Homilie Pater Paul De Bois 7 augustus 2022 : 19de zondag door het jaar C

+
‘Het geloof is een vaste grond van wat wij hopen, het overtuigt ons van de werkelijkheid van onzichtbare dingen.’
 
Ieder van ons weet welke sterke rol hoop speelt in je leven, maar we weten ook dat hoop maar echt sterk kan zijn als we ook geloven dat kan gebeuren wat we hopen.
Wanneer het over hoop gaat moet ik altijd denken aan die mooie tekst van Charles Péguy: “Het kleine meisje hoop”. Ik citeer er even uit:
“Het geloof, zegt God, waar ik het meest van hou,
de liefde waar ik het meest van hou, is de hoop.
Geloof, dat verwondert me niet. Liefde, dat is geen wonder.
Maar de hoop, dat is haast niet te geloven.”
 
We hopen op zoveel en verlangen ook dat ze gebeuren. We hopen op gezondheid, vrede, op vriendschap, op geluk, op goed weer tijdens de vakantie, op regen en op zoveel andere dingen. Meestal weten we niet precies of onze hoop eens werkelijkheid zal worden.
 
‘Houd uw lendenen omgord en de lampen brandend’, zegt Jezus. Hij vertelt het verhaal over de bedienden die wachten op de komst van hun heer, zodat ze onmiddellijk de deur kunnen opendoen wanneer hij aanklopt. En Jezus belooft: Als ze dat doen, zal hij hen aan tafel nodigen en hen bedienen. Dat is een heel mooie, en ook een heel sterke belofte, want een heer die zijn bedienden bedient is toch wel heel uitzonderlijk.
 
Beloven: dat doen ook wij, zelfs aan onszelf. Of je belooft van alles aan je partner, aan je kinderen, aan mensen met wie je omgaat. Dat is niet verkeerd, want dat helpt ons om slechte dingen niet te doen en goede dingen wél te doen. Dat lukt niet altijd, maar het zet ons wel op de goede weg.
 
‘Maak uw schat van die goede dingen’, zegt Jezus, want ‘waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.’ We moeten ons daarom afvragen wat onze schat is. Wat is nu echt zo belangrijk dat we het niet kunnen missen. Als we ons dat grondig afvragen, zullen we wellicht tot onze verbazing merken dat er eigenlijk niet zoveel is dat we echt niet willen missen. Dat we, met andere woorden, waarschijnlijk veel tijd steken in dingen die we niet eens echt belangrijk vinden. Dus hebben we tijd genoeg om te doen wat Jezus zegt: een schat maken van goede dingen, en dat zijn dingen die Hij ons voorhoudt: streven naar liefde, vrede, vreugde voor onszelf en voor onze medemensen. Zeg maar het koninkrijk Gods zoeken. Daar is onze ware schat te vinden. Het is het goddelijke leven waarin God ons elke dag in onze kwetsbaarheid ontvangt.
 
Opnieuw kunnen we hier de woorden van Paulus citeren: ‘Het geloof is een vaste grond van wat wij hopen.’ Het geloof dat God ons nabij is, en dat Hij inzet van ons vraagt, zoals blijkt uit Jezus’ verhaal over de heer en zijn dienaars. Wees dus altijd aandachtig, zegt Jezus, want de Heer ‘komt op het uur waarop gij het niet verwacht.’ Hij kan immers komen in de vraag van mensen in nood. In de pijn van een medemens die zorg nodig heeft. In de armoede van een alleenstaande moeder. In de pijn en het verdriet dat wijzelf onverwacht moeten ondergaan. In ‘de werkelijkheid van onzichtbare dingen’, zoals Paulus zegt. In alles kan Hij komen.
 
Zusters en broeders, misschien klinkt het heel veeleisend in deze tijd, want de vakantie is pas halfweg, en wij willen zeker wat genieten van een zorgeloze tijd. Gelukkig zegt Jezus ook: ‘Wees niet bevreesd, kleine kudde, het heeft uw Vader behaagd aan u het Koninkrijk te schenken.’ Voor dat Koninkrijk vraagt God onze inzet.
 
En dat Koninkrijk, waar Jezus over spreekt, is niets anders dan liefde, vrede en vreugde. Is dat niet de schat waar we allen op hopen, de schat waar ons hart van vol is, of toch zou moeten zijn? Laten we ons dus inzetten om die schat goed te verzorgen. Vakantie is toch ook wat meer tijd maken om je daarrond even te bezinnen.
 
o.a.m.d.g.

 


 

deze homilie als pdf

Overzicht van alle homilieën.

Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven