Homilie Pater Lukas Martens : Kerstmis 2019

Kerstmis is zo aantrekkelijk, wellicht omdat het zo eenvoudig is: het gaat over een Kind in de kribbe, met Maria en Jozef, met herders en koningen, met os en ezel en een ster. Het kan ons zoveel zeggen, zonder woorden. En toch heeft dit feest met al zijn eenvoud een heel diepe betekenis, het is een onuitputtelijk geheim: God die mens wordt. Het blijft iets ongehoord. Maar dat is het eigene van ons christelijk geloof.

God die naar ons toekomt, zoals wij zongen: ‘Nu zijt wellekome, Jesu lieve Heer, Gij komt van alzo hoge, van alzo veer.’ Ja, God heeft een hele weg afgelegd om tot ons te komen, er is een eeuwenlange voorbereiding aan voorafgegaan. Maar nu is het wonder gebeurd op het hoogtepunt van de mensengeschiedenis. God blijft niet ver, vaag, abstract, maar is dichtbij gekomen, concreet, zo reëel in een mens die zichtbaar, tastbaar, kwetsbaar onder ons is komen wonen. En dat heeft grote gevolgen voor ons gelovig zijn:

Het betekent vooreerst dat wij nooit meer alleen zijn. Er is een goddelijke medemens die altijd aan onze zijde staat: Hij is verrezen, Hij leeft, hier en nu, dicht bij mij en bij u, als een meest nabije naaste. Hij is er altijd, bereikbaar 24u op 24u. Ieder die het wil, kan zijn hart voor Hem openen, gewoon aanvaarden, dat Hij er is, ons ziet, ons aankijkt, ons kent. Dat is niet moeilijk, iedereen kan het, als men bewust wil zijn van Zijn Aanwezigheid.

Het betekent vervolgens ook dat Zijn nabijheid niet vrijblijvend is. Hij vraagt om onze wederliefde, Hij bedelt erom. Hij verlangt ernaar om met elke mens een liefdesuitwisseling aan te gaan, om met elke mens die persoonlijke relatie op te bouwen, alsof Hij zegt: ‘Laat Mij niet alleen, Ik ben van zeer ver gekomen om bij u te zijn. Ik heb uw liefde nodig. Schenk Mij uw hart.’ Met kerstmis kunnen we opnieuw proberen bewust met Jezus samen te leven, met Hem om te gaan, naar Hem te kijken, naar Hem te luisteren, tot Hem te spreken, in een vernieuwde vriendschap.

Het betekent uiteindelijk ook dat wij proberen om meer aan Hem gelijk te worden. Uiteindelijk komt Jezus tot ons om Zijn leven in ons verder te kunnen zetten. ‘Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u’, zegt Jezus tot ieder van ons. Daarom is het goed om na te gaan op welke wijze Jezus Zijn zending op zich heeft genomen. Hij is afgedaald: de vreugde en het geluk van de hemel heeft Hij vaarwel gezegd, om hier in deze ballingschap midden onder ons te komen wonen. Hij kiest ervoor om ontvangen te worden in de schoot van de Maagd Maria, een Joods meisje uit Nazareth, dat onbekende stadje in het heidense Galilea. Hij kiest ervoor om geboren te worden in een arme stal, midden in de nacht, want er was voor Hem geen plaats in de herberg. Zijn eerste bezoekers zijn herders: mensen aan de rand, de minsten van de samenleving. Als Hij komt is het dus helemaal niet met vertoon van macht en aanzien, integendeel: Hij kiest voor de laatste plaats. God is zo nederig, zachtmoedig. Zijn leven lang zal Jezus zich nooit helemaal thuis weten in onze wereld, er nooit helemaal bij horen. Hij wordt al spoedig een vluchteling in Egypte, later iemand die rondtrekt zonder een steen om Zijn hoofd op te laten rusten, om dan na groeiende tegenkanting en bedreiging, de kruisdood te sterven: weg met Hem, aan het kruis met Hem. Kribbe en kruis tonen ons wat Johannes schrijft: ‘Het Licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis nam het niet aan. Hij kwam in het Zijne, maar de zijnen aanvaarden Hem niet.’ En toch vraagt Jezus dat wij aan Hem gelijk zouden willen worden, dat wij dezelfde keuzes zouden maken als Hij: vertrouwen op de hemelse Vader, liefde voor elkaar, eerbied voor mensen aan de rand.

Vorig weekend hadden wij aangekondigd dat de collecte bestemd zou zijn voor de verwarming van deze kerk. Maar het was mij toen ontgaan dat de Vlaamse bisschoppen vroegen om de collecte te bestemmen voor de katholieke geloofsgemeenschappen in Syrië en Irak. Twee jaar geleden vroegen zij om de kerstcollecte te bestemmen voor de Syrische vluchtelingen die door de kerk hier in ons land zouden worden opgevangen. Die vraag werd toen heel edelmoedig beantwoord. Mochten onze medechristenen in Syrië en Irak nu ook mogen rekenen op onze gulheid. In de naam van pater provinciaal en mijn medebroeders zeg ik u van harte dank en wens ik jullie een zalig kerstmis.

 

Download of print deze homilie als pdf

Karmel Gent wenst u een Zalige Kersttijd

Overzicht van alle homilieën.
Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven