In deze laatste dagen vóór Kerstmis mogen we de vraag van Jezus tot ons laten doordringen: maar zal de Mensenzoon bij Zijn komst het geloof op aarde vinden? Paulus omschrijft vandaag zijn zending met deze zin: ik heb de genade van het apostelschap ontvangen om tot eer van Jezus’ Naam onder alle volken mensen te brengen tot de gehoorzaamheid van het geloof. Deze mooie uitdrukking ‘de gehoorzaamheid van het geloof’ kunnen we als volgt begrijpen: door het geloof weet men zich veilig, geborgen bij God om van daaruit met vertrouwen te luisteren naar wat Hij ons zegt. Die gehoorzaamheid van het geloof is dus een houding die tegelijk kinderlijk vertrouwen inhoudt en moedig gehoor geven aan wat God vraagt. Van die gehoorzaamheid van het geloof vinden wij in de eerste lezing en het evangelie een voorbeeld, een goed voorbeeld en een slecht voorbeeld.
Het slechte voorbeeld is Achaz. Hij was 20 jaar toen hij koning werd van Juda. Hij stond meteen voor een grote uitdaging. Juda werd langs twee kanten bedreigd: Assyrische legers en het leger van Syrë en Damascus. Hij raakt in paniek en doet twee domme dingen: hij offert zijn zoon aan de afgod Moloch en hij zoekt een bondgenootschap te sluiten met Assur. In paniek doen mensen domme dingen. Het toont hoe belangrijk het is om in moeilijke situaties het geloof aan te spreken, voldoende bezonnenheid aan de dag te leggen om beter aan te voelen wat God bedoelt. Maar ook nu spoort Jesaja Achaz aan: Keer u tot God, vraag Hem een teken. Achaz weigert want in zijn hart vertrouwt hij niet meer op God. God krijgt geen kans meer om te helpen, te redden. Veel leed kon voorkomen worden indien mensen luisterden naar God. Nu is het te laat, maar toch zal God zijn belofte tot vervulling brengen en in de toekomst voor Israël een wettige afstammeling van David laten opstaan. En dat zal de vrucht zijn van de geloofsgehoorzaamheid van Jozef. Dit brengt ons bij het evangelie.
Ook Jozef raakt in paniek omwille van een moeilijke situatie: zijn vrouw is zwanger voor zij gingen samenwonen. Volgens de Joodse wet mag Jozef haar publiekelijk in opspraak brengen en verstoten. Maar hij kiest een andere weg. Hij is een rechtschapen man, iemand die eerlijk zoekt naar waarheid, naar Gods bedoeling, naar wat God in deze situatie van hem verwacht. En daarbij kijkt hij niet alleen naar zichzelf, maar zoekt hij ook naar wat het beste is voor Maria en Haar kind. Hij is bereid in stilte van Haar te scheiden. Hij neemt tijd om dat te overwegen. Soms nemen mensen te weinig tijd om stil te staan bij wat hen overkomt of zijn ze er teveel op uit om zo vlug mogelijk het kwaad uit de weg te ruimen. Men zoekt onmiddellijk naar een zondebok of men gooit het gebeurde zomaar op straat, om het zo te zeggen. Daarom kunnen we de houding van Jozef bewonderen. Hij was in staat om het gebeurde te omgeven met stilte, in eerbied voor het geheim van de ander, voor de Geest die waait waar Hij wil, voor Gods wegen die niet de onze zijn, voor Gods gedachten die de onze ver te boven gaan. Van Jozef is er in het evangelie geen enkel woord bewaard. Bij die rechtschapenheid van Jozef hoort ook zijn prompte gehoorzaamheid. Van zodra hij verneemt wat God van hem verwacht, doet hij het nodige. Jozef was de nederig, stille timmerman. Maar hij is ook de patroon van de universele kerk: hij is de eerste die instond voor het bewaren van het geheim van Gods menswording. Dat Jezus geboren werd uit de Maagd Maria is een geloofspunt. Dit wil zeggen het is iets waarvan het waarom en het hoe ons denken te boven gaat, het is iets wat wij in geloof mogen bewonderen: Jezus, zoon van David en Zoon van God, gekomen om God-met-ons te zijn: ons te beminnen met de volheid van een goddelijke en menselijke liefde. Jezus’ menswording is het hoogtepunt van onze geschiedenis. Voortaan zegt Jezus tot ons: zie, Ik ben met u, alle dagen, tot aan de voleinding van de wereld. Maar zal de Mensenzoon bij Zijn komst geloof op aarde vinden?
Download of print deze homilie als pdf