+
In het evangelie van vandaag staan nogal stevige uitspraken. Als je denkt dat geloven alleen maar te maken heeft met zwevende woorden, met een tot niets verplichtende geloofsbelijdenis, word je hier wel flink wakker geschud: ‘Wie zijn kruis niet opneemt en Mij volgt, is Mij niet waardig’. Het klinkt zo ongeveer als: ‘Wanneer je echt christen wilt zijn moet Ik, Jezus, je meer waard zijn dan je eigen leven’. We zullen wel spontaan ja knikken… Maar eerlijk gezegd: het is toch niet niks wat Jezus ons vraagt.
Toen we intraden, toen we onze professie uitgesproken hebben, hebben we inderdaad gezegd dat voor ons Jezus de allerbelangrijkste in ons leven is. Maar deze aansporing van Jezus om alles wat je lief is te verlaten geldt niet alleen voor priesters en kloosterlingen. Deze woorden zijn gericht tot alle gelovigen.
Jezus heeft het over ons eigen kleine wereldje waarin we leven; dat wereldje dat ons vertrouwd is, waarbinnen we ons veilig voelen. En dat wereldje mag nooit het belangrijkste zijn in je leven. Je kunt je in dat eigen wereldje zo inkapselen dat je alleen nog maar leeft binnen een kleine cirkel van mensen die allemaal dezelfde belangen nastreven. Natuurlijk kan niemand zonder zo’n klein wereldje, waar je wat meer geborgenheid vindt dan op straat, maar willen we in de navolging van Jezus gaan staan, dan mag zo’n klein wereldje nooit een wereld op zich worden, waar je niet verder kijkt dan de horizon en waar je eigenlijk het evangelie buiten houdt.
Zo’n klein wereldje kan van alles zijn: wij zijn bij momenten toch echt te veel bezig met bezorgd te zijn over dingen die niet fundamenteel zijn.
We zijn zo actief bezig met de alledaagse bezigheden, met de gewoontes die we in de loop der jaren hebben aangenomen … dat er geen ander perspectief meer over blijft.
Als je kijkt waarover wij ons bezorgd maken dan gaat het over:
• Als ik maar een parkeerplaats vind voor mijn deur
• Als de coronafile bij de winkel maar niet te lang is
• Als er maar niemand is die me nu lastig valt
• Als er maar niks verandert want we hebben het altijd zo gedaan …
Wie van dat kleine eigen wereldje meer houdt dan van Christus, is Hem niet waardig.
Reeds bij ons doopsel werden we allemaal geroepen om verder te kijken dan vader of moeder, dan man of vrouw, dan zoon of dochter. Paulus schrijft het uitdrukkelijk aan de christenen van Rome: “… opdat wij door ons doopsel een nieuw leven zouden leiden”. (Rom 6, 4) De tweede lezing.
Wij worden steeds weer gevraagd ons eigen wereldje te verlaten, onze horizon te vergroten, te kijken naar de noden van anderen. Dat is de zin van de woorden: ‘Wie zijn leven wil behouden zal het verliezen’. Dat is het nieuwe leven waartoe Jezus ons oproept en waarnaar Paulus verwijst.
Daarom moeten christenen ook kunnen delen en gastvrij zijn. De eerste lezing zegt het in het verhaal over de gastvrijheid voor de profeet.
Maar ook wij vandaag moeten bereid zijn om ons leven, onze welvaart, ons bezit verder door te geven, te delen met de anderen, dan zal er nieuw leven ontstaan, dan kunnen ook andere mensen leven. Maar als wij ons leven niet willen delen, het alleen maar voor ons zelf willen bewaren, dan worden wij eenzaam, dan zal het heel stil worden rondom ons, dan verliezen wij het leven ook nog bij ons zelf.
‘Wie een van deze kleinen al was het maar een beker koel water te drinken geeft, zijn loon zal hem zeker niet ontgaan’. Zelfs zo een kleine blijk van zorg voor de mensen dicht om je heen, ook dat is de moeite waard.
Ik eindig met een citaat uit een tekst van Manu Verhulst:
“Vandaag vind ik ieder ander belangrijker dan mijzelf en ik ben er blij om. Alleen zo kan elk gewicht en elke duisternis van jou afvallen tot je licht genoeg bent om in één of andere zeepbel binnen te stappen en … vakantie te nemen.
Misschien op een koertje, op het terras, of in een tentje.
Wat doet het er toe?
Vandaag dat begint in je hart, vandaag, dat begint in uw geest …”
o.a.m.d.g.
Download of print deze homilie als pdf