Doopbeloften
Wij bereiden ons voor op Pasen, het grootste feest van ons christelijk geloof. Dan zullen wij de beloften van ons doopsel hernieuwen. Misschien interessant om nu al eens te horen wat we op die dag zullen beloven. We zullen dan antwoorden op deze drie vragen: “Belooft gij u te allen tijde te verzetten tegen kwaad en onrecht om in vrijheid te leven als volk van God? Belooft gij u te verzetten tegen de bekoring van zonde en onrecht, zodat het kwaad zich geen meester van u maakt? Belooft gij de Heer uw God te dienen en naar het voorbeeld van Christus uw naaste lief te hebben?” Dan worden we verondersteld daarop te antwoorden: “ja, ik beloof.” Welnu, de veertigdagentijd wil ons helpen om dat ‘ja’ met meer overtuiging te kunnen uitspreken. En dat vraagt strijd. Wie wil groeien in verbondenheid met God is kwetsbaarder voor de belagingen van de kwade. De veertigdagentijd loutert ons opdat wij er sterker zouden uitkomen, met meer geestelijk inzicht en meer nederigheid.
Geestelijke strijd
Het evangelie dat we hoorden begint met deze belangrijke zin: “Na zijn doopsel dreef de Geest Jezus naar de woestijn, waar Hij veertig dagen doorbracht terwijl Hij door de satan op de proef werd gesteld.” Het is de Geest die Jezus naar de woestijn stuurt. Het is de Geest die ook ons in deze veertigdagentijd stuwt. Wij maken onze voornemens en kiezen enkele vastenpuntjes om onze goede wil aan God te tonen. Maar het is de heilige Geest die voor ons het soort woestijn en het soort beproevingen kiest die ons verder zullen helpen in de geestelijke strijd. Het zal meestal een andere woestijn zijn en het zullen meestal andere beproevingen zijn dan wij zelf hadden gepland. Gods gedachten zijn nu eenmaal niet onze gedachten, zijn wegen niet die van ons. Beproeving is nodig om te zien of de liefde echt is en of we de ander kunnen vertrouwen. Bij zijn doopsel hoorde Jezus de stem van de Vader: “Gij zijt mijn veelgeliefde.” Welnu: het vertrouwen van Jezus op Zijn Vader zal beproefd worden en Jezus zal dit doorstaan ook in ons aller naam. Marcus beschrijft de bekoringen van Jezus niet, maar die vinden we terug in zijn evangelie op andere plaatsen.
Bekoringen
We kunnen enkele van die bekoringen bekijken om te zien welke keuzes wij moeten maken om de proef te doorstaan. Jezus heeft in Kafarnaum veel zieken genezen, met het gevolg dat iedereen Hem zoekt. Maar Jezus antwoordt: “Kom, laten we elders heengaan, opdat Ik ook daar kan prediken, daartoe ben Ik uitgegaan.” Het is de bekoring van het succes, dat Jezus kon afbrengen van zijn eigenlijke zending. Op een ander moment stonden zijn verwanten daar om Jezus met zich mee te nemen. Ze vonden dat Hij niet meer goed bij zijn verstand was omdat Hij zich zo liet opslorpen door de menigte dat Hij geen tijd meer had om te eten. Maar Jezus zei: “Ziehier mijn moeder, mijn broeders en zusters, zij die de wil van mijn Vader volbrengen.” Of nadat Hij zijn lijden had voorspeld aan zijn leerlingen en Petrus scherp uit de hoek kwam met zijn uitspraak: “Meester, zoiets mag U nooit overkomen.” Jezus antwoordde: “Ga weg, satan, terug, want gij laat u leiden door menselijke overwegingen, en niet door wat God wil.” En tenslotte: Jezus’ doodstrijd in de hof van Olijven. Hij bidt: “Vader, laat deze beker aan Mij voorbijgaan, maar toch, niet zoals Ik wil, maar zoals Gij wilt.” Zo kunnen we zeggen dat Jezus zich door niemand of niets liet afbrengen van zijn zending. Hij was volkomen vrij.
Vrijheid
Het is om te groeien in die vrijheid dat God ons deze veertigdagentijd wil laten meemaken. Hij wil ons bevrijden van wat ons verslaaft, van zoveel wat onze gedachten in beslag neemt, wat de eerste plaats in ons leven wil hebben. Omdat God ons liefheeft, heeft Hij ons geschapen, schenkt Hij ons vergeving en blijft Hij ons trouw ondanks onze ontrouw. Deze waarheid maakt ons vrij.
Regenboog
Zo komen wij bij Noach en de zondvloed. God zag dat de boosheid van de mensen toenam en dat hun hart de hele dag uitging naar het kwaad. Dat deed Hem pijn. Hij zag hoe mensen zijn liefdesplan dwarsboomden. Om erger te voorkomen voelt God zich genoodzaakt om drastische maatregelen te treffen en de onschuldigen te redden. Nadien krijgt Hij spijt dat het zo gegaan is en brengt Hij een nieuw verbond tot stand met mens en dier. Nooit meer zoiets als een zondvloed. En God bevestigt zijn verbond met het teken van de regenboog, zoals we die donderdagavond hier hebben kunnen bewonderen. God is vriend van de mensen. Hij wil ons vrij en gelukkig, in harmonie met alles en met iedereen, met wilde dieren en met engelen. Daarom zeggen we ‘ja’ aan onze doopbeloften.
In Jezus schenkt God ons een nieuw en altijddurende verbond. En het teken daarvan is de Eucharistie: “Ik ben er voor u, Ik bevrijd u, Ik leid u, Ik heb u lief.”