Na vele weken zijn we hier terug, met de vraag daarbij: waarom ben ik teruggekomen? Een antwoord op de vraag kan zijn: om het woord van God te horen. Dan word je door de lezingen van vandaag gefeliciteerd, want zij tonen ons het belang van het luisteren naar Gods Woord.
In wezen is God liefde, Hij kan niet anders dan liefhebben. En vanuit zijn liefde wil Hij Zichzelf meedelen, Zich laten kennen. De God van de Bijbel is een God die spreekt: doorheen de schepping, doorheen de profeten en doorheen Zijn eigen Zoon: “Dit is mijn Veelgeliefde, luistert naar Hem!” zo horen wij bij de gedaanteverandering. God spreekt verder door de verkondiging van het evangelie tot op de dag van vandaag. Als wij hier vandaag samen zijn is het ook omdat wij ons aangesproken hebben geweten door iemand die het evangelie heeft verkondigd. “Het geloof is uit het horen”, zegt Paulus. God heeft ons een verstand gegeven, een geheugen, juist om in staat te zijn naar Hem te luisteren. Iedereen kan kiezen naar wie hij wil luisteren. Nu is het zo dat Gods Woord anders is dan de zovele woorden die we rondom ons horen van de morgen tot de avond. “Mijn gedachten zijn niet uw gedachten,” zegt God, “Mijn wegen niet uw wegen.”
Keren we nu terug naar het evangelie. God zaait Zijn woord, kwistig, onvermoeibaar. Hij blijft zaaien ook als er veel zaad verloren gaat, ook als Zijn woord door velen wordt afgewezen. Gods Woord is een grote schat, maar toevertrouwd aan de kwaliteit van ons luisteren. “Luister, Israël”: daarmee begint de geloofsbelijdenis van het Godsvolk. Zoals de regen de aarde vruchtbaar maakt, zo maakt Gods Woord ons leven vruchtbaar. “Luisteren is een kwestie van leven of dood”, zouden we zelfs kunnen zeggen.
We blijven nu nog even stilstaan bij de vier soorten grond waarop het zaad terecht komt:
1.de harde weg: Mensen kunnen gesloten zijn doordat ze teveel pijn hebben geleden, onderdrukt werden, onder de voet gelopen. Ze zijn niet meer open voor Gods stem die zegt: “ik houd van jou.” Dat kan bijna niet bij hen binnen. Het is Gods werk om deze mensen te helpen. Maar mensen kunnen ook innerlijk verhard zijn, gesloten, omdat ze vol zijn van zichzelf, zeker van zichzelf, van eigen gelijk. Een andere opvatting kan niet bij hen binnen. Bekering is voor hen onmogelijk. Dat is het meest tragische wat er bestaat.
2.de rotsachtige plekken: het Woord blijft aan de oppervlakte en dringt niet dieper door tot in ons hart. Onze bisschop heeft in het begin van de coronatijd een les gegeven op internet over geestelijke lezing. Dat is een manier om een woord uit de Bijbel dieper tot ons te laten doordringen. Om te luisteren hebben we tijd nodig. En nu leven we in een tijd waar alles vlug moet gaan. Tijd voor bezinning wordt gemakkelijk vervangen door iets wat op het eerste zicht nuttiger is. En luisteren vraagt ook belangstelling, aandacht voor wat God ons wil zeggen. Alleen zo wordt het woord een goddelijke kracht die ons staande houdt in de beproevingen, zoals Paulus schreef: “Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid waarvan ons de openbaring te wachten staat”. Zo zijn er ook psalmteksten die ons in perioden van ellende overeind kunnen houden. De Schrift is ons gegeven opdat wij daar hoop en troost kunnen uit putten.
3.de distels: dat zijn de zorgen, de verlangens en de begeerten die het woord van God overstemmen. Daarom is er waakzaamheid nodig om ons hart vrij te houden voor de stem van God. Vandaar de uitnodiging om al onze bezorgdheden, telkens ze ons beklemmen, zo goed mogelijk bij God te brengen, aan Hem toe te vertrouwen. Vandaar ook de uitnodiging om sommige verlangens die ons onrustig maken of ons overheersen een halt toe te roepen en ze te richten op deze verlangens: “Vader, Uw Naam worde geheiligd, Uw Rijk kome, Uw wil geschiede.”
4.de goede grond: daarvoor kijken wij naar Maria. Zij was als geen ander open en ontvankelijk voor alles wat God wou zeggen, wou geven. Die goede grond is de houding waarmee zij aan de engel zei: “Zie de dienstmaagd van de Heer, mij geschiede naar Uw Woord”. Wij prijzen Maria om haar geloof. Het is door het geloof dat het Woord in haar vlees en bloed kon worden. Zo is het ook voor ons. Samuel zei: “Spreek, Heer, uw dienaar luistert”. Gods Woord heeft een scheppende kracht: God spreekt en het bestaat. Daar mogen we ons aan overgeven. En in de eucharistie zeggen wij: “Spreek slechts één woord en ik zal gezond worden”.
En alles wat we hebben gezegd over het luisteren naar het Woord, kunnen we ook zeggen over het ontvangen van de Heer in de Eucharistie. Hoe beter we in geloof open staan om de Heer te ontvangen, hoe vruchtbaarder onze ontmoeting met Hem zal zijn.
Om te eindigen een stukje uit het mooie gebed van zr. Elisabeth. Zr. Elisabeth is een voorbeeld van iemand die goed kon luisteren naar de Schrift. Vooral de brieven van Paulus waren voor haar zo rijk: “O Woord van God, uitgesproken voor eeuwig, mijn leven wil ik doorbrengen luisterend naar U, mij volkomen laten onderrichten om alles van U te leren. Door alle nachten, alle leegte, alle onmacht heen, wil ik mijn blik op U gevestigd houden en blijven in Uw groot licht. Mijn geliefde Zon, boei mij zozeer, dat ik Uw lichtkrans nooit meer kan verlaten.”
Heer, leer ons luisteren…