Ze zijn van de eersten die het Jezuskind hebben gezien: Caspar, Melchior en Balthasar. Maar wie zijn ze? Wat voert hen naar de stal en waarom zijn ze tot op vandaag tot onze verbeelding blijven spreken?
We vieren ook op onze dagen met een aantal gebruiken het feest van de Drie Koningen: overal gaan kinderen ‘sterzingen’ voor een goed doel. En de driekoningentaart met koffieboon erin en wie ze in zijn stukje vindt mag de kroon op het hoofd zetten, is ons ook bekend.
De Bijbel spreekt van drie ‘wijzen’ die naar de sterren kijken en plots een heel heldere ster ontdekken. Ze was zo anders dan de hun bekende sterren dat ze het vermoeden krijgen dat deze ster hen wil vertellen dat ‘de koning van de Joden’ is geboren. Ze vermoeden hem in Jeruzalem te vinden en gaan dus op weg naar die stad, om het kind te eren en te zeggen hoeveel vreugde zijn geboorte hen bezorgt. Zo komen ze bij Herodes en stellen hem de vraag: “waar is de nieuw geboren koning van de Joden?” We kennen het verdere verhaal maar al te goed: Herodes wil van die nieuwgeboren koning niets weten, roept zijn geleerden bijeen en die vertellen hem dat de Christus in Bethlehem moet geboren worden. Hij is woedend, maar laat dat de “wijzen uit het Oosten” niet zien. Hij nodigt hen uit het kind te vinden…”opdat ook hij het kan gaan eren”…lees maar direct kan doden.
De schitterende ster brengt hen dan bij een huis in Bethlehem en daar vinden ze Jezus. Ze hebben geschenken mee: goud, want dat is zeer kostbaar; mirre om het kind voor ziekte te beschermen en tenslotte wierook als teken dat God bij Jezus is. De wijzen zien Jezus als ‘Zoon van God’ en met hun geschenken willen ze dat duidelijk maken. Daarna gaan ze niet terug naar koning Herodes, want in een droom waren ze gewaarschuwd om het Kind Jezus te beschermen. Ze nemen gewoon een andere weg.
Alhoewel we niet precies weten wie ze zijn, noemen we deze drie sterrenkundigen al sinds mensenheugnis ‘Koningen’ en ze kregen daarbij ook elk een naam. In Duitsland schrijven de sterzangertjes met krijt op de deurposten waar ze gezongen hebben het jaartal met drie letters: C+M+B… nee, niet naar de drie namen van de sterrenkundigen, maar wel verwijzend naar: ‘Christus Mansionem Benedicat’. Wat betekent: ‘Christus zegene dit huis’. Anders gezegd, het is een wens: Christus zal dit huis door het bezoek van de sterzangers voor ongeluk beschermen. Wat een eenvoudig maar betekenisvol gebeuren!
Het feest van ‘Driekoningen’ wordt vandaag officieel ‘Epifanie… Openbaring van de Heer’ genoemd. Daarmee wil gezegd zijn dat vandaag de hele wereld, door de heilige drie koningen, heeft mogen inzien dat Jezus de Zoon van God is.
Zo brengen die drie mannen ons nog een keer bij het enig belangrijke van het kerstverhaal: dat God mens is geworden . Hoe dikwijls zijn wij niet geneigd om dat te vergeten?
We trachten wel tekenen van God te erkennen in de levenservaring van elke dag, in de cyclus van de jaargetijden, in de vruchtbaarheid van de aarde en in de beweging van de kosmos. God is licht en Hij kan gevonden worden als je Hem met een oprecht hart zoekt. Het verhaal van de wijzen, geleid door een ster, is een geslaagd voorbeeld van een religieuze zoektocht.
Misschien ken je ook wel het toneelstuk van Felix Timmermans: ‘En waar de sterre stille bleef staan”: het ongewone verhaal van de drie armoezaaiers Suskewiet, Pitje Vogel en Schrobberbeeck. Ze hebben genoeg van hun armoede en honger en besluiten om driekoningen te gaan zingen. Met succes, want ze zingen zich rijk. Maar op de terugweg naar hun stamcafé verdwalen ze in het bos en zijn ze onverwacht als de echte drie koningen getuigen van de geboorte van het Kind en schenken ze al hun zuurverdiende giften weg.
De weg van de wijzen in het evangelie leidt tot aanbidding. Het feest van de Openbaring viert het koningschap van Jezus. Hij is koning, al is het in de gestalte van het kleine onbeholpen kind, voor wie herders en wijzen, mensen uit Juda en uit het Oosten knielen.
Wie zullen Jezus ontmoeten? Zij die verlangen en zoeken. Wanneer je niets verlangt, blijf je thuis en houdt het bij jezelf. De wijzen gaan op weg vanuit een diep verlangen. Een teken trekt hun aandacht. Ze zoeken en vragen. Ze komen terecht bij mensen die het antwoord kennen maar er zelf niets mee doen. De raadgevers van koning Herodes kennen de Schriften en vinden het antwoord. Maar ze gaan zelf niet op weg naar Jezus.
Tenslotte: de wijzen vertrokken langs een andere weg. De ontmoeting met Jezus verbetert onze blik, zuivert ons verlangen en beïnvloedt ons handelen. God is zelf mens geworden opdat wij mensen, opdat u en ik, ook terug menselijk zouden worden.
o.a.m.d.g.
Download of print deze homilie als pdf