Homilie Pater Roeland Van Meerssche 29 oktober 2023 : 30ste zondag door het jaar A

Broeders en zusters,

De twee geboden waarvan sprake is in het evangelie: “Ge zult uw God beminnen met gans uw hart, en uw naaste als u zelf”, waren reeds bekend in het Oude Testament. Jezus maakt ze nu tot één gebod. De nieuwheid ligt eerst en vooral in het feit dat, terwijl het eerste gebod het eerste blijft, het tweede nu gelijk wordt aan het eerste. Het voornaamste en eerste is: “De Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand”. En even gelijkwaardig: “Ge zult uw naaste beminnen als u zelf”.
 
Op het einde van zijn leven zal Jezus nog verder gaan. Dan is het niet meer: “Bemin uw naaste als u zelf”: maar “Heb uw naaste lief zoals Ik u heb liefgehad”. Dat is een enorm verschil en we begrijpen onmiddellijk dat dit onze krachten ver te boven gaat. Elkaar liefhebben zoals Jezus ons heeft liefgehad.
 
Jezus begreep ook wel dat Hij met dit gebod ons iets vroeg wat wij op eigen krachten niet aankunnen. Beminnen zoals God bemint is alleen maar mogelijk als die goddelijke liefde ons geschonken wordt. Paulus zal schrijven aan de Romeinen: “Gods liefde is in ons hart uitgestort door de H. Geest”.
 
Hier stoten we dan ook op een wezenlijk element van het evangelie. God is liefde en de bron van alle liefde. Het enige dat wij moeten doen is ons hart openen om die liefde van God toe te laten zodat wij er van vervuld worden.
 
En als ons hart er vol van is, stroomt het over en geeft het door wat het ontvangen heeft. Het eerste deel van deze stroom is de liefde van God voor ons; het tweede deel van diezelfde stroom is onze liefde tot de naaste. Maar het is één en dezelfde stroom die ontspringt aan dezelfde bron.
 
Er is dus eigenlijk maar één stroom van liefde: die van God uitgaat en door ons heen naar de naaste stroomt. Wat dat concreet betekent heeft Jezus ons duidelijk getoond: zijn liefde voor de armen, de zwakken, de zondaars; liefde tot het uiterste.
 
Beminnen is dus een werkwoord. Liefhebben is het ene werkwoord dat in alle andere werkwoorden van het leven vervoegd moet worden. Liefde is dus geen romantisch gevoel dat je plots kan overvallen. Liefhebben is een nuchter werkwoord, maar dan wel heel groot.
 
Daarom mogen we niet lichtzinnig spreken over de liefde zoals op onze dagen zo vaak gebeurt. Daar is het te groot voor. Maar hoe groot ook: het moet wel in die vele kleine dingen van elke dag vertaald worden.
 
Opvallend is wel dat Jezus in de parabel over het Laatste Oordeel niet zal vragen: “Heb je Mij liefgehad”. Wel zegt Hij: “Ik was hongerig, en dorstig en naakt en ziek… wat hebt ge gedaan?”. In de parabel van de Barmhartige Samaritaan gaat het over olie en wijn, een rijdier en geld, maar het woord “liefde” valt niet. De liefde zit verborgen in al die kleine werkwoorden en gewone dingen.
 
Dat wil Jezus ons duidelijk maken: Het gaat niet over God of de mens, maar over God en de mens. Deze twee zijn onafscheidelijk, gelijkwaardig. De liefde tot God moet zich uiten in daden van liefde tegenover de medemens. En die liefde tot de medemens moet zich steeds weer voeden aan de bron van liefde die God is. Ook hier zouden we kunnen zeggen: wat God verbonden heeft, kan geen mens meer scheiden.
 
Die liefde van Jezus roept ons samen rond deze tafel. Ze roept elk van ons persoonlijk om één Godsvolk te vormen. Deze liefde nodigt ons uit, en bindt ons ook samen. Jezus geeft zichzelf in de communie, en geeft elk van ons in de communie aan de ander. Je hebt het Lichaam van Christus ontvangen, je bouwt aan de Kerk. Je hebt je broeder of zuster gezien, je hebt de Heer gezien.

 

Eucharistie KarmelGent.be

 

deze homilie als pdf

Overzicht van alle homilieën

 

Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven