+
In de Handelingen van de Apostelen horen we hoe de leerlingen altijd weer in het oude denkpatroon vallen: “Gaat Gij nu voor Israël het koninkrijk herstellen?”
Maar de Verrezen Heer maakt zijn apostelen meteen duidelijk wat ze moeten doen: ‘zijn getuigen zijn in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.’ Dat is hun opdracht. Dat verwacht Jezus nu van zijn leerlingen. Een opdracht die niets met het koninkrijk van Israël te maken heeft, maar alles met het Koninkrijk van God over heel de aarde.
Vorige zondag sprak Jezus over het gebod van de liefde … vandaag horen we hoe de leerlingen dat concreet moeten maken.
“Mannen van Galilea, wat staat ge naar boven te kijken…” We moeten niet in een wereldvreemd gedroom Jezus zoeken ver weg in de hemel boven ons. Integendeel: de Heer, Hij leeft nu bij God, maar Hij is ook heel dicht bij ons.
Vanuit dat besef moeten de volgelingen van Jezus het koninkrijk van vrede en liefde helpen opbouwen. Vandaar de aandacht voor de zieken, voor mensen in nood, het ingaan tegen alle vormen van oorlog en geweld.
En dan gebeurt het: nadat de Heer Jezus hen zo heeft toegesproken wordt Hij ten hemel opgenomen.
Het is tijd dat de leerlingen nu écht hun opdracht opnemen en rondgaan om te prediken en – heel belangrijk- Marcus vermeldt “de Heer werkte met hen mee”.
In het eucharistisch gebed zal ik bidden: “Hij leeft nu bij U, maar toch is Hij ook dicht bij ons”. Wij vieren vandaag dus niet dat Jezus ons verlaten heeft. Wat we vieren is dat Hij ieder van ons een zending heeft gegeven. Die zending is eenvoudig: het ter harte nemen van de levensvisie van Jezus. Zijn gezindheid uitdragen en voorleven opdat vele anderen ook tot geloof zouden komen.
We moeten Jezus dus helemaal niet nastaren bij zijn hemelvaart. Hij is immers geen astronaut op weg naar verre sterren in het immense heelal, nee, Hij is de Zoon van God. Door de Vader naar ons gezonden om onder ons te wonen, en die ons de weg naar de hemel op aarde heeft voorgeleefd. Laten we Hem volgen op die weg, zodat we vol geloof en vol enthousiasme kunnen meebouwen aan Gods Koninkrijk van liefde en vrede op aarde.
Want elke mens heeft het recht het goede nieuws van en over Jezus te horen en te ontvangen. Delen we deze zorg? Op Hemelvaart start de missionaire opdracht.
De missie begon op Hemelvaart en is al twintig eeuwen bezig. Ze is gedragen door vele christenen en door christelijke gemeenschappen en kerken. Een geschiedenis met hoogte en laagte, waar de kerk soms meer gericht was op macht en invloed dan op dienst, te weinig gericht op Jezus. De kerken hebben voortdurend nood om zich te bekeren.
Gelukkig moeten we dit niet op eigen houtje doen, maar we richten ons op de heilige Geest. Na Hemelvaart gaan de leerlingen naar het cenakel om te bidden voor de komst van de Geest. De zending gebeurt in verbondenheid met de Heilige Geest.
Laten we ons op deze Hemelvaartsdag met heel veel christenen naar het cenakel begeven – wellicht in onze eigen binnenkamer en in een beperkte bubbel – om de pinksternoveen te beginnen.
Kom, Heilige Geest. Mogen, we met hem meewerken waar we in het dagelijks leven medemensen ontmoeten en delen in hun vreugde en verdriet.
o.a.m.d.g.