Homilie Pater Paul De Bois 14 december 2020 : Hoogfeest H. Johannes van het Kruis

+

De Heilige Johannes van het Kruis …
 
Eén van onze grootste mystici én bovendien ook kerkleraar … het klinkt naar roem, eer en succes. Maar Johannes van het kruis heeft toch in grote mate tijdens zijn leven verraad en verachting ervaren. Ik denk alleen maar aan zijn maanden van gevangenschap in Toledo of de behandeling die hij van zijn medebroeders in Ubeda kreeg aan het einde van zijn leven.
 
Bovendien stonden de zogenaamde sterren helemaal niet zo gunstig voor de jonge man die opgroeide als halve wees, in armoedige omstandigheden en die tevergeefs een stiel onder de knie probeerde te krijgen. We weten dat hij verpleeghulp werd in een ziekenhuis voor arme mensen en daarnaast ook lessen volgde aan het plaatselijk jezuietencollege. Hij is 21 wanneer hij intreedt bij de Karmelieten , zijn theologiestudies doet en in 1568 priester gewijd wordt. Het brengt hem niet de vervulling van zijn verlangens. Hij is teleurgesteld over de Orde waar hij is ingetreden en denkt er aan de overgang te maken naar de Kartuizers. Maar botst hij op Teresia van Avila. Een religieuze met de nodige overredingskracht; ze kan de jonge pater winnen voor haar Hervorming. Die ontmoeting is het begin van een levenslange geestelijke verwantschap en vriendschap.
 
Het wordt geen gemakkelijke weg. Het verzet tegen de Hervorming groeit en de Inquisitie brengt Johannes in 1577 in een gevangenis in het karmelietenklooster van Toledo. Vernedering en ontbering worden zijn deel.
 
Het is daar in de gevangenschap dat de ontmoeting met God hem naar de hoogste mystieke ervaringen brengt. Hij wordt de man die uit het gebed en in zijn zoeken naar God een echte geloofsgetuige wordt … een ervaring neergeschreven in zijn wereldberoemde gedichten.
 
Dwars doorheen dat alles blijft Johannes van het Kruis zichzelf : de man met de blik van een eenvoudige. Een blik enkel georiënteerd op God, een blik die enkel verlangt steeds verder door te dringen in de rijkdom van Gods liefde.
 
Daar groeit de voorstelling van Johannes van het Kruis als asceet: alles loslaten: niets meer willen zien, niets meer verlangen dan enkel het zich werpen in de liefde van God. We mogen echter niet blijven hangen bij het beeld van de asceet. Veel meer is Juan de la Cruz een man van de liefde. Liefde voor God op de eerste plaats; maar ook liefde voor zijn medemensen.
 
Het is wellicht dát wat Teresia bij hem heeft aangevoeld: dat hij een man was vol van de Heilige Geest. Een lichtend voorbeeld, een kostbare schat, schrijft ze later aan Anna van Jezus, priorin in de karmel van Beaz.
 
Waarom vieren we vandaag de gedachtenis aan deze man als een “Hoogfeest” ? Omdat de Kerk, omdat het religieuze leven niet op de eerste plaats nood heeft aan goed lopende structuren … maar aan inspirerende geloofsgetuigen.
 
Of we zelf ooit de mystieke hoogte van Johannes van het Kruis mogen ervaren is bijzaak. Ook voor hemzelf. Wel wil hij mensen meenemen op de weg naar totaal vrij worden: vrij voor God, vrij voor de medemens …
 
Vandaar doorheen zijn geschriften de voortdurend onderliggende oproep tot eenvoud, zowel materieel als spiritueel. Blijf je daar steken dan is voor Johannes van het Kruis duidelijk dat je het elan en de kracht van je geloof van het je toevertrouwen aan Gods liefde zult verliezen. Daarom wellicht heeft men hem herkent als leraar voor de universele Kerk: Johannes is er immers van overtuigd dat alles in het leven door Gods liefde vuur kan omgevormd worden naar diepe Godsverbondenheid. Ook onze miserie, ook onze onmacht, onze kleinheid, ja zelfs onze diepste angsten; niets staat Gods liefde in de weg op voorwaarde dat we vrij geworden zijn.
 
Meer dan al het andere roept onze heilige vader Johannes ons op alle gebondenheid op te geven om ons toe te vertrouwen aan Gods liefdevolle barmhartigheid.
 
Een karmelgemeenschap zijn we niet omwille van het gebouw waarin we leven, niet omwille van het habijt dat we dragen … het helpt, heel zeker, maar karmel zijn we omdat we die gemeenschap zijn van mensen die, in het spoor van onze Moeder Teresia en Vader Johannes, samen langs lezing, langs sacramenten, langs de omgang met elkaar, langs de sacramenten … zoeken naar God.
 
Zo beklimmen we samen, soms vlotjes, soms met moeite de Berg Karmel. We houden het vol omdat we weten dat boven aan de Berg God als een schitterend Licht ons verwacht.
 
In het Evangelie van dit hoogfeest horen we Jezus bidden: “… dat ook zij in ons mogen zijn … Ik wil dat zij die Gij Mij gegeven hebt met Mij mogen zijn waar Ik ben, opdat zij mijn heerlijkheid mogen aanschouwen”.
 
Daarom is dé vraag van Juan een vraag aan God zelf: “Waar houdt Gij U verborgen?”
 
Laten we gevolg geven aan die oproep, laten we dikwijls te rade gaan bij de dichter van Gods Liefde, laat je meenemen op de tonen van onze Spaanse mysticus. Geen afgrond is daarbij te diep, geen rots zo hoog dat de weg onbegaanbaar is. Laten we zo vrij worden als Johannes van het Kruis en ons hart wijd openen voor God.
 
De weg van het openen van het hart voor God, voor Jezus Christus is advent. Is wachten op de komst van Jezus, het mens geworden Woord.
 
 

o.a.m.d.g.

 

deze homilie als pdf

Overzicht van alle homilieën.
Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven