Ze wordt langzaam omgevormd tot een bron van warmte en licht, als je maar blijft liefhebben, ondanks zoveel pijn misschien.
De kritische Tomas kan niet weerstaan aan zoveel liefde van Jezus.
Tomas die zo vóór Jezus staat heeft dit begrepen. Hij beseft de onmetelijke liefde van Jezus die zijn littekens toont. Plots krijgen ze voor hem een schittering die zijn ongeloof doet wegsmelten. Het is een shock-ervaring die hem bij de werkelijkheid van de verrijzenis brengt. Aan zoveel liefde van Jezus voor hem persoonlijk kan zelfs de kritische Tomas niet weerstaan.
De Vader tilde zijn Zoon op uit de dood. Tomas wordt opgericht, genezen van zijn scepsis en spreekt met heel zijn wezen zijn geloof uit : “Mijn Heer en mijn God”. Voor hem zijn liefde en geloof voorgoed met elkaar verbonden.
Na die belijdenis berispt Jezus hem op een delicate manier: “Als je Mij echt wil ontmoeten als verrezene, Tomas, is er geen andere weg dan die van het geloof”. Jezus verwijt dus aan Tomas dat hij niet geluisterd heeft naar het getuigenis van de andere apostelen over zijn verrijzenis.
En wij luisteren aandachtig mee. Voor ons is dat een aanmoediging. Ons geloof nu blijft dus gedragen en gesteund door de gewaarborgde getuigen van het eerste uur.
Het geloof in de verrijzenis wordt ons steeds weer aangereikt, geschonken als een genade in elke Eucharistie. Dit is onze sterkste Paasontmoeting met Jezus en tegelijk het opnieuw tegenwoordig stellen van zijn kruisoffer.
En als ook onze eigen geestkracht wat afgetopt raakt …
Onze menselijke geest is uit zichzelf niet zo ontvankelijk voor het geloof dat God vérder gaat, daar waar de mens denkt dat het gedaan is. Met die zelfgenoegzame geest lezen en luisteren we soms ook naar de H. Schrift. Als je eigen geestkracht wat afgetopt raakt, dan ben je soms geneigd moedeloos te worden.
En toch! In elke Eucharistie zegt Jezus tot jou: “De vrede zij met jou. Wees niet bang, maar blijf geloven”. Hij komt je rakelings nabij. Hij maakt je geest ontvankelijk voor de hoopvolle woorden die Hij je toespreekt in de Bijbel. Jezus laat je bij de communie ervaren hoe graag Hij in jou aanwezig is, hoe zijn vrede je hart binnenstroomt en hoe jouw onvermijdelijke levenspijn, gedragen met liefde en verbonden met Hem, niet zonder zin en uitzicht is.
Acht dagen na Pasen bloeide de kring van de leerlingen weer open omdat de verrezen Jezus in hun midden ervaarbaar was. Bidden ook wij gelovig met Tomas: “Mijn Heer en mijn God”.
VOORBEDEN
C. Levende God,
de verrijzenis van uw Zoon Jezus
wakkert onze hoop aan op een wereld
die voorgoed bevrijd is van alles
wat het geluk van mensen in de weg staat.
Daarom bidden wij U:
- Voor allen die zoals Tomas op zoek zijn
naar een geloof dat houvast geeft;
maar moeite voelen die stap te zetten,
dat de belijdenis van de heilige Tomas hen bemoedigt.
- Voor mensen die oprecht willen leven
in overgave aan Gods verlangen
en voor hen die daarbij pijn en verdriet niet willen ontkennen;
dat zij op die weg bevestiging mogen vinden
van medemensen om hen heen …
- Voor allen die oprecht leven
vanuit hun geloof of levensovertuiging,
die in doen en laten getuigenis afleggen
van de hoop die in hen leeft
en mogelijke twijfel en cynisme niet de overhand geven;
dat zij met uw hulp onvermoeibaar verder gaan op die weg …
- Voor allen die, door het evangelie geraakt,
het goede nieuws handen en voeten geven
in liefde en solidariteit, zo goed als ze dat kunnen;
dat zij bij hun inzet geïnspireerd mogen blijven …
- Voor uw kerk, hier en over de gehele wereld,
voor allen die zich geroepen weten
tot het priesterschap en het religieuze leven;
die verlangen te leven in de geest van Jezus, uw Zoon;
dat er voldoende ruimte mag zijn
om elkaar te inspireren en te stimuleren
tot bereidheid om zo ook medemensen
nabij te zijn in Jezus’ Naam …
C. Heer, luister naar ons bidden,
en laat ons in moeilijke tijden vrede vinden
wanneer wij opzien naar Hem
die zich uit liefde voor ons gegeven heeft,
Jezus Christus, onze Heer.