OPENINGSWOORD
Geloven is zien met de ogen van het hart.
Het is zich in vertrouwen volledig toewijden aan de Heer Jezus.
Want Hij heeft zó geloofwaardig in zijn persoon
Gods mensenliefde geopenbaard.
Maar gelovigen hebben soms de neiging om te denken:
“O, ik zit goed, geen probleem”.
Het evangelie vandaag zet ons echter weer op onze plaats:
wij zijn er namelijk nog lang niet.
Ja, in het evangelie zit inderdaad een eigenaardige spanning:
Enerzijds is er ruimte voor velen bij God, zonder uitzondering,
maar iedereen wordt wel dringend uitgenodigd
tot een persoonlijk engagement.
Over Gods koninkrijk spreken we daarom in beelden,
zoals dat van de feestmaaltijd in het hemelse Jeruzalem,
waaraan we na onze aardse reis zullen aanzitten.
Deze eucharistie geeft ons daarvan een voorsmaak:
wij zijn de genodigden aan de maaltijd van de Heer;
met zijn Woord zal Hij ons hier ook onderrichten.
Moge onze dankbaarheid daarvoor doorklinken in ons gebed.
KYRIE-LITANIE
Heer, omdat gij onze liefde kunt voeden,
Heer, ontferm U over ons.
Christus, omdat uw pad soms moeilijk begaanbaar is,
Christus, ontferm U over ons.
Heer, omdat wij door U gered willen worden,
Heer, ontferm U over ons.
V. Moge de goede Vader zich over ons ontfermen,
onze zonden vergeven
en ons samen met alle volkeren
geleiden op de weg naar zijn hemels Rijk.
HOMILIE
Lc. 13,22-30 – 2022
De parabel van de gesloten deur
Altijd hebben mensen elkaar opgedeeld in goeden en slechten, in sterken en zwakken, in heersers en onderdanen. Het natuurlijke onderscheid in ras, taal en afkomst is dikwijls de aanleiding geweest om groepen uit te sluiten; of te bevoordeligen. Te midden van een dergelijke maatschappelijke context leeft en predikt Jezus. De joodse gemeenschap is zeer elitair uitgebouwd. Enkel zij die de Wet in al haar details naleven, worden aanzien als volwaardige leden. De anderen worden veroordeeld als zondig en onrein (goim) en horen er bijgevolg niet bij.
Iedereen mag thuiskomen in Gods liefde.
Zullen er weinig gered worden? Die vraag uit het evangelie is dus niet onbelangrijk, ofschoon voor die man de richting waarin het antwoord te vinden is, reeds vastligt. Het aantal ‘geredden’ kan niet anders dan beperkt zijn, aangezien slechts weinigen erin slagen om de Wet volledig na te volgen. Daartegenover staat de boodschap over het Koninkrijk, die het perspectief opent op een universele mensengemeenschap, waarin àlle volkeren uit het oosten, het westen, het noorden en het zuiden thuishoren.
Die vraag uit het evangelie krijgt geen onmiddellijk antwoord. Ze wordt evenwel gesteld aan Jezus die elders in het evangelie van zichzelf zegt: “Ik ben de deur. Wie door Mij binnengaat, zal worden gered” (Joh. 10,9). Zijn voorbeeld van liefde en vergevingsgezindheid is inderdaad prachtig. Hij leeft mee met elke mens. Zijn vertrouwen in God, zijn Vader is sterk. Wie durft betwijfelen dat Hij toegang verleent naar het geluk?
Toch is dit slechts één facet van het hele Christusgebeuren. De nauwe poort of deur uit het evangelie verwijst naar Zijn komend lijden en sterven, naar de zelfgave die aan elk beminnen verbonden is, naar de moeilijkheden die een gelovig engagement kunnen teweegbrengen.
De tweede lezing uit de brief aan de Hebreeën kan in die zin vreemd overkomen, alsof God iemand met opzet beproeft. Anderzijds behoort het tot de ervaring van mensen, dat pijnlijke situaties vruchtbaar kunnen zijn. Zo schrijft recent een dame van 34 jaar:
“Ik kwam mezelf tegen in mijn drang naar persoonlijk presteren”.
“Als twintigjarige verlangde ik graag professor te worden als doctor in de psychologie. Mijn focus lag op wetenschappelijk presteren en intelligentie, maar ik kwam mezelf tegen in de weg daarnaartoe. Ik zat op een eiland, ik miste verbinding. Nu zie ik beter in dat mijn relaties goede sporen achterlaten, die je als mens gelaagder maken. En soms moet je zelfs iemand die je dierbaar is daarbij loslaten, als dit soms plots eindigt. Afscheid nemen door de dood, maar ook omdat mensen andere keuzes maken en paden kiezen waar je niet kan volgen. Ook dàt doet je groeien.
