Homilie Pater Lukas Martens 7 februari 2021 : 5de zondag door het jaar B, met voorbeden

Gods mensgeworden Woord.

Dat Jezus zoveel zieken genas, zoveel wonderen deed, schijnt uniek te zijn in de geschiedenis van de godsdiensten. En toch is dat niet zijn eerste opdracht geweest. Toen zijn leerlingen Hem kwamen zeggen: “iedereen zoekt U”, antwoordde Jezus: “laten we naar de dorpen in de omtrek gaan, opdat Ik ook daar kan prediken. Daartoe ben Ik uitgegaan.” Daartoe weet Jezus zich door de Vader gezonden. Als Jezus die grote menigte zag die Hem volgde, allemaal mensen die waren als schapen zonder herder, begon Hij hen uitvoerig te onderrichten. Waarheid bevrijdt, de waarheid over wie God is, over wie Hij voor ons wil zijn. Jezus is in de eerste plaats het Woord, Gods mensgeworden Woord.

Genezing.

Genezingen zijn dan een teken dat verwijst naar de uiteindelijke genezing van lichaam en ziel die God ons zal schenken na dit leven. Echte genezing is leven in verbondenheid, is door alles heen verbondenheid bewaren met God. ‘Door alles heen’: niemand beter dan Job, kan ons dit illustreren. Hij was een gebrokene van hart, getroffen door zoveel tegenspoed, ellende, pijn, met daarbij de beschuldigingen van zijn vrienden: “je lijdt omdat je gezondigd hebt.” Nee,” zegt Job, “ik ben onschuldig, nee, het klopt niet dat God de goeden beloont en de boosdoeners straft. Nee, lijden is niet altijd opvoedend en louterend.” Zo is zijn ervaring geweest. Van Job kunnen we leren om onze opstandigheid tegenover God uit te spreken en tegelijk te groeien in een nederig besef van onze onwetendheid. Vanuit het besef van onze nietigheid tegenover God mogen wij bidden: “bedenk, God, dat mijn leven slechts een ademtocht is.” Zelfs vanuit onze zondigheid mogen wij bidden: “Jezus, denk aan mij wanneer Gij in Uw koninkrijk gekomen zijt.”

Lijden.

Alleen God kent de geheimen van het leven. En daarom is er de uitnodiging om doorheen alles Zijn hand te blijven vasthouden, onze verbondenheid met God niet los te laten. Jezus is niet gekomen om het lijden uit te leggen, maar om het te bewonen met zijn Aanwezigheid. In Jezus komt God naast ons staan, Hij wil God-met-ons zijn, zwak met de zwakken, melaats met de melaatsen en we zouden bijna zeggen: zondaar met de zondaars. “Hij is onder de zondaars gerekend.”, schrijft Jesaja. Het lijden blijft een geheim. Lijden op zich is altijd een kwaad. Maar vandaaruit mogen wij roepen tot God en mogen wij ons inzetten om de lijdende mens zoveel mogelijk te helpen.

Voorspraak.

Na al die menselijke ellende en pijn te hebben gezien en opgevangen, trekt Jezus Zich terug in de eenzaamheid om te bidden tot de Vader, om Hem al die ellende voor te leggen, om Hem te smeken om erbarmen. Dit brengt ons ook bij het gebed van voorspraak voor de wereld, zoals dit één van de opdrachten is van contemplatieve gemeenschappen. Sommige bidders mogen het hart van God raken ten bate van hun broeders en zusters. Gods barmhartigheid en Zijn gerechtigheid kunnen niet van elkaar losgemaakt worden.

Hij kan niet anders, het is zijn leven.

Tenslotte is er Paulus die zwak met de zwakken, alles voor allen, er zoveel mogelijk voor de Heer tracht te winnen. “Wee mij als ik het evangelie niet verkondig.” zegt hij. Daarmee bedoelt hij niet dat hij bang is om gestraft te worden als hij tekort schiet in zijn opdracht. Maar hij heeft het over een innerlijk moeten waaraan hij niet kan weerstaan, een moeten vanuit zijn ervaring met de liefde van de Heer. Hij kan niet anders, het is zijn leven. Het evangelie verkondigen is geen beroep, maar een roeping, een taak die hem uit louter genade werd toevertrouwd en waardoor zoveel mensen gered kunnen worden en tot de kennis van de waarheid kunnen komen. Het is zoals Jezus zegt: “Mijn spijs is het de wil te doen van mijn Vader.” Het is door het contact met Zijn Vader dat een goddelijke liefde door Hem heen kan stromen naar deze wereld.

Ook wij zijn geroepen als ledematen van Jezus’ lichaam.

Ook wij mogen ons geroepen weten om onze bijdrage te leveren voor de verkondiging van het evangelie midden een wereld die daar niet veel oor naar heeft. Ook wij zijn geroepen om genezingen te verrichten. Hoe kunnen we dat doen? Misschien kan de weg van Paulus hiervoor een hint zijn: zwak worden met de zwakken, melaats met de melaatsen, alles willen zijn voor allen om er tot elke prijs enkelen te redden. Alles doen voor het evangelie, om er zelf ook deel aan te krijgen. Het sluit aan bij de zelfontlediging van de Heer: “Hij die bestond in goddelijke majesteit heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God, Hij heeft zichzelf ontledigd en het bestaan van een slaaf op zich genomen. Hij is aan de mensen gelijk te worden.” Jesaja heeft het zo treffend verwoord: “Onze smarten heeft Hij gedragen, door Zijn striemen zijn wij genezen.” Als ledematen van Jezus’ lichaam, zijn we geroepen om doorheen ons bidden, werken en lijden, bij te dragen tot de gezondheid van Zijn lichaam, de Kerk, opdat zij haar taak in deze wereld beter zou kunnen vervullen.

 

 

Voorbeden 7 februari 2021

Voor zieken en lijdenden in deze tijd van pandemie,
Voor gebrokenen van hart,
Om bevrijding van angst,
Om verlichting voor hun pijn,
Om geloof in Gods onvoorwaardelijke liefde.
 
Voor allen die zieken bijstaan,
Dat zij met competente zorg en eerbiedige nabijheid, teken mogen zijn van Jezus’ menslievendheid.
 
Om jongeren die zich geroepen mogen weten in dienst van de verkondiging, om mannen en vrouwen die het charisma van de karmel verder gestalte willen geven.
 
Voor politici, wereldleiders en beleidsmensen,
Dat zij moedig en met wijsheid beslissingen nemen die nodig zijn.
 
En voor elkaar, dat wij kracht en troost mogen vinden in het gebed, dat ons innig contact met de Heer bron mag zijn van gegevenheid in woord en daad.

 

deze homilie als pdf

Overzicht van alle homilieën.
Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven