Homilie Pater Paul De Bois 3 mei 2020 : Vierde Paaszondag A + Roepingenzondag

+

Ik had het geluk, meer dan eens, de catacomben in Rome te kunnen bezoeken. Wat me telkens opviel: de Goede Herder is een veelvuldig voorkomende figuur. Geschilderd op muren, gebeeldhouwd op grafstenen. Het is ook duidelijk wie de Goede Herder is: Christus. Hij draagt een schaapje op zijn schouders, symbool voor ‘de mens’ die Hij gered heeft.
 
Het beeld van de Goede Herder leefde dus heel sterk onder de eerste christenen. Jezus noemt zichzelf een goede herder. Hij noemt zich ook de veilige deur naar de kooi waarin de schapen de nacht doorbrengen. Daar kunnen ze niet gestolen worden en geslacht worden. Die deur werd door één van de herders de hele nacht bewaakt. Andere herders kwamen ’s morgens de schapen dan weer veilig ophalen. Dat beeld heeft Jezus voor ogen wanneer Hij zichzelf een goede herder en een veilige deur noemt voor de schapen én de herders.
 
Die deur is Hij ook voor ons. Dat is goed, want er zijn zoveel deuren in ons leven. Deuren waarlangs we gaan om ons leven gestalte te geven.
 
De weg naar onze relaties…vaak een vreugdevolle weg, maar bij momenten ook best moeilijk. Soms verdwalen we gewoon op die weg.
 
Of de weg van onze activiteiten, ons werk, onze verantwoordelijkheid: zijn we daar door de goede deur gegaan? Of loopt en liep de weg anders dan we hoopten, anders dan we zouden willen.
 
Of de weg van onze keuzes: welke deur hebben we daar gevonden? De deur die alleen maar de weg opent naar bezit, rijkdom, genieten? De weg die enkel rekening houdt met ons eigen voordeel?
 
Of…hebben we de deur genomen die ook andere wegen opent? De weg van de navolging van Christus… De weg die niet alleen rekening houdt met onszelf, maar ook met de anderen, met de zwakke mens in onze samenleving. De weg dus naar aandacht voor elkaar, naar mededeelzaamheid en hartelijkheid. De weg naar goedheid en verbondenheid.
 
Wellicht hebben we allemaal gekozen voor de goede deur, die ons met vallen en opstaan op de weg van Jezus zet.
 
We hebben de deur van het geloof genomen. We hebben de deur genomen die Jezus zelf is. De deur die ons brengt naar een leven in edelmoedigheid en vrede, naar nederigheid en liefde. Niemand kent die weg beter dan Jezus zelf! Hij gaat ons als een goede herder voor op die weg. Een weg die ons dicht bij God brengt…een weg die ons doet beseffen -steeds meer- dat “de levende God ons ziet en dat we in zijn dienst leven” (1 kon 17,1).
 
Jezus is daarbij onze gids die ons behoedt voor dwaalwegen. Hij is ook de gids die ons draagt wanneer we de lasten van het leven voelen drukken op onze schouders. En geen goede herder of hij is bekommerd om het welzijn van zijn schapen.
 
In de eerste lezing kregen we het verhaal over mensen die aangegrepen zijn door de woorden van Petrus over Jezus. Ze zijn zo aangegrepen dat ze Petrus vragen wat ze moeten doen. Ze laten zich dopen, ze willen de weg van Jezus gaan. Dat kunnen ze door de gave van zijn Geest.
 
Toen we gedoopt werden, gevormd en zeker toen we onze professie uitgesproken hebben…dan hebben we gezegd dat ook wij in ons leven in het spoor van de Goede Herder willen stappen.
 
Ik vermoed dat je net als ik daar eerst toch wel goed over hebt nagedacht want die keuze maken is niet vrijblijvend. Het is bovendien niet de keuze van één moment, bij het ontdekken van onze roeping, bij het uitspreken van onze geloften, bij onze wijding. Nee…de Goede Herder tot voorbeeld nemen vraagt van ieder van ons een grote flexibiliteit want het is in de wisselende omstandigheden van het leven dat we Jezus, de Verrezen heer, bewust willen volgen.
 
Broeders…we hebben ongewone weken achter ons liggen…en met zekerheid komen er nog vele weken waarop we de dingen opnieuw zullen moeten bekijken en oriënteren. De gevolgen van de wereldwijde coronacrisis voor onze relaties, voor de economie, de politiek en last but not least voor ons geloof kunnen we vandaag moeilijk inschatten. In ieder geval lees en hoor je overal: gewoon terugkeren naar ‘de normaliteit’ zoals we die kenden zal niet lukken.
 
Voor vele mensen kan dit beangstigend zijn, zal het als een last op hun leven liggen. Jezus heeft zulke mensen a.h.w. op zijn schouders genomen en gedragen tot ze het zelf weer aankonden.
 
Moeten wij christenen, geroepen tot leven in verbondenheid met Jezus, moeten wij religieuzen hier niet echt “met lege handen voor God gaan staan” en hem zeggen: “Voor U, Heer, werd ik geboren…wat wilt Gij met mij doen?”
 
Geroepen tot navolging van Jezus is voor mij op een schitterende wijze verwoord door Wies Moes:

 

Laat mij mijn ziel dragen in het gedrang!
Tussen geringen staan en hun ogen richten
naar boven, waar blinken Uw eeuwige sterren.
Ik wil een snoeier zijn in de wijngaard,
een werkman bij de druivenpersen.

 

Laat mij mijn ziel dragen in het gedrang!
Mijn woord in de mond van stamelaars,
mijn hand voor die liggen langs het pad.
En voor het raam van mijn woning
een vlam in de nacht:
dat wie verdolen mocht
richt zijn schreden
naar het Huis van Toevlucht.

 

Ik zal het wasbekken klaar zetten,
brood en wijn op de tafel –
en het boek geopend
aan de parabel van de Goede Herder.

 

 

Download of print deze homilie als pdf

 

Overzicht van alle homilieën.
Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven