+
Het hoogfeest van vandaag wordt gevierd op de eerste zondag na 1 januari. We gedenken de Bijbelse gebeurtenis van de wijzen uit het oosten die een opgaande ster zagen en daarop de koning der Joden gingen zoeken. Ze kwamen in Bethlehem en vonden daar Jezus, de pasgeboren koning der Joden. Waarschijnlijk wordt hier gezinspeeld op het visioen van Bileam, de ziener in Moab die een ster uit Jacob zag opkomen (Numeri 24:17). Ook de eerste lezing vandaag, uit de profeet Jesaja, spreekt een gelijkaardige taal.
De Openbaring van de Heer is het eerste van drie feesten, samen met de Doop van de Heer en de Opdracht van de Heer in de tempel (2 februari), die thuishoren in de Kerstkring, de tijd van Jezus’ kindertijd en jonge jaren.
Het feest ontstond in de vierde eeuw in het oosters christendom en was oorspronkelijk bedoeld om de verschijning van de mensgeworden Zoon van God op aarde te vieren (ἐπιφάνεια, epiphaneia is Grieks voor ‘verschijning’). Daarbij werden de tekenen van Jezus’ goddelijkheid herdacht: de geboorte uit de Maagd Maria, het bezoek en de aanbidding van de Wijzen uit het Oosten, gebeurtenissen uit Jezus’ jeugd en de doop door Johannes de Doper.
De Kerk van de Latijnse ritus vierde de geboorte van Jezus echter steeds op 25 december. Met de overname van het feest van de epifanie op 6 januari door de Latijnse Kerk werd daarom alleen de aanbidding der wijzen herdacht, waarmee de bekendmaking van Christus aan de wereld wordt gevierd.
Nergens vermeldt de evangelist Matteüs in zijn geboorteverhaal dat er precies drie Wijzen of Koningen zijn; Matteüs 2:1-18 vermeldt wel het verhaal van de Wijzen die het Kerstkind kwamen bezoeken. In de latere kerstverhalen zijn er drie van gemaakt, wellicht omdat de Wijzen drie geschenken aanbieden: goud, wierook en mirre De Wijzen zijn in de volksverhalen koningen geworden omdat de tekst van Matteüs doet denken aan Jesaja 60,3.6: “Volkeren komen naar uw licht, koningen naar de glans van uw dageraad. ….. Een vloed van kamelen zal u overdekken, dromedarissen van Midjan en Efa; alle bewoners komen uit Seba, met goud en wierook beladen.” Onder invloed van deze tekst zijn de Wijzen koningen geworden, die reisden per kameel.
Mattheus geeft de drie mannen geen naam. De traditie heeft van hen koningen gemaakt. De gaven die ze meehadden maakten indruk: goud, wierook en mirre. Goud kan symbool zijn van de liefde, waarmee ze zich op weg begaven; wierook het symbool van hun eerbied voor het goddelijke. Mirre staat voor het lijden en de smarten die bij het zoeken horen.
Schilders hebben die magiërs bekleed met koninklijke mantels. Hun heerlijke en imposante doeken over deze taferelen dragen meestal als titel “ De aanbidding van de wijzen”. Ze bedoelen de aanbidding van het kind door de wijzen. Ze waren wijze mensen, die in deemoed konden knielen en aanbidden.
In Ravenna is waarschijnlijk de oudste afbeelding van de drie Wijzen/Koningen te vinden. Op een mozaik uit de 6e eeuw staan de drie met naam Caspar, Melchior en Balthasar afgebeeld, drie kleurlingen uit het oosten.
Eerst zijn de zogenaamde relieken van de drie Koningen via keizerin Helena in Constantinopel en vanaf de 4e eeuw in de dom van Milaan terechtgekomen. Vandaag rusten ze in de dom van Keulen.
Maar wat wil dit hoogfeest ons nu eigenlijk duidelijk maken?
Ik denk dat die Koningen/Wijzen symbool staan voor vele zoekende mensen. En wat zoeken wij mensen? In de eerste plaats een beetje geluk. Voor sommigen bestaat dat uit rijkdom en comfort, voor anderen in een avontuurlijk leven. Anderen zoeken hun geluk meer bij de medemens. Hun inzet voor mensen via beroep, vrijwilligerswerk, ontwikkelingshulp … Dan moet je, zoals die Koningen, zekerheden durven loslaten en op weg gaan.
Ook de drie Koningen trokken samen naar Jerusalem en Betlehem. Ze hebben steun aan elkaar. Zo is ook geloven: het is niet alleen een persoonlijke relatie met God, maar ook een gemeenschap. Vandaag zeggen heel wat mensen: “Ik ben christen, maar daarom moet ik niet naar de kerk gaan.” Ik denk dat ze zich vergissen. Jezus deed alles in gemeenschap met zijn apostelen, met de kring van zijn volgelingen … moeten wij dan anders doen? Het samen luisteren naar Gods Woord, het samen vieren; het mag niet verloren gaan. Als er geen gemeenschap meer is dan verschrompelt geloven heel snel tot een vage verwijzing ‘naar iets’ in plaats van naar Iemand. Het oprecht zoeken in trouw gaat dan vlug verloren.
Mij leren de drie Koningen bovendien dat we niet te vlug mogen opgeven. Als de ster boven Jeruzalem verdwijnt, vragen ze zolang in het rond tot ze weten waar ze moeten zijn. Ze zijn trouw aan hun doel … Jezus vinden. Wanneer ze Hem gevonden hebben, zijn ze andere mensen geworden. Dat wordt gesymboliseerd door de andere weg die ze nemen om naar huis te gaan. Ze bewandelen letterlijk nieuwe wegen.
De ontmoeting met Jezus heeft hun ogen geopend voor het feit dat God zich niet in rijkdom en macht met de mens verbonden heeft, maar in liefde, vrede, nederigheid en trouw.
Broeders en zusters, het nieuwe jaar is nauwelijks een dag oud. We kunnen elkaar dus nog van harte het beste wensen. Wel, ik zou ons allen willen toewensen dat in dit nieuwe jaar Gods wegen voor ons even wonderbaar zouden zijn als ze dat waren voor de drie Wijzen. Zij zochten en vonden omdat ze in hun ster bleven geloven, ook toen die verdwenen leek in de duisternis van Jeruzalem. Ze gaven niet op, ze bleven trouw aan hun droom: Jezus vinden en ontmoeten en andere mensen worden. Dat wens ik ook óns allen toe: dat we Jezus zouden ontmoeten. Ik denk dan niet aan mirakels of zo, wel aan liefde en geloof, trouw en vrede en ook doorzetten als alles tegen lijkt te zitten.
Is dat niet precies “gelukkig zijn”: leven in liefde en geloof, trouw, vrede en doorzettingsvermogen?
o.a.m.d.g.