Beste medebroeders,
‘Christus, Koning van het heelal’. Eigenlijk een feest dat mij bij een eerste aanvoelen niet écht zoveel zegt. Ik moet dan steeds terugdenken aan mijn eerste jaren als deken van Berchem. In de kerk van de Verrezen Heer elk jaar opnieuw hét moment van de jeugdbewegingen uit het dekanaat. Nu wel niet meer met vlag en wimpel, maar wel heel pertinent in hun verschillende uniformen aanwezig. Het moet gezegd: het was een goed gevulde kerk op dat moment, met veel jonge mensen. Om nu van te dromen! Maar ik voelde me toch wat ongemakkelijk…het was allemaal wel wat over z’n hoogtepunt in de jaren ’90. Ik merkte op meerdere gezichten van de jonge aanwezigen een zekere verveeldheid tot scepsis toe. De kleinsten wisten niet goed wat hun overkwam. Het triomfalistische dat aan dit feest kleefde was duidelijk aan zijn afgang begonnen. Maar mijn voorganger, de ‘ere-pastoor’ stond er op dat deze traditie in ere werd gehouden … en dus om grotere heibel te vermijden heb ik ‘mijn plicht gedaan’ al was dat niet écht van harte. Het gevolg voor mezelf is dat er aan dit feest een ongemakkelijkheid is blijven kleven.
Zolang ik pastoor geweest ben heb ik wel netjes op elk feest van Christus Koning gepreekt. Ook vandaag heb ik “de eer” dat te mogen doen. De voorbereiding van een preek bij Christus Koning heeft bij mij ook altijd zo iets van een klein ‘spiritueel gevecht’. Mogelijks heeft dit ook te maken met het afronden van een kerkelijk jaar dat ten einde loopt én met de evangelielezing zelf waar de Mensenzoon ons tegemoet komt in heerlijkheid en plaats neemt op de troon van zijn glorie om … recht te spreken.
Elke keer opnieuw maakt dat stukje uit het Evangelie van Matteüs me wat zenuwachtig. Een heel kerkelijk jaar lang hebben we stukje bij stukje geluisterd naar wat Jezus ons voorhoudt. Vandaag dan de conclusie van dat alles in een soort gewetensonderzoek voor ieder van ons. Met de vraag: “Wat heb ik er nu van terecht gebracht van dat grote gebod van Jezus: van die liefde voor God en voor mijn medemens?” Hoe dat gebod concreet moet gemaakt? Jezus somt het ons op in het Evangelie van vandaag.
Bovendien het is heel duidelijk dat de opsomming die Jezus geeft niet enkel geldt voor onze medebroeders en zusters, onze families, vrienden en bekenden … Jezus verwacht van ons liefde voor elke mens, wie die mens ook is! Ook voor wie ik niet kan uitstaan, voor wie me gekwetst heeft, voor wie ik niet ken. Het gaat om iedereen en de beeldspraak van Jezus laat aan duidelijkheid niets te wensen over: de liefde die we hebben opgebracht hebben we aan Hem gegeven. De liefde die we niet konden opbrengen hebben we ook Jezus niet gegeven.
Op het retabel “Het Lam Gods” zien we Jezus als koning op de troon met kroon en scepter… maar helemaal centraal wordt Hij ook afgebeeld als het Lam dat zijn leven heeft gegeven. Ook de lezingen bij dit feest brengen ons teksten die verwijzen naar God als zorgende herder en Jezus die in elke mens midden onder ons is, in de arme en de kansloze het eerst.
Christus, de Koning, spreekt ons niet over macht en aanzien … Hij verwijst ons naar de werken van barmhartigheid. Hij wijst ons naar de liefde. Die goede werken, die liefde wijst ons de weg naar verbondenheid met alle mensen. Het gaat er niet enkel om voor de mensen te zorgen, maar om Hém te zien en te voelen in die lijdende mensen.
We vieren vandaag Christus als Koning van het heelal omdat Hij voor niets anders staat dan liefde, vrede en gerechtigheid. In zijn gebod om net als Hij helemaal voor de liefde te gaan, vraagt Hij ons niets anders dan mee te werken aan de verdere opbouw van ‘het Rijk Gods’ . Het cement daarvoor is de liefde.
We zullen altijd moeten toegeven dat we er nooit helemaal in lukken, dat het niet perfect is zoals we het proberen … maar dat we er voor gaan, er ons best voor doen.
Als we dat écht proberen, dan moet het Evangelie van vandaag ons niet angstig maken. Dan zal het oordeel ook een liefdevol oordeel zijn. Dan kunnen we instemmen met het lied : “Als God ons thuis brengt, dat zal een droom zijn. We zullen zingen, lachen, gelukkig zijn. Dan zegt de wereld: “Hun God doet wonderen”. Ja, Gij doet wonderen, God in ons midden, Gij onze vreugde.