+
Er is een zinnetje uit de eerste lezing dat bij mij is blijven hangen: “Dan kondigt uw koning vrede af onder de volkeren.” Het is een heel kort en eigenlijk vrij duidelijk zinnetje uit de eerste lezing van vandaag. Het zinnetje spreekt van ‘vrede’. Ook de liturgie heeft het daar op verschillende plaatsen over: “Geef ons uw vrede” … “De vrede van de Heer zij met u allen” …
Vrede: een woord om bij weg te dromen. Maar dan verschijnt het beeld van Trump in mijn gedachten. Hij brengt enkel verdeeldheid, roept in het rond en heft het ene na het andere verdrag op zoals het dertig jaar oude wapen- en kernwapenverdrag tussen Rusland en Amerika. Rusland antwoordt met pasmunt. Ik zie beelden van die andere meer en meer gevaarlijke grootmacht China en hoe dat land nu in Hongkong te werk gaat… van mensenrechten en vrije meningsuiting geen sprake. En er is nog zoveel meer. Er zijn de oorlogen in Syrië, Jemen en Libië die al jaren aanslepen. Er zijn de gestoorde heersers in Amerika, Brazilië, Rusland, China, Turkije, Iran, Saoedi-Arabië, Noord-Korea, Venezuela en zoveel andere landen, die niets geven om vrede. Met als gevolg dat er vandaag wereldwijd tachtig miljoen vluchtelingen zijn, en dat nationalisme, racisme, populisme en nog zoveel andere volgelingen van extreem rechts overal opduiken. Deze week nog was er de waarschuwing van minister Geens hierover.
Maar het is niet alleen de wereldvrede die bedreigd wordt, ook de vrede tussen mensen onderling maakt moeilijke tijden door. Zoveel kwetsbare gezinnen breken, gewezen partners haten elkaar dikwijls net niet, burenruzie, dorpsruzies … Ook onze kerkgemeenschap blijft er niet van gespaard. Er zijn zoveel varianten van onvrede. En het is allemaal vrij verontrustend… Je zou er bij momenten de vrede van het hart mee kwijt spelen.
Toch mogen we niet vergeten dat de meerderheid van de mensen het goed met elkaar en met onze wereld menen. Mensen van wie Jezus in het evangelie zegt: ‘Ik loof U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat Gij deze dingen verborgen gehouden hebt voor wijzen en verstandigen, maar ze aan eenvoudige mensen hebt geopenbaard.’ Met die wijzen en verstandigen verwijst Hij naar de hogepriesters, schriftgeleerden en farizeeën die zichzelf te knap en te belangrijk vonden om te luisteren naar zijn woorden van liefde en vrede. Net zoals een aantal machthebbers van vandaag zichzelf te geniaal en te belangrijk vinden om te luisteren naar woorden van liefde en vrede. Dat willen eenvoudige mensen juist wél, want ze zijn helemaal niet op zoek naar macht, uitbuiting en onderdrukking, integendeel. Ik hoop dat we ons daar met zijn allen bij mogen rekenen. Want dan zegt Jezus ook tot u en tot mij: “Kom allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt gaat. Neem mijn juk op en leer van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zal je werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.”
Jezus’ juk heeft niets te maken met de druk en de dwang van de wereld en de maatschappij waarin we leven. De druk en de dwang van enkele gestoorde machthebbers, van het eigen groot gelijk, van racisme, van egoïsme, van macht en noem maar op. Zo is Jezus’ juk echter niet, het is een mantel van liefde en vrede die zich over ons uitspreidt.
Maar om dat te kunnen ervaren moeten we niet koste wat het koste bij de kleine groep zogenaamd knappe, verstandige, machtige mensen willen horen en het luisteren naar anderen verleren. Nee … om Gods mantel van liefde en vrede over ons te voelen moeten we onze kleinmenselijke trots en hooghartigheid juist overwinnen.
Elke avond bidden we in het getijdengebed de lofzang van Maria, haar Magnificat. Al van in het noviciaat is dit voor mij één van de krachtigste gebeden van de dag … Luister maar even mee naar een stuk daaruit: “… Barmhartig is Hij van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen. Hij toont de kracht van zijn arm; slaat trotsen van hart uiteen. Heersers ontneemt Hij hun troon, maar verheft de geringen. Die hongeren overlaadt Hij met gaven, en rijken zendt Hij heen met lege handen. Zijn dienaar Israël heeft Hij zich aangetrokken, gedachtig zijn barmhartigheid voor eeuwig jegens Abraham en zijn geslacht, gelijk Hij had gezegd tot onze vaderen.”
Het is toch een geweldig en krachtig gebed. En een gebed met een oproep, met de zending om “…zo lief als God” te zijn voor elkaar. Dát, mensen, is in de ‘Navolging van Christus’ gaan staan. Het is gehoor geven aan de oproep tot navolging van Jezus’ woorden en daden van liefde en vrede. Wees gerust: die brengen rust en vrede, ook in je eigen hart. Een rust die we na de moeilijke periode die we meemaakten en die nog steeds niet voorbij is in deze vakantietijd best kunnen gebruiken.
Broeders en zusters: moge de Vredevorst naar ons toekomen met zijn vrede.
o.a.m.d.g.