+
Broeders en zusters,
We zijn deze Paaswake begonnen met het wijden van vuur. Vuur is in de Schrift een krachtig symbool: Vuur kan mensen verteren lezen we in 2 Koningen 1:10, maar vuur kan ook louteren, de nacht verlichten en de weg. En … de paasschittering verlicht deze heilige nacht. De Kerk viert feest en is vol van vreugde. Daarom hebben we de paaskaars met een lofzang bejubeld, want “deze nacht heeft, over geheel de wereld, hen die in Christus geloven geheiligd”. De paaskaars is daar het stralende teken van.
In de eerste lezing vannacht hoorden we hoe God zijn volk bevrijdt uit de slavernij in Egypte. Hoe Hij bij hen is in de wolkkolom en in de vuurzuil. Nadien hoorden we bij Ezechiël hoe datzelfde volk God ontrouw wordt en hoe God hen zal besprenkelen met zuiver water. Hij belooft hen een nieuw hart te geven en een nieuwe geest.
Over dat zuiverende water, het water van ons doopsel sprak ook de Romeinenbrief: “In het doopsel zijn wij één geworden met Christus Jezus. Delen we in zijn sterven en verrijzen”. En Christus … leeft in God. In deze paasnacht krijg je, vanuit de jubelende liturgie, een opdracht mee: je moet een nieuw bestaan leiden ! Ook daarvan is de paaskaars het teken.
Er is nog een schitterend symbool van de overwinning van Christus op kwaad, op duisternis en dood. Het is een fresco in een zijkapel van de Chora kerk in Istanbul: de Anastasis. We zien er Christus die net de poorten van de onderwereld heeft opengebroken. Hij staat in het midden en trekt Adam en Eva uit hun graf. Adam en Eva staan symbool voor alle mensen. Jezus neemt hen bij hun pols en trekt hen uit de dood, mee de hoogte in, naar het volle leven bij God.
De evangelist Marcus schildert ons dat op zijn manier in het evangelieverhaal van vannacht. De vrouwen vinden het lege graf en een jongeman zegt hun: “Jezus, de gekruisigde, is niet hier. Hij is verrezen … in Galilea zult ge Hem zien”.
Deze verkondiging volgt op een dag van stilte: stille zaterdag. De voorbije dag hebben we bij het graf van de Heer zijn lijden en sterven herdacht. En meer nog, we hebben hoopvol uitgezien naar de verrijzenis. We gedenken dat Jezus in het dodenrijk is afgedaald, dat Hij met ons mensen solidair is geworden tot in het duistere ongekende van de dood. Zo werd de aarde “stil van ontzag”, heb ik vandaag met psalm 76 gebeden.
De Kerk op Stille Zaterdag is een gemeenschap van stilte en rust. Om iets van de verrijzenis te kunnen proeven moet je door die stilte gegaan zijn … eenvoudig wakend bij de Koning die slaapt.
Een christen mens moet zijn zoals de vrouwen in het Evangelie: anders dan de mannen die Jezus in de steek lieten, zijn zij niet gevlucht. Ze volgden Jezus op zijn kruisweg; ze stonden onder zijn kruis en zij gaan als eerste naar het graf. Die mannen, ja zelfs die vrouwen vinden Hem niet. Ze moeten, zoals Paulus schrijft eerst “ontwaken uit de slaap, opstaan uit hun eigen dood en dan zal Christus over hen stralen”. Dat is pure genade.
Dat geloof in de verrijzenis ontvangen we, het is een geschenk van God!
Een geschenk bekijk je niet met opgestroopte mouwen, maar met voorzichtigheid. Zo moeten we ook met ons verrijzenisgeloof omgaan: voorzichtig. Enkel een “gewond geloof”, een geloof waaraan de littekens van de nagels zichtbaar zijn is heilzaam. Ons geloof, dat we straks plechtig zullen bevestigen in de hernieuwing van onze doopbeloften, moet met Jezus door de duisternis van vertwijfeling en kruis gegaan zijn.
Hier moet ik denken aan de voorlaatste statie van de kruisweg: de Pietà. De Moeder Gods met het dode lichaam van haar Zoon op haar schoot. Hoe vele mensen hebben niet hun pijn in de schoot van deze scene gelegd en gezocht naar kracht om hun lot aan te kunnen. De bij het graf van Jezus wakende christen mens van Stille Zaterdag, legt alle gekende en ongekende leed en miserie van mensen, mee in de schoot van Maria met haar dode Zoon. Samen met de Moeder van Smarten dragen we dit leed van de schaduw van Calvarie naar het schemer van de paasmorgen.
Wil je de Messias vinden, wil je de Verrezen Heer vinden…ga dan op zoek naar wie niet bezig is de eigen wonden te verbinden, maar kijk uit naar die Ene die eerst de wonden van alle anderen verzorgt. Dat is de Messias!
“Wat je aan een van deze mensen hebt gedaan, dat heb je aan Mij gedaan”…is de duidelijke boodschap van Jezus.
Laten we het dus niet te ver zoeken. Laten we het niet te moeilijk maken. Het is in de heilige ruimte van eenvoud, kleinheid en broosheid dat het glanzende licht straalt.
Broeders en zusters “dit is de nacht waarvan geschreven staat: Voor u is het donker niet duister, de nacht zo licht als de dag … O waarlijk heilige nacht; hemel en aarde worden één, God en mens ontmoeten elkaar!”
Christus de Heer, Hij is opgewekt, Hij gaat ons voor … Hij leeft!
o.a.m.d.g.