De grootste verandering bij mezelf is dat er naast wetenschappelijkheid nu ruimte is gekomen voor spiritualiteit. Bij mij is dat dan, niet meer uitgaan van de idee: “Pas als je het ziet, mag je vertrouwen hebben”. Nee, nu wil ik nieuwe ontmoetingen starten met de open idee dat de mens goed is”. Zoals bv auteur Rutger Bregman het aantoonde in zijn boek: “De meeste mensen deugen”.
Ja, soms word je, doorheen een gemis, dankbaar om het vele dat je hebt en krijgt. Soms kom je God op het spoor in momenten dat je meent zijn afwezigheid te moeten vaststellen. Het lijden is echter géén noodzakelijke voorwaarde om in Hem te kunnen geloven. Verdriet hóéft niet en waar het kan, dient het zoveel mogelijk weggenomen of mee-gedragen te worden.
Anderzijds zou het oneerlijk zijn te beweren dat het geluk zomaar voor het grijpen ligt en het christen-zijn géén consequenties met zich meebrengt. Het is een nauwe deur, die toegang verleent tot het huis van God, de Vader.
Nederige inzet om God en mensen te promoveren.
De man uit het evangelie is allereerst bekommerd om zichzelf. Zijn ‘persoonlijke’ redding interesseert hem meer dan het totale aantal. Het antwoord dat hij krijgt, speelt hierop in. Hij dient zich tot het uiterste in te spannen. Doet hij het niet, dan loopt hij het risico voor een gesloten deur te staan. Je hebt de indruk dat Jezus hier de taal van de Farizeeën spreekt. Ook zij zijn ervan overtuigd dat de mens zélf zijn ‘redding’ bewerkt, alleen verschillen zij grondig in mening over de manier waarop dit gebeurt. Tegenover de individualistische strikte naleving van de Wet plaatst het evangelie het nederig doen van gerechtigheid, de inzet, de eerlijke inspanning om God en de mensen tot hun volle recht te laten komen.
Het diepe geluk van ons geloof, het “voor altijd bij de Heer zijn” zoals Paulus de hemel voorstelt (1 Thess. 4,18), vraagt van onze kant dus inzet, gegevenheid, medewerking, bekering een leven lang. Om de Heer toe te behoren, volstaat het niet de H. Eucharistieviering bij te wonen (“in uw tegenwoordigheid hebben wij gegeten en gedronken”) of veel homilieën te beluisteren (“in onze straten hebt Gij onderricht gegeven”) of veel gebedssamenkomsten bij te wonen. Wij kunnen onszelf daarbij zo belangrijk achten. We voelen ons wellicht subtiel beter dan anderen. Dat volstaat dus niet, zegt Jezus.
Blaas jezelf niet op!
De deur van de hemel blijft smal: ze is ontoegankelijk voor wie zich graag dik maakt of zichzelf opblaast, voor wie te zwaar beladen is, voor wie blind is voor de nood van anderen. Alleen kinderen (d.w.z. eenvoudigen van hart) geraken binnen. Alleen zij die Jezus van harte, vertrouwvol (= met geloof) aanvaarden, zullen aanzitten aan het gastmaal van het Rijk Gods. Dit geloof zal moeten waargemaakt worden. “Op de avond van ons leven zullen we geoordeeld worden naar onze Iiefde”, vindt ook de kerkleraar Johannes van het Kruis.
De gesloten deur uit de parabel heeft God in al zijn liefde wijd opengezet. De nauwe toegang heeft Hij verbreed met een eindeloze barmhartigheid. Daarom mogen wij ons aan Hem toevertrouwen. Hij zal ons redden en ons laten aanzitten in Zijn Koninkrijk, als we eerlijk blijven proberen om een goede christen te zijn in de erkenning van onze nood aan verlossing.
VOORBEDEN 20-21 augustus 2022
V. God heeft ons lief zoals een vader zijn kinderen.
Daarom durven we Hem vol vertrouwen vragen:
- voor wie leven met angst of gebukt gaan onder schuldgevoelens
en voor wie uitgeblust of ontmoedigd zijn;
dat ze geraakt worden door het vuur van Gods Geest;
dat zij mogen ervaren dat bij U veel ruimte is;
dat ze zich bij ons veilig en geaccepteerd mogen weten…
- voor vluchtelingen die verlangen naar veiligheid en rust;
dat voor hen een deur mag opengaan…
- voor wie zich geroepen weten
om Jezus van nabij te volgen als priester of kloosterling;
dat zij hun gaven inzetten
en de juiste keuzes durven te maken…
- voor allen die verantwoordelijkheid dragen
in de opvoeding, het onderwijs, de zorg voor ouderen;
dat ze moedig en onbaatzuchtig hun taak blijven vervullen…
- voor onszelf, dat we in het ook vele goede dat rondom ons gebeurt
een teken zien van het komend Rijk.
V. Heer God, sterk ons met uw Geest om Jezus te blijven volgen.
Laat ons eenmaal de volle vrede smaken van uw Rijk.
Door Christus onze Heer.