“Jullie zullen mijn getuigen zijn.”
Ik ben er bijna zeker van dat jullie dit allemaal wel een mooie slogan vinden voor de oktober- missiemaand 2022.
Ik vraag me daarbij wel af: hoe kleuren we die slogan in? Want de slogan die de missiemaand dit jaar meekreeg verwijst naar het allerlaatste gesprek van Jezus met zijn leerlingen. Het is opgetekend in het eerste hoofdstuk van ‘De Handelingen der Apostelen’. Wat betekent die oproep dan: “Jullie zullen mijn getuigen zijn”. Ik ga je nu zelfs een beetje uitdagen en Jezus die woorden rechtstreeks tot jou laten richten: “Jij zult mijn getuige zijn”.
Voel je het verschil? Plots is het geen ‘slogan’ meer maar een directe opdracht van Jezus aan ieder van ons persoonlijk. Hoe ga ik, als karmeliet, zijn getuige zijn? Hoe gaat u als ouder, grootouder, lid van het seculier instituut van de Karmel, als religieuze of gewoon als tastende en zoekende gelovige Jezus’ getuige zijn?
Christus is je leven.
We zijn allemaal gedoopt en in ons doopsel definitief met Jezus Christus verbonden. Ik denk dus dat een eerste aspect van ons “getuigen zijn” is dat je vertelt (“getuigt”) dat Jezus Christus je leven is. Als je door het geloof met Christus verbonden bent, ben je in Christus, dan ben je als een rank in de wijnstok geplant. Dan is het leven van God in je. Je zou kunnen zeggen, dan ben je met Christus opgewekt. Je leven draagt dan het ‘zegel van God’ zegt Johannes van het Kruis. Daarom moet je de dingen zoeken die bij dat hemelse leven passen. Zoek de dingen van boven en leef vanuit je hemelse identiteit.
Christus geeft je de kracht.
In een heel persoonlijke brief aan zijn vriend Timoteüs (de tweede lezing van vandaag) schrijft Paulus dat “de heer hem terzijde heeft gestaan en hem de kracht gegeven heeft voor zijn prediking”. Ook Jezus zelf verwijst bij het laatste gesprek met zijn leerlingen naar de heilige Geest “die over hen zal komen en de leerlingen de kracht zal geven van Hem te getuigen”.
Wanneer je gevormd bent en voor de vormheer stond dan zegde hij bij het zalven van je voorhoofd: “Ontvang het zegel van de heilige Geest, de gave Gods”. Het eerste aspect van “getuigen zijn”: je spreekt vanuit de kracht van de heilige Geest. En die kracht wordt je door God gegeven, ze komt niet uit jezelf.
Dat is voor mij een hele geruststelling én een toetssteen.
Ik verkondig niet mezelf maar Christus.
Een geruststelling, want wanneer ik over mijn geloof spreek, wanneer ik over Jezus Christus spreek dan geeft de heilige Geest me wel de juiste woorden om te spreken. Het Evangelie, de H. Schrift is daarbij altijd het referentiepunt. Getuige zijn van Jezus Christus is niet iedereen míjn gedacht eens eventjes vertellen.
In het evangelie beluisterden we samen een gelijkenis die Jezus vertelt. Het verhaal gaat over een farizeeër en een tollenaar. De farizeeër is de man die nauwgezet de Wet van Mozes onderhoudt. En de tollenaar is de man die zich van God noch gebod iets aantrekt en ook niet al te eerlijk in het leven staat. Het is een wat zwart-wit verhaal waarin Jezus ons iets duidelijk wil maken: wees bescheiden. Blaas jezelf niet op, maar ken je plaats.
Ik kom zo aan een tweede aspect dat ons “getuigen zijn” vorm geeft. Je moet je plaats kennen. Daarom is ons in de Karmel dat vers uit de Elia-cyclus, in het Boek der koningen, zo dierbaar: “God leeft, voor wiens gelaat ik sta”.
Elia wordt getekend als iemand die onder de directe invloed stond van God. Bij al wat hij deed werd hij rechtstreeks bewogen door het spreken van zijn Meester. Die bewogenheid kwam ook bij Elia niet zomaar aanvliegen. Het koste de profeet moeite en tijd en ook voor hem was het een proces van zichzelf loslaten en gaan luisteren naar God. Wellicht heeft dat er mee te maken dat Teresia van Lisieux, karmelietes en slotzuster, patrones van de missies is geworden. Ze heeft haar leven lang in de stilte van haar klooster geprobeerd “naar God te luisteren”. Zo is zij op haar specifieke manier “zijn getuige geworden”.
Spreken is nog geen verkondiging … is nog geen getuige zijn van Christus.
Spreken doen we tegenwoordig gemakkelijk. Iedereen heeft over zowat alles zijn/haar mening. En we vertellen die luid en krachtig. Of we echt op de hoogte zijn van het onderwerp of niet heeft geen belang. Mensen verkondigen hun mening. Klinkt het niet dan botst het maar.
Zo mag het bij ons christenen niet zijn! En hier heeft de boodschap van de karmelspiritualiteit ons écht wel iets mee te geven. De Karmel legt heel sterk het accent op de stilte. Stilte die zo belangrijk is voor ons getuige van Christus zijn. Want in de stilte hoort de profeet Elia Gods spreken. Evengoed hoort de tollenaar uit Jezus verhaal in de stilte van zijn hart Gods woorden van barmhartige liefde. Voldoende lang in de stilte blijven maakt je tot nieuwe mensen. Het maakt je tot een mens naar beeld en gelijkenis van God. De nieuwe mens in je moet groeien naar de gestalte van Christus. Dit gebeurt door een geleidelijke omvorming in Hem.
“Waar houdt Gij U verborgen?”
“Waar houdt Gij U verborgen?”, een vraag die Johannes van het Kruis een leven lang bezig houdt in zijn momenten van stil bij de Heer Jezus zijn. Maar vanuit die vraag ontstaan ook de mooiste gedichten en schrijft hij commentaren die zoveel mensen hebben geholpen om “van Christus” te worden. Zo is ook hij getuige van Christus.
Ik nodig ieder van u daarom uit: ga geregeld in de stilte bij Jezus zitten en zwijg en luister. “De heilige Geest zal over je komen en je zal kracht ontvangen”, zegt Jezus ook tot jou en mij, “en je zal mijn getuige zijn; tot aan de uiteinden van de aarde”.
Ook de Kerk verwacht dat van je: “Wij moeten erop uitgaan om aan allen het leven van Jezus Christus aan te bieden”, schrijft paus Franciscus in Evangelii Gaudium.
Het Tweede Vaticaans Concilie onderlijnt dat het de zending van de Kerk is heel de wereld te verlichten met de boodschap van het evangelie en alle mensen van welk volk, ras en van welke cultuur ook, te verenigen in één Geest” (Gaudium et Spes 92).
o.a.m.d.g.