Homilie Pater Lukas Martens 1 november 2022 : Hoogfeest van Allerheiligen

Waar zijn zij gebleven?
 
Vandaag en morgen staan we stil bij een grote werkelijkheid die buiten onze gewone waarneming staat. Waar zijn zij gebleven, onze lieve doden? Zovelen die ons zijn voorgegaan, die het goed hebben gedaan, een voorbeeld waren of veel geleden hebben, veel hebben moeten doorstaan?
 
Verbondenheid over de dood heen
 
Jezus heeft heel duidelijk gesproken over eeuwig leven, over verrijzenis, over het Rijk der hemelen en over een verbondenheid die blijft over de dood heen. Er zijn de heiligen die teken doen, meestal heel discreet, soms een beetje meer opvallend. Zij laten ons ervaren dat zij werkzaam blijven van bij de Heer. De kerk heeft het over de gemeenschap van de heiligen als een geloofspunt zoals we dat elke zondag uitspreken in het credo. De mens is niet gemaakt om alleen te zijn, maar om te leven in verbondenheid. En de mens is geroepen om heilig te worden en dit betekent: zuivere, onbaatzuchtige liefde zoals Jezus ons dit heeft voorgeleefd.
 
Zalig
 
Wij beluisterden vandaag de zaligsprekingen. Dat is het beste portret van Jezus, zijn profiel helemaal uitgetekend. En iedere heilige heeft iets van die zaligsprekingen concreet beleefd. En ook wijzelf, ieder van ons hier aanwezig mag iets van die zaligsprekingen beleven. Wie zijn onder ons de bescheiden mensen, de treurenden en zachtmoedigen? Wie zijn zij die in het onvermijdelijke lijden, in de beproevingen, ‘ja’ blijven zeggen aan God? Wie zijn onder ons de mensen die hun hart laten zuiveren en strijden tegen neigingen die verslavend kunnen zijn? Wie straalt een stuk authenticiteit uit, wie kiest onverdeeld voor wat God verlangt, voor wat rechtvaardig is? We zouden nog een beetje kunnen doorgaan met deze kenmerken van de zaligsprekingen die wij in elkaar kunnen ontdekken. Maar het is door pijn en kruis heen dat de zaligsprekingen ons gelijk maken aan Jezus.
 
Het Lam en het kind
 
Dat zag ook Johannes in die grote menigte, komend uit de grote verdrukking, hun gewaden wit gewassen in het bloed van het Lam. Het Lam: ook dat is een mooi beeld van de zaligsprekingen die door Jezus in volheid werden beleefd. En naast het beeld van het lam, gebruikt Johannes ook het beeld van het kind.
 
In zijn brief heeft hij het over het kind-zijn-van-God. Deze zin heeft mij altijd erg aangesproken: “Nu reeds zijn wij kinderen van God, en wat wij zullen zijn is nog niet geopenbaard. Maar wij weten dat wanneer het geopenbaard wordt, wij aan Hem gelijk zullen zijn, omdat wij Hem zullen zien zoals Hij is. Wie zulk een heil van God verwacht, maakt zich rein, zoals Christus rein is.” Wie zulk een heil van God verwacht… Wat verwachten wij van God? Waar zien wij naar uit? Eens zullen wij Jezus zien zoals Hij is. Verlangen wij daarnaar: om Jezus te zien zoals Hij is en daardoor aan Hem gelijk te worden? Het is goed om niet te wachten tot na onze dood om naar Jezus te kijken, naar Hem uit te zien. Leven in de verwachting Jezus eens te mogen zien zoals Hij is, dat maakt ons rein, zuiver van hart.
 
Alles voor en met God
 
Ik wil eindigen met twee teksten van onze karmelheiligen. De eerste is van zuster Elisabeth. Zij spoort ons aan om alles te doen voor God en met God. Zij schrijft kort voor haar dood aan haar vriendin: “Beste Antoinette, in het licht van de eeuwigheid ziet een mens de dingen zoals ze in werkelijkheid zijn… O hoe leeg wordt alles wat niet voor God en met God gedaan werd. Ik smeek je, druk overal het zegel van de liefde op! Alleen de liefde blijft. Het leven is zo ernstig: elke minuut wordt ons geschonken om dieper wortel te schieten in God.” We kunnen ons dan wel de vraag stellen: hoe geraken wij zover, alles voor en met God doen? Zuster Elisabeth vervolgt: ‘jezelf vergeten, opkijken naar Jezus die onze Meester is en zowel vreugde als pijn aanvaarden als direct voortkomende uit zijn liefde.‘ Deze drie: jezelf vergeten, opkijken naar Jezus en alles aanvaarden uit Zijn hand. Niet gemakkelijk, maar toch de moeite om het te blijven proberen.
 
Zij bidden voor ons vanuit een groot medelijden
 
Tenslotte een tekst van Thérèse van Lisieux. Zij was expert in de gemeenschap van de heiligen. In haar laatste brief zegt zij het zo: “ik geloof dat de gelukzaligen in de hemel een groot medelijden hebben met onze ellenden. Ze herinneren zich dat ze zwak en sterfelijk zijn geweest zoals wij, dat zij dezelfde fouten hebben begaan en dezelfde strijd hebben doorgemaakt, en hun broederlijke tederheid wordt nog groter dan ze op aarde al was. Daarom houden ze nooit op met over ons te waken en voor ons te bidden.” Dat was haar overtuiging: omdat de gelukzaligen delen in Gods liefde, zijn zij nog meer met ons begaan dan toen ze op aarde waren.
 
O hemel, bruisend van activiteit
 
Zo ziet Thérèse dus de hemel: vol vreugde en medeleven, vol activiteit ten voordele van wie achterblijven, die de lastige weg van het aardse leven nog moeten gaan. Wie in de hemel is, is bevrijd van alle zelfzucht en mag beminnen met de liefde van God zelf. Zij zorgen en bidden dat ook wij het tot een goed einde zouden brengen. We zijn dus niet alleen. We hebben veel bondgenoten die achter ons staan, zij zijn boven ons en in ons. Zij verlangen ernaar dat wij beroep op hen doen. Wat zal de vreugde groot zijn als God ons thuisbrengt uit deze ballingschap. We zullen zingen, dansen, gelukkig zijn. In deze hoop mogen wij leven en sterven.

 

 

deze homilie als pdf

Overzicht van alle homilieën.

Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven