Moeilijke dingen zeggen op een eenvoudige manier is een weldaad. Eén van die moeilijke dingen is: het Rijk der hemelen. En toch is dat Rijk der hemelen het beste wat er is. Jezus is gekomen om ons op te roepen in dat Rijk binnen te gaan. Daarvoor zijn we immers geschapen, daartoe heeft Hij ons verlost. En Hij gebruikt gelijkenissen om ons te helpen dat Rijk der hemelen beter te begrijpen.
Vandaag hoorden we de vier laatste gelijkenissen uit de parabelrede van Mattheus: de schat, de parel, het sleepnet en de huisvader. Allemaal dingen waar we geen tekening moeten bij maken. Ze zijn onmiddellijk duidelijk.
De schat en de parel… die gaan over ons. Het zou interessant zijn om te horen hoe ieder van ons op het spoor is gekomen van het Rijk der hemelen, welke weg ieder heeft afgelegd om tot geloof te komen. De enen hebben gevonden na lang zoeken… zoals de man naar de parel zocht, voor anderen was het een plotse ontdekking, zoals die man die toevallig op de schat stootte. En dat het dan om een echte geloofservaring ging blijkt uit de vreugde van het vinden en uit de bereidheid om er alles voor prijs te geven. Door de parel en de schat van het geloof hebben we veel kunnen loslaten wat we vroeger zo belangrijk vonden.
Maar een parabel is ook een diamant. Je kan die in verschillende richtingen houden om altijd weer nieuwe schittering te zien. Zo kunnen we zeggen dat niet alleen Jezus onze schat en onze parel is, maar dat ook wij voor Hem een schat en een parel zijn. De schat en de parel die wij zijn wou Jezus voor Zich winnen. En daarvoor heeft Hij veel moeten achterlaten, prijsgegeven. Ja, Hij heeft er veel voor moeten betalen. De prijs was Zijn bloed, voor ons vergoten doorheen zijn wonden, doorheen de spijkers en de doornen. Zijn wij dan zo waardevol voor Hem? Wat een vreugde in de hemel iedere keer dat Jezus een verloren schaapje terug thuis heeft kunnen brengen.
Met de vraag naar ons toe: als wij de Heer straks ontvangen in de Communie, zal er dan vreugde zijn in ons hart vanuit het geloof dat Jezus is: de grootste schat, de mooiste parel?
Dan is er het sleepnet. Dat maakt ons duidelijk dat parel en schat tegelijk gave en opgave zijn, mogelijkheid en verantwoordelijkheid. Ja, er komt een oordeel, ja, er moet rekenschap en verantwoording worden afgelegd. Maar niet omdat God ons zou willen veroordelen, wel als aansporing om te voorkomen dat wij met pijn moeten vaststellen hoeveel kansen we hebben gemist om ons door God te laten beminnen, om Zijn Liefde te ontvangen en te beantwoorden. Dat maakt het leven ernstig.
Die twee kan Paulus goed beschrijven: ons werk en het werk van Gods genade. Hij duidt het ergens als volgt: “Maak met ernst werk van uw heil, God is het immers die zowel het werken als het willen in u tot stand brengt”. En: “Ik heb meer gewerkt dan alle anderen, neen, niet ik, maar de genade van God met mij.” Ons werk en Gods werk gaan samen. En dan is er het stukje van Paulus dat wij vandaag hoorden: “God bevordert in alles het heil van wie Hem liefhebben.”
In dit stukje legt hij het accent op Gods werk. “God bevordert ons heil”: een moeilijke zin. Maar Paulus duidt het zelf wat verderop: God doet ons doorheen alles meer gelijk worden aan het beeld van Zijn Zoon, Hij doet ons meer worden als Jezus. Dat is het heil dat God bevordert. En Paulus zegt ook dat God dit heil bevordert “in alles.” Dat wil zeggen: ook in de tegenheden, ook in de beproevingen van ons leven. Het is het werk van de heilige Geest om ons doorheen de omstandigheden van het leven te kneden, te boetseren, bij te schaven. En dat doet pijn. Maar gelukkig is de Geest zo ingenieus dat Hij ons nooit nodeloos pijn laat ondergaan en ons altijd het beste resultaat laat bekomen, de grootste vruchtbaarheid.
Tenslotte is er de gelijkenis van de huisvader die oud en nieuw tevoorschijn haalt. Ook dat toont een kenmerk van de parabels: zij brengen alles samen: oud en nieuw, goed en slecht, arm en rijk, leven en dood.
De gelijkenissen van Jezus tonen ons waar het om gaat in ons leven. En in ons gewoon bezig zijn van elke dag kunnen we dat uit het oog verliezen. Ja, waar komt het op aan in ons leven? Voor die vraag keren we terug naar het begin van de parabelrede. Daar ging het over de zaaier die zaait op verschillende soorten grond. Die parabel wordt ‘de moeder van alle parabels’ genoemd. Waarom? Omdat het ons de vraag doet stellen: wat is die goede grond? Het antwoord hierop krijgen wij van koning Salomo in de eerste lezing. Hij mocht aan God vragen wat hij wou. Hij vroeg maar één ding: een opmerkzame geest, om recht te kunnen spreken en onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad. Letterlijk staat er dat hij vroeg om “een luisterend hart.” Kunnen luisteren. Dat is het belangrijkste in ons leven. Waarom? Omdat het alles te maken heeft met liefde en waarheid. Een liefde die aandacht schenkt, die het hart opent om van de ander te ontvangen. Liefde die het eigen leven wil afstemmen op het woord van de Ander.
Laten we dus dikwijls vragen: “Heer, leer mij luisteren. Schenk mij een luisterend hart, een opmerkzame geest.” Laten we met Maria zeggen: “mij geschiede naar Uw woord!”