Homilie Pater Paul De Bois 2 oktober 2022 : 27ste zondag door het jaar C

+
Ik zie het bijna letterlijk voor mijn ogen gebeuren. De leerlingen gaan mee op tocht naar Jeruzalem en bij elke halte krijgen ze een zwaar sermoen te horen: om echt leerling te zijn moet je dit en moet je dat. Ze worden er bang van. Ze voelen zich zo klein, zo machteloos. Het gaat hun allemaal te boven. Hun armen zijn te kort, hun hart te traag en hun geest te gesloten. Het Rijk Gods is niet goedkoop.
 
Daarop volgt dan de gelijkenis met iets wat ook klein is, met een mosterdzaadje. Dat is micro-zaad met macro-groeikracht. Dat wisten de boeren en tuinders toen allemaal. Er zijn kleine zaadjes met kleine vruchten en planten maar er zijn ook kleine zaadjes met grote wasdom. Zo was het bekende mosterdzaadje.
 
De kleine weg.
 
De betekenis ligt dan ook voor de hand: je moet niet groot en sterk zijn om grote en sterke dingen te doen. Als je klein bent, is het niet hopeloos. Dan kan je nog dienstbaar zijn voor het Rijk Gods.
 
Maar als je bang wordt van je eigen kleinheid, dan groeit er niets want angst is steriel. Een slechte raadgever, een misleidende, dodende prikkel. Maar de mens die zijn kleinheid erkent, is daardoor niet verlamd. Hij leert het zaad te zaaien en gelooft, dat het altijd ergens goed voor is. Want liefhebben heeft altijd zin! 
 
Gisteren vierden we het feest van Thérèse van Lisieux. Teresia’s levensverhaal kenmerkt zich door grote eenvoud en onopvallendheid. Toen ze ontdekte dat geloof geen verdienste is maar genade, vond ze haar ‘kleine weg”. Dat was een weg naar heiligheid die voor iedereen open lag: de realiteit van de eigen zwakheid aanvaarden en zichzelf als instrument aan God aanbieden. Nederigheid werd Teresia’s levensopdracht.
 
Aan zulk geloof waren de leerlingen blijkbaar nog niet toe.
 
Habakuk roept en luistert.
 
In de eerste lezing, die uit het wat minder gekende boek Habakuk komt horen we een man die aan het bidden en het is het gebed van iemand die dik in de miserie zit en het allemaal niet zo goed meer begrijpt.
“Hoelang moet ik nog roepen Heer, terwijl Gij maar niet luistert, hoelang moet ik de hemel nog geweld aandoen terwijl Gij maar geen uitkomst brengt? Waarom laat gij mij onrecht lijden en ziet U de ellende maar aan? Waarom moet ik leven te midden van geweld en onderdrukking, en waarom rijst er twist en moet men lijden onder tweedracht?”
Een hele reeks ontgoochelde waaroms, zelfs vandaag nog herkenbaar, want vandaag is Habakuk heel goed te herkennen.

 
Maar de profeet Habakuk is ook iemand die luistert, iemand die oor heeft voor het woord van God.
 
En God spreekt: “Schrijf het visioen op, zodat men het vlot kan lezen. En het visioen hunkert naar zijn vervulling en vertelt geen leugen. Al blijft het uit, geef het wachten niet op, want komen doet het beslist en het komt niet te laat. M.a.w. hopen is misschien al een stuk geloven.
 
Het vertrouwen waartoe Paulus oproept.
 
Bij Paulus horen we vandaag dan weer dat we moeten vertrouwen en om meer geloof moeten bidden.
 
Dat is ook rapper gezegd dan gedaan. We leven in een tijd waarin onze kerken ’s zondags even leeg zijn als ze vroeger in de week waren, waarin God en geloof worden afgedaan als iets van vroeger, iets van toen we nog niet beter wisten … Heer, geef ons meer geloof.
 
We leven in een tijd waarin ons geloof op de proef wordt gesteld, we ons misschien afvragen waar we mee bezig zijn en of het nog wel de moeite loont …
 
Geloven … het is nooit af, het vraagt inzet.
 
De leerlingen stellen daarom aan Jezus uitdrukkelijk de vraag: “Geef ons meer geloof”. Schenk ons meer geloof, dit is geen vraag om het geloofsboek dikker te maken en er meer geloofspunten in te steken. Het is de vraag om vertrouwen, dat dit mag groeien en blijven.
 
Het is de vraag om de kracht om te doen wat het geloof vraagt.
 
Jezus geeft aan dat een klein geloof en een beetje vertrouwen kracht bezitten. 
 
 

Lead, Kindly Light
 

Leid, vriendelijk licht, te midden ’t duister dat me omringt,
Leid gij mij voort!
De nacht is donker, en ik ben ver van huis –
Leid gij mij voort!
Richt Gij mijn voet; ik vraag niet om te zien
De verre einder – één stap is mij genoeg.
 

Ik was niet altijd zo, noch bad ik dat Gij
Mij voort zoudt leiden;
Ik verkoos mijn eigen weg te banen en te zien, maar nu
Leid gij mij voort!
Ik verkoos het felle daglicht en, alle vrees ten spijt,
De hoogmoed beheerste mijn wil: herinner U niet voorbije jaren.
 

Zo lang heeft uw macht mij gezegend, ze zal me zeker
Verder leiden!
Door heide en ven en over rots en vloed, totdat
De nacht is heengegaan;
En met de morgen ’t gelaat der engelen glimlacht
Die ik sinds lang heb liefgehad, en voor een tijd verloor.
 

(Kardinaal Henry Newman, vertaling Adelbert Denaux)

 

 

Overzicht van alle homilieën.

Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven