Homilie Pater Roeland Van Meerssche 26 maart 2023 : 5de zondag van de veertigdagentijd A

Broeders en zusters,
 
De eerste lezing die we hoorden is gesitueerd in een periode waarin het volk van Israël levend dood is omdat het in ballingschap moet leven. Niets heeft nog zin, alles is wanhoop en doffe ellende. Het is precies tegen die vertwijfeling in dat de Heer bij monde van Ezechiël herstel belooft: “Ik zal uw graven openen”, zegt Hij. “Ik zal mijn geest over u uitstorten en ge zult leven”.
 
Die belofte van de Heer is nog altijd broodnodig. De belofte dat Hij onze graven zal openen en zijn geest over ons zal uitstorten en ons zal doen leven. Zoals ook de opwekking van Lazarus broodnodig blijft.
 
Johannes is de enige evangelist die ons dit verhaal vertelt. Dat is ook zo voor de verhalen die we de voorbije weken hoorden: over de blindgeborene en de Samaritaanse vrouw. En Johannes heeft zo zijn eigen manier van vertellen. Zijn verhalen zijn zo direct en zo visueel dat we er als het ware middenin zitten. En dat is zijn bedoeling. Hij wil dat we het verhaal zo direct mee beleven dat het ons eigen verhaal wordt: het verhaal van ons eigen leven, onze eigen vreugde, onze eigen pijn, onze eigen opwekking. Dan kunnen we zien wat die verhalen écht vertellen en dat is dat Jezus leven geeft en leven is. Hij gaf leven aan de Samaritaanse vrouw, die levend dood was omdat ze op den dool was. Hij gaf leven aan de blinde omdat hij uitgestoten werd, want hij of zijn ouders waren zogezegd zondaars. Vandaag geeft Jezus leven aan Lazarus én aan zijn beide zusters. Hij zegt het ook letterlijk: “Ik ben de verrijzenis en het leven”. Tegen de Samaritaanse vrouw zegt Hij: “Ik bén het levende water”. En tegen de blindgeborene: “Ik bén het licht van de wereld”. Niet morgen of op de laatste dag, maar vandaag is Hij die verrijzenis en dat leven, dat levende water en dat licht.
 
Broeders en zusters, het gaat bij Jezus niet om het hiernamaals, maar om het hiernumaals. Het is nu dat we Hem kunnen ontmoeten, het is hier en nu dat Hij het leven en de verrijzenis is. We moeten nu verrijzen, elke dag opnieuw, door te leven volgens het woord van Jezus. Want Jezus spreekt ook nu nog tot ons. En zijn woorden en daden zijn woorden en daden van God zelf. Het zijn woorden en daden van nederigheid en zachtmoedigheid, van barmhartigheid en troost, van liefde en vergeving. Ook over de dood spreekt Hij tot ons. Dat horen we vandaag in het evangelie. “Uw broer zal verrijzen”, zegt Jezus als antwoord op de vraag van Maria waarom Hij niet vroeger was gekomen. Hij laat Lazarus opstaan uit de dood. En dat is de mooiste en zuiverste belofte die we kunnen krijgen over het leven na de dood. De dood is niet het einde, de dood is de overgang naar het eeuwig leven.
 
Broeders en zusters, nooit zal de Heer ons in de steek laten; nooit zal hij ons vergeten. Enkele tijd geleden gaf Paus Franciscus dit getuigenis: “Bovenal weet ik dat de Heer zich mij herinnert. Ik kan Hem vergeten, maar Hij mij vergeten? Hij vergeet me nooit”. Die zekerheid loopt doorheen de ganse Schrift: God zal ons nooit vergeten. Die woorden mogen we op ons leven leggen, niet aan de buitenkant, maar in de diepte van onszelf, daar waar ons echte leven zich afspeelt. Dan zouden we nooit meer levend dood zijn, en zouden we sterk genoeg staan om ons leven te delen met onze medemens. Broeders en zusters, laten we dat doen: Jezus laten leven in ons.
 
P. Roeland

 

 

deze homilie als pdf

Overzicht van alle homilieën

Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven