Homilie Pater Paul De Bois 25 oktober 2020 : 30ste zondag door het jaar A

+

Broeders en zusters,
 
We hebben deze zondag echt wel bijzonder mooie lezingen beluisterd. Lezingen die ons recht naar de kern van ons christen-zijn brengen. Christen zijn heeft alles te maken met ‘liefde’. De liefde voor God en voor de mensen rondom ons. Dat is vlug gezegd maar die liefde moet ook heel concreet worden voor mij als karmeliet en ook voor jullie gelovige mensen van vandaag.
 
Over de liefde worden films gemaakt, over de liefde gaan de meeste liedjes … over de liefde gaan gedichten en romans.
 
De liefde waarover de lezingen van deze zondag het hebben gaat over nog zoveel meer. Het gaat over een liefde die ik misschien uit mezelf niet kan opbrengen. Het lukt me alleen wanneer ik Jezus’ woord uit zijn afscheidsrede ter harte neem: “Ik heb hun hart voor U geopend”. Jezus spreekt tot zijn Vader over zijn leerlingen. Maar leerlingen van Jezus zijn we allemaal. Dus … eerst moet Jezus mijn hart mogen openen. Om mijn hart te openen is me de Heilige Geest als metgezel gezonden: de Geest die alles in herinnering brengt.
 
Daarom staat de volgende gedachte centraal in de ‘Leefregel van de Karmel’ : “Dag en nacht waken bij het Woord. Dag en nacht in de wijzing van de Heer je bezinnen en bidden”. Waarom? Om herschapen te worden door de Heilige Geest. Om het vermogen te ontwikkelen om de Geest te ontvangen. Om langzaam, maar zeker, te ontdekken dat ons christen-zijn, dat ons “in de navolging van Christus leven”, zoveel meer is dan het aannemen van een correcte gedragscode.
 
Wanneer Paulus de Thessalonicenzen schrijft wijst hij daar op, dat ze navolgers geworden zijn van de Heer. Dat ze zijn woord hebben aangenomen, dat dat niet vanzelf is gegaan, maar dat het hen toch de vreugde heeft gegeven van de Heilige Geest.
 
Gaan de lezingen van deze zondag over de liefde: de liefde voor God en voor de naaste. “Daaraan hangen heel de Wet en de Profeten”, zegt Jezus tot de Farizeeën. M.a.w. met onze liefde voor God en voor onze medemens is heel ons leven verbonden. Is ons christen-zijn verbonden … zijn onze keuzes in ons leven verbonden.
 
Broeders en zusters, voor de hervormster van de Karmel, Teresa de Jesús, was die liefde voor Jezus Christus het allerbelangrijkste in het leven. Vandaar haar raadgeving: “Je moet dikwijls bij Jezus zijn, je moet Hem zien als je beste Vriend”.
 
Je dicht bij Jezus houden, zal betekenen dat je toch regelmatig in de H.Schrift leest, dat je tijd maakt voor gebed (in eenzame stilte én samen met andere gelovigen), dat we ons hart openen voor de sacramenten. Ja zelfs dat bij alles wat we doen: eten koken, bedden opmaken, kuisen, in de fabriek werken, lesgeven op school … of waar wij mensen onze dagen ook allemaal mee vullen … dat we dat allemaal proberen te doen in een grote verbondenheid met de Heer Jezus. Eigenlijk staat dat al helemaal in het begin van de Bijbel, in het boek Deuteronomium. Daar zegt Mozes ergens tot het volk: “Zorg er dan voor dat je de Heer niet vergeet”. En de eerste christen gemeenschappen namen dat heel uitdrukkelijk over: “In Hem leven wij, bewegen wij en zijn wij”, zo staat het in de Handelingen van de Apostelen.
 
Nog anders gezegd: we moeten leren Jezus graag te zien … en Vooral moeten we leren Hem altijd graag te blijven zien.
 
Mij lukt dat alleen maar met vallen en opstaan. Ik vermoed dat het ook bij jullie zo gaat. Maar dat is helemaal niet erg. We zijn mensen, ik ben niet volmaakt. Ik moet ook niet volmaakt zijn. Wat ik wel moet proberen is open te staan voor de ‘Creator Spiritus’ … open staan voor de H.Geest die steeds weer nieuwe vorm geeft aan mijn hart en aan heel mijn persoon. Zonder de Geest is het onmogelijk gehoorzaam te zijn aan Christus’ onderricht.
 
Geloof me maar, zonder de steeds weer herscheppende kracht van de H.Geest is God en je medemens écht liefhebben onmogelijk.
 
Echt liefhebben kan je maar wanneer je hart is omgevormd naar Gods beeld. Johannes van het Kruis gebruikt om dat te beschrijven een heel sterk beeld. Hij spreekt van een houtblok die in het vuur langzaam vlam vat en wel zo dat na een tijdje je het onderscheid tussen hout en vuur niet meer kan maken. Alles is vlam geworden. Het is ‘de levende vlam van liefde’.
 
Vrienden die vlam van liefde moet in ons hart vuur vatten. En je moet daarbij niet zeggen: “Wacht maar eens, we gaan er een keer tegenaan gaan … we zullen eens laten zien”. Zo gaat het niet. Maar, heb je het alleluia vers gehoord, vlak voor ik je het Evangelie voorlas? Daar hoorden we: “Als iemand Mij liefheeft, zal Hij mijn woord onderhouden; mijn Vader zal hem liefhebben en wij zullen tot hem komen”. Daarom gaat het voor ons christenen: heel voorzichtig, heel broos en bescheiden mogen ervaren dat de Vader en de Zoon bij ons zijn. Dat God ons leven draagt en dat dit beseffen je vreugde geeft, je kracht geeft. Ook als het leven bij momenten best moeilijk kan zijn.
 
Heel dikwijls hebben we er geen idee van wat de genade met ons kan doen. De genade maakt het voor ons mogelijk om grote dingen te doen. De genade maakt het voor u en voor mij mogelijk lief te hebben zoals Jezus. In de eerste plaats ging Jezus’ liefde uit naar zijn Vader. Daarom zocht hij plekken en momenten om alleen te zijn en zijn leven steeds weer te oriënteren op en te verbinden met zijn Vader. Maar vanuit die liefde groeide bij Jezus ook een liefde zonder voorwaarden, voor elke mens … wie die mens ook was. De genade maakt het voor u en voor mij mogelijk om ons leven te verbinden aan Jezus, aan de Vader, aan de H.Geest. De genade maakt ons hart ook ruim, laat er vrede, lieflijkheid en vreugde in binnenstromen.
 
Vanuit die kracht zijn wij mensen tot grootse dingen in staat: we kunnen liefhebben en voor elkaar zo goed zijn als God.
 
Vrienden, in deze aparte en voor vele mensen heel moeilijke periode van pandemie, met alles wat dit aan angst, onzekerheid, vertwijfeling kan meebrengen is “liefhebben zoals Jezus” zo belangrijk.
 
We zijn geen christen mens omdat we een hele serie van voorschriften en gebruiken vervullen. We zijn nog geen christenen als we “onze christelijke plicht vervullen”. Ik ben lang nog geen echte karmeliet omdat ik trouw de dagorde navolg en de kloosterlijke regeltjes respecteer.
 
Nee, toen we bij ons vormsel, plechtige professie of wijding, gezalfd werden met het zegel van Gods Geest, zijn we gezalfd om lief te hebben: gezalfd om God lief te hebben, gezalfd om de mensen lief te hebben. Voor die liefde, zegt Jezus, moet je heel je hart, heel je ziel en geheel je verstand openen.
 
In het boek ‘Serafim van Sarov’ las ik het volgende: “Op het altaar van je hart moet je de vlam brandend houden … Die vlam zal voor ons schijnen als een stralend baken van licht … we zullen er troost in putten en Christus zal zich verblijden”.
 
o.a.m.d.g.

 

deze homilie als pdf

Overzicht van alle homilieën.
Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven