Mc 7, 31-37
Het zou kunnen dat onze eerste reactie op dit verhaal is dat we wellicht aan andere mensen denken die doof zijn voor onze inbreng, voor onze voorstellen of argumenten; of zichzelf maar moeizaam of gebrekkig kunnen uiten. Toch is het beter ónszelf te identificeren met deze mens die doof is en gebrekkig spreekt. Dat is eerlijker.
De ontmoeting van de doofstomme met Jezus vindt plaats in het hart van een heidense streek, waar men de woorden van Mozes, het verhaal van God met de mensen, de taal van de liefde, nog niet kent.
Communicatie is best ingewikkeld.
Jezus haalt de doofstomme weg uit de menigte. Want anders krijgt hij onvoldoende gelegenheid om zich uit te drukken, omdat hij zo druk omringd is. Hij mist zelfstandigheid als hij zo opgeslokt blijft door zijn omgeving. Die persoonlijke relatie met Jezus blijkt alvast belangrijk.
Maar toch horen wij ook bij een groep. De communicatie met medemensen kan soms wel ingewikkeld zijn en tekortschieten. Neem alleen al het feit dat er verschillende gewoonten in gebruik zijn.
Bijvoorbeeld: in ons land zeg je bij een bezoek: ‘Wat bewoon je een gezellig huis’, en je gastheer/vrouw legt uit waarom het huis zo ook voor hen zo gezellig is. Kom je bv in Engeland en doe je hetzelfde, dan moet jij vertellen waarom je het huis zo gezellig vindt. Voor de appreciatie voor maaltijden is het vaak ook speciaal, bv als je in Japan zou eten. Het zijn eenvoudige voorbeelden van situaties die tot misverstand zouden kunnen leiden.
En er zijn andere meer individuele belemmeringen. Leer in elk geval welwillend luisteren en spreken. Probeer het onderwerp te zien vanuit het gezichtspunt van de ander, vanuit zijn levenservaring en achtergrond.
God heeft alles welgedaan.
Veel mensen rondom ons zijn in nood en verwachten een helpende hand. Het doet soms pijn mensen te zien, die doof blijven voor het goede woord dat wij spreken. Het is vaak lastig om mensen te helpen. Het lijkt boven onze krachten te gaan. De situatie is soms scheefgegroeid.
Wat gedaan? Dan komt het erop aan de zegen van de God de Vader te vragen. Dikwijls is het beter mét God te spreken over de probleemmensen, dan wel met die mensen te discussiëren. Het is God die hen moet aanraken, al kunnen wij wel instrument zijn in Gods hand.
Als dan ons gebed of ons woord, onze hulp of ons voorbeeld ergens een positief resultaat heeft en mensen weer vrijmaakt, dan zullen wij ook dankbaar kunnen zeggen: “Hij (de Heer) heeft het gedaan en … Hij heeft alles welgedaan!”. Het is de uitroep van een dankbaar geloof. In ons leven kunnen moeilijke dagen en perioden voorkomen. Als wij echt geloven zullen we toch vanuit de diepte gaan inzien: de Heer is met mij bezig geweest, ook in die lastige, donkere ogenblikken.
Onderling gesprek blijft een opgave.
Daarom mogen ook wij ons aangesproken weten door Jezus met: “Effata, ga open”? Opengaan voor jezelf, voor God, voor anderen. Dan kun je communiceren in ons soms ingewikkeld bestaan, en een echt gesprek hebben. Maar het onderlinge gesprek kan een opgave blijven. Zeker als je door ouderdom dover geworden bent, al helpen wel hoorapparaatjes.
Maar toch. Iets beluisteren, vragen of meedelen doen we wellicht onvolledig, gebrekkig of op een ongepast moment. Ook horen mensen soms een vraag heel goed, maar het is wel eens het een oor in, het andere uit. Ze gaan er niet op in.
Open en doorzichtig worden betekent niet naïef in het leven staan, je laten doen, toegeven of bedrogen te worden. Neen, ook wanneer je open bent naar anderen toe, blijft de ander toch nog altijd een mysterie. Jij blijft dat ook voor de ander en zelfs voor jezelf. Er is altijd meer van jezelf dan je kunt openbaren. Je groeit en verandert. Dat geldt ook voor de ander. Er blijft gaandeweg iets te verwachten. Te midden van onzekerheid en onverwachte wisselingen, bouw je met anderen een plaats van betrekkelijke zekerheid, van gesprek, van verstaan, van horen en spreken.
Een goddelijk gebaar als doorbraak.
Je kunt zelfs een sessie volgen in spreken en verstaan – dat helpt. Maar iedereen zit zo vast aan verleden, achtergrond, belangen, dat een doorbraak van buiten nodig is. Een bovenmenselijk, goddelijk gebaar. Een woord van Jezus blijkt nodig te zijn: ”Effata, ga open”. Nog heel vaak zal dat woord herhaald moeten worden. Want er zitten soms meerdere sloten op onze deur.
En soms wordt het óns gegeven dat wij tegen een ander óók kunnen zeggen ‘ga open’. Dan geschiedt het wonder van communicatie, eerlijke dialoog, herkenning en samenwerking.
Christelijk kunnen horen en spreken dankzij Jezus, blijft altijd een wonder. Dan gebeurt iets van wat Jesaja beschrijft: er komt zicht, waterstromen splijten de woestijn van ontoegankelijkheid, het verzengde land wordt een waterplas, waar onbegrip is en verlamming, schept de liefde nieuwe taal, nieuw leven. Mogen ook wij dit ervaren.
“Heer laat mij uw instrument zijn.
Ik geef U mijn handen,
mijn mond, mijn verstand, mijn hart.
Werk in mij en door mij”.
VOORBEDEN 4 – 5 september 2021
P. Bidden wij met vertrouwen tot God, schepper en gever van alle leven,
en leggen we Hem alles wat ons ter harte gaat voor :
- Voor alle christengelovigen,
dat zij oog hebben voor de armsten
en hun tonen dat Jezus Christus van hen houdt.
- Voor alle kinderen en jongeren
die een nieuw schooljaar zijn gestart,
dat zij groeien in wijsheid en inzicht;
en voor allen die een taak hebben in opvoeding en onderwijs,
dat ze in en met hun arbeid
ook getuigen van bezieling en enthousiasme.
- Voor allen die ziek zijn en pijn lijden,
dat zij Gods bijstand ervaren
en steun ondervinden van hun medemensen.
- Voor ons allen hier verzameld,
dat wij op onze levensweg mensen ontmoeten
die ons de ogen en het hart openen voor Gods nabijheid.
- Maria, Moeder van God
en Koningin van het gezin,
op uw voorspraak bidden wij tot God :
om gezinnen
waarin opgroeiende kinderen
kansen krijgen om hun roeping
tot priesterschap of religieus leven
te ontdekken en eraan te beantwoorden.
P. God, onze Vader,
open ons voor uw liefde.
Sterk ons vertrouwen
dat Gij met ieder van ons begaan zijt,
nu en tot in eeuwigheid.