Homilie Pater Paul De Bois 15 september 2019 : 24ste zondag door het jaar C

+
Broeders en zusters,

Doorheen de liturgie van deze zondag loopt een rode draad: Gods naam is barmhartigheid. Doorheen de lezingen klinkt ook het verlangen om ‘iets te willen doen’. Wanneer we hier in de kerk zijn samen gekomen om eucharistie te vieren, was het eerste wat we hebben gedaan, stilstaan bij onze onvolmaaktheden, bij onze fouten en tekorten. We beseffen dat we er niet altijd volop voor elkaar zijn; evenmin voor God. Soms hebben we daar spijt over. Gelukkig wil God ons dan helpen om met Hem en met elkaar een nieuw begin te maken.

In de eerste lezing beluisterden we hoe het volk in de woestijn een moeilijke tijd doormaakt. Dat schokt hun geloof en vertrouwen in God…het begint te wankelen. Ze willen daar iets aan doen. Ze maken een afgodsbeeld. Dat maakt God dan weer kwaad op het volk. Daarom gaat Mozes een gesprek aan met God. Hij ontkent niet wat er is gebeurd, hij schiet niet in de verdediging. Hij beseft hoezeer ze allen nood hebben aan Gods ontferming, aan zijn mededogen en goedheid. Het is daarop dat Mozes bij God beroep doet. Wanneer Mozes zo pleit voor zijn volk, dan toont God zich inderdaad als de God die bereid is om te vergeven, die klaar staat om zwakke mensen, maar wel mensen van goede wil, op te vangen en te vergeven wanneer ze van de weg zijn afgedwaald.

In het Evangelie gebeurt iets dergelijks.

Een man keert zich af van zijn wortels, van zijn ouderlijk huis, van zijn vader. Eerst gaat alles goed … maar dan in het diepst van zijn ellende, komt de jongste zoon uit het verhaal van Jezus tot inzicht. “Ik heb verkeerd gedaan”. Tussen de lijnen door kunnen we wel raden dat deze bekentenis hem moeite heeft gekost. Dat is toch ook bij ons zo: durven toegeven “Ik was verkeerd”. Het is niet altijd zo gemakkelijk. Maar de jongste zoon vindt er de moed en de kracht in om terug naar het huis van zijn vader te gaan en zijn spijt te betonen. Hij mist zijn thuis en beseft in zijn miserie pas hoe goed hij het daar had. Hij weet nu maar al te goed dat hij verkeerd heeft gedaan. Hij staat daarom op en gaat! Dat vraagt moed.

Ook van ons vraagt het moed om te bekennen: “Ik heb gezondigd”. Uitkomen voor waar je spijt over hebt. Niet boos blijven wanneer iemand anders in de fout ging. Om echt tot verzoening te komen moet er soms ingebroken worden in je “eigen gesloten wereldje”. De barmhartigheid van de Vader toelaten … vandaag hoorden we dat dit mogelijk is, al is het nooit vanzelfsprekend.

Bekering, besluiten dat je dingen anders wil gaan doen of dat je iets wil goed maken, het is voor iedere mens een opgave, maar ook een gave, een genade die je wordt geschonken. Ineens, met de hulp van Gods genade, worden we de goede kant opgestuurd…komen we zoals die jongste zoon tot inzicht.

God is degene bij uitstek die in ons het verlangen naar herstel, naar verzoening wakker houdt. Hij wacht geduldig tot wij er klaar voor zijn.

Jezus spreekt in zijn parabel niet uitdrukkelijk over God, wel spreekt Hij over een vader en twee zonen. Jezus tekent de vader uit als een man die klaar staat, die zijn zoon verwacht. Zo is de vader beeld van hoe Jezus God ziet: Hij staat klaar en wacht op ons met zijn liefde, met zijn barmhartigheid.

Ze helpen ons, die oude bijbelverhalen, om er ons aan te herinneren hoe God is: hoe groot en wijd zijn liefde is. Hoe Hij ook ons wil helpen en hoe Hij er van droomt dat wij zelf ook zulke mensen van liefde worden. Dat wij “zo barmhartig zijn als God”…

De weg naar verzoening is niet altijd gemakkelijk, maar met Gods hulp is die weg begaanbaar.

Ik zou het zoveel mensen willen toewensen: dat ze na een moeilijke periode weer thuiskomen bij elkaar, bij zichzelf en bij God. Ik wens het ook onze geloofsgemeenschap toe: dat er geen verdeeldheid onder ons is, dat we goed weten om te gaan met conflicten en dat we voldoende open staan voor de zondaars van onze tijd, in de ruimste zin van het woord. We horen toch dat Jezus juist hen wil bereiken die Gods liefde en ontferming het meest nodig hebben. Soms ben ik dat, soms is dat één van jullie.

Maar weet: aan het eind van de weg van verzoening en bekering is er feest. Het feest dat dan gevierd wordt is van een ongekende intensiteit.

o.a.m.d.g.

Download of print deze homilie als pdf

Overzicht van alle homilieën.

Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven