+
Een wat vreemde benaming voor de laatste zondag van het kerkelijk jaar: “Christus Koning van het heelal”. Als wij aan koningen en koninginnen denken dan verbinden we dat spontaan met glamour. Er zijn mensen die je zowat alles kunnen vertellen over de Europese Koningshuizen. De uitvaart van Koningin Elisabeth II is door miljoenen mensen gevolgd.
‘Vreemde Koning van de Joden’
Elk jaar op de laatste zondag van het kerkelijk jaar viert de Kerk Christus als Koning. Wat het evangelie ons vandaag vertelt heeft geen enkele gelijkenis met waar wij spontaan aan denken wanneer het over een koning gaat. Het evangelie vertelt ons over de kruisdood van Jezus. Het enige wat naar koningschap verwijst is het opschrift op het kruis “Dit is de Koning van de Joden”. Maar ondertussen klinkt de spot van zijn tegenstanders, van de Romeinse soldaten en van een van de moordenaars naast Hem? ‘Als Gij de Messias zijt, de uitverkorene van God, de koning van de Joden, laat dan zien wat Gij kunt en red uzelf”.
Jezus klampt zich echter niet vast aan aardse macht en kunnen … aan aardse denkpatronen.
Christus keert de waarden om.
Zijn koninkrijk is geen rijk met gouden koetsen, paleizen en banketzalen, maar het rijk van armen en geringe mensen, van vervolgden en onderdrukte mensen. Een rijk dat niet gevestigd wordt door de macht van legers en geweld. “Mijn Rijk is niet van deze wereld”, zegt Jezus tegen Pilatus. Het groeit omdat Jezus consequent de weg van geweldloosheid is blijven gaan. Gods Rijk komt aan het licht door de machteloosheid van een stervende aan het kruis.
Gods koninkrijk krijgt gestalte door toedoen van een Lam dat ter slachtbank wordt geleid. “Vreemde Koning van de Joden, die ten spot verheven zijt, vorstelijk hebt Gij gestreden om de vrede tot in alle eeuwigheid”.
Het zachte licht van de dienst.
Christus’ koninklijke heerlijkheid is niet het verblindende licht van de macht, maar het zachte licht van de dienstbaarheid. Door dicht bij Christus te leven hervinden wij mensen onze ‘koninklijke waardigheid’. Jezus is in de wereld gekomen om te getuigen van Gods liefde voor de mens, om aan alle mensen te laten weten dat God hen graag ziet. In die zin heeft Jezus een leven geleefd dat volledig ten dienste staat van de mens. Volgens onze traditie gaat Hij daar in zo ver dat Hij al onze menselijke zwakheden op zich wil nemen, tot en met zijn dood op het kruis.
En zo komt het dat we vandaag op het feest van Christus Koning geen tekst lezen over Jezus op een troon, of aan het hoofd van de troepen tijdens een veldtocht, zelfs niet over Jezus als opperrechter. In plaats daarvan biedt de liturgie ons een tekst aan van een gekruisigde Jezus. Zelfs aan dat kruis is er geen sprake van enige eerbied, integendeel, Hij wordt bespot als een machteloze koning van de Joden, een koning die anderen kan redden maar niet in staat is zichzelf te redden. Maar zelfs in die moeilijke omstandigheden verhaalt het evangelie ons over de grootsheid van deze koning. Hij verweert zich niet, zelfs niet als een van de andere misdadigers die met Hem gekruisigd worden ook met Hem begint te spotten. Jezus heeft niet alleen opgeroepen om geweld nooit te beantwoorden met geweld, hier past Hij het ook toe.
Toekomstgericht gedenken.
We gedenken vandaag niet alleen een gebeuren van meer dan 2000 jaar geleden. Wij verwachten een koninkrijk: de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, waar God alles in allen zal zijn. Een toekomst die reeds begonnen is. Het gaat om een koninkrijk dat een groeiende werkelijkheid is in de diepte van ons hart, in de hachelijke situatie van een aardse Kerk van armen en zondaars.
Nergens noemt Jezus zichzelf ‘Koning’. Enkel wanneer Hij tegenover Pilatus staat zegt Hij: “Koning ben Ik” … maar voegt daar direct aan toe “Maar mijn koninkrijk is niet van deze wereld”. Jezus spreekt wel over “het koninkrijk van God”.
Vandaag vieren we het vooruitzicht dat eens volledig zal vervuld worden wat christenen bidden in het Onzevader: ‘Laat uw koninkrijk komen en uw wil gebeuren op aarde als in de hemel.’ Zo kijken we vooruit, geven uitdrukking aan de hoop dat de gerechtigheid van Gods rijk aan het komen is. We laten ons daarbij niet overmannen door pessimisme over alles wat verkeerd loopt in de wereld.
We vieren de gelovige zekerheid dat het onder mensen aan het groeien is, het rijk van God, op veel plaatsen, onmerkbaar misschien maar onweerstaanbaar, als talrijke mosterdzaadjes, als stukjes gist die deeg doen rijzen.
Christus dringt ons zijn koningschap niet op. Hij biedt het ons aan als een geschenk. We kunnen het weigeren of aanvaarden. Jezus nodigt ons uit de koninklijke weg van zijn kruis te gaan en zo zijn koninkrijk te laten groeien.
Het is aan het groeien overal waar mensen gerechtigheid doen, op welke bescheiden schaal ook, waar vrede wordt gesticht, hoe broos misschien ook, waar vergiffenis wordt gevraagd en gegeven, waar schuld wordt uitgewist en mensen zich met elkaar verzoenen. We geraken niet ontmoedigd als het ons niet altijd lukt. De macht van Gods vergevingsgezindheid is sterker dan alle kwaad.
Dat de gezindheid die was in Christus Jezus dan ook in ons hart mag groeien.
o.a.m.d.g.