+
Broeders en zusters … het is jullie zeker ook opgevallen: het gaat in de lezingen van deze zondag duidelijk over ‘schapen en herders’. Een beeld waarmee wij in ons dagelijks leven niet meer zo vertrouwd zijn. Zelf ben ik opgegroeid in een stad en bijna altijd heb ik in een of andere Vlaamse stad gewoond. Daar kom je niet zo vlug schapen en herders tegen. Maar toen ik enkele jaren terug in ons klooster te Brugge woonde was ik ook pastoor in de federatie Damme. En langs de Damse vaart liepen ze …mooie schapen, soms mét de herder, soms stonden ze alleen te grazen.
Wat me altijd opviel wanneer ik die schapen stond te bekijken: de rust die van hen uitging… eens hier grazen, eens daar grazen of wat voor zich uit staan kijken…
Vorige week hoorden we hoe Jezus zijn leerlingen op en soort proefmissie stuurde. Ze vertelden aan Jezus alles wat ze hadden gedaan en hoe ze onderricht gegeven hadden. Het is blijkbaar goed verlopen.
Voor de leerlingen van Jezus was het belangrijkste dat ze stevig verbonden bleven met Jezus. Jezus trok samen met hen langs de wegen van Galilea en ondertussen vormde Hij zijn leerlingen. Het lukte Jezus om even halt te houden met zijn leerlingen. Hij toont zich bezorgd om een goed evenwicht. Na het werk is er tijd voor rust. Na de drukte zoekt hij voor zichzelf en zijn leerlingen een eenzame plek op om alleen te zijn. Hij zelf had al de gewoonte om zich nu en dan terug te trekken en in de eenzaamheid te bidden. Ook dat wil Jezus zijn apostelen leren.
De Joden kenden die afwisseling. Ze lezen er al over in het boek Genesis: “Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. God zegende de zevende dag en verklaarde die dag heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk”.
Op onze dagen lijken mensen meer en meer te kiezen voor een haastig en druk tempo. Alles moet produceren en opbrengen. Zelfs in onze vrije tijd gunnen we ons nauwelijks rust. We hebben allemaal ervaren tijdens deze pandemie dat ons jachtige ritme niet alleen een belasting voor de gezondheid kan zijn. We ontdekten dat het gedwongen stilvallen van het leven moeilijk was. Maar sommige mensen ontdekten opnieuw de weldaad van stilte, van bevrijd zijn van de druk “dit moet nog en dat moet nog”…
Vele mensen voelen zich onwennig waar het echt stil is. Anderen hebben er de waarde van leren kennen. Hier en daar zijn de voorbije jaren ‘stilteplekken’ ontstaan. Het zijn dikwijls plaatsen waar geloofsverdieping in een ontspannen sfeer gebeurt.
We zijn nu midden in de vakantietijd. Mensen reizen opnieuw…aarzelend. Anderen vinden het nog te vroeg. Weet je dat het eigenlijk niet écht veel uitmaakt of je wegtrekt of thuis blijft. Wat er wel toe doet is je door Jezus te laten uitnodigen het stil te maken rondom je. Laat je daarbij meenemen door Jezus zelf. Hij is de goede Herder. Jezus is de herder die de profeet Jeremia (eerste lezing) voor ogen heeft. De herder die de schapen terug naar de weide brengt. “Dan”, zo zegt God de Heer tot de profeet “hoeven ze niet bang of angstig meer te zijn”.
Daar komt nog bij dat de evangelist Marcus niet wereldvreemd is. Hij heeft de uitnodiging van Jezus aan zijn leerlingen om mee naar een eenzame plaats te komen opgetekend. Maar net zo goed noteert hij dat Jezus, de goede Herder, niet veel tijd krijgt om met zijn leerlingen op deze eenzame plaats te blijven. Mensen zoeken Hem zoals altijd op.
Marcus vat de houding van Jezus zo samen: Hij ziet, Hij heeft medelijden en Hij verkondigt.
Jezus heeft aandacht voor de grote menigte. Hij is door hen geraakt. Hij voelt wat hen drijft en wat ze verlangen. Hij heeft medelijden. Jezus beseft dat deze mensen op zoek zijn en inzicht wensen. Daarom zal hij hen uitvoerig onderrichten.
Geen fakenieuws, maar stevig geestelijk voedsel. Jezus kent de geestelijke en de materiële zorgen van deze mensen.
Daar op deze eenzame plek in het late uur zal Jezus deze grote massa voedsel aanreiken. Jezus zorgt voor een feestelijk eten, waar er genoeg is voor iedereen en zelfs nog veel overschot.
Marcus vertelt daarover in de verzen (Mc. 6,35-44) die aansluiten op het evangelie van deze zondag. Hij brengt het verhaal van de wonderbare broodvermenigvuldiging.
De eenzame plaats waar Jezus zich wou terugtrekken krijgt de glans van de feestvreugde op de berg Sion, waar de Heer een feestmaal aanricht. Daar op die berg zal er voor altijd rust, vrede en vreugde zijn (Jes. 25,6-8).
Broeders en zusters … dat is zo ongeveer de preek die ik had voorbereid voor deze zondag. Maar dan kwam het noodweer over ons land en grote delen van Europa. Allemaal hebben we de miserie gezien van mensen die waarschijnlijk alles kwijt zijn geraakt. Er zijn mensen gestorven, anderen nog steeds vermist. Ook de ravage die het water heeft aangericht is nauwelijks te bevatten.
Toch spreken de lezingen die we samen beluisterden over de goede Herder, over begaan zijn met…
We mogen ons hier dit kleine uurtje terugtrekken uit onze gewone bezigheden om bij Jezus te zijn. Om van Hem te leren wat het is ‘elkaars behoeder’ te leren zijn. We noemen ons christenen, naar Jezus de Christus. Ik denk dat we van Hem moeten leren zien wat de nood is van onze medemensen. Ik denk dat we van Hem moeten leren wat medelijden is. Ik denk dat we van Hem moeten leren wat handelen is. We zitten allemaal wat met de vraag: “wat kunnen we doen voor de slachtoffers? Hoe kunnen we hen helpen”. Wie zich dicht bij Jezus houdt leert het wel. “Wat je aan de minsten van de mijnen hebt gedaan, heb je aan Mij gedaan”. Zo eenvoudig is het.