Homilie Pater Piet Hoornaert 12 november 2023 : 32ste zondag door het jaar A

OPENINGSWOORD

Ik denk wel dat je deze zegswijze kent:
“Een verwittigd of gewaarschuwd mens is er twee waard”.
Wel vandaag worden we zo ook in het evangelie
gevraagd om alert te zijn, op te passen, waakzaam te zijn.
 
Terwijl dan weer de andere bijbellezingen
ons hoop en wijsheid willen schenken.
 
Laten we daarom ons hart openen
om deze hoop en wijsheid,
als een genadigheid van Godswege,
ons te laten doordringen.
Laten we als een verwittigde christen mens
waakzaam leven vanuit een zinvolle, gelovige verbondenheid
met de goede Jezus, onze Heer.

KYRIE-LITANIE

Heer, uw genade kent geen grenzen.
Heer, ontferm U over ons.
 
Christus, Gij zijt onze hoop op eeuwig leven.
Christus, ontferm U over ons.
 
Heer, uw Geest van wijsheid woont in ons.
Heer, ontferm U over ons.

 

HOMILIE

Mt 25, 1-13

Vier zondagen geleden hoorden we: ‘Het Rijk der hemelen gelijkt op een koning die een bruiloftsfeest gaf voor zijn zoon.’ Vandaag klinkt het dat ‘het met het Rijk der hemelen zal gaan als met tien meisjes die met hun lampen uittrokken, de bruidegom tegemoet.’
 
In beide parabels gaat het dus om een bruiloftsfeest, en mogen sommigen het feest niet bijwonen. In de eerste parabel wordt een bezoeker letterlijk buitengeworpen, omdat hij niet feestelijk aangekleed is. Vandaag staan vijf meisjes voor een gesloten deur, omdat ze door hun eigen domme schuld veel te laat aankomen. En in beide parabels wacht de geweigerden hetzelfde lot: ze moeten triestig in de duisternis buiten blijven.

Ik zal wel slimmer zijn.

Misschien denken wij nu: ‘Ola, mij overkomt dat niet, want ik ben op mijn hoede. Als mij iets gevraagd wordt, doe ik wat er van mij verwacht wordt. En ik zal zeker zo geen domme dingen doen als die man zonder aangepaste feestkledij, en die meisjes die er niet aan denken dat een lamp niet vanzelf brandt.’
 
En wellicht vragen we ons af hoe dat mogelijk was. Waren die meisjes werkelijk zó dom, dat ze niet eens wisten dat ze olie nodig hadden? Of hadden ze zich al zo feestelijk geamuseerd, omdat ze uitgenodigd waren op een bruiloftsfeest? Of hadden ze zich afgevraagd wie ze zouden ontmoeten, en met wie ze zouden zingen en dansen. Of hadden ze met elkaar gediscussieerd welke rijke jongeman de hunne zou kunnen zijn.
 
Vandaag zou het wellicht niet echt anders zijn, maar de meisjes zouden nu zozeer bezig zijn met hun smartphone of iPhone, of met een van hun andere speeltjes, dat ze ook niet zouden denken aan bevoorrading van hun lamp.
 
Maar met al hun gebabbel en al hun amusement vergaten en vergeten ze één ding, namelijk dat het hier gaat om het “Feest van het Rijk der hemelen”, dwz geen Gentse Feesten, ook geen muziekfestival op een weide ergens, geen kermis, waar je zomaar van alle attracties gratis kan genieten.

Je moet je er ook wél flink voor inzetten!

Nee, je moet dàt feest wél serieus voorbereiden. Je moet willen meebouwen aan dat feest van het Rijk der hemelen. Want het kan alleen een hoogfeest van Gods liefde, vrede en vreugde worden, als wij er ons met zijn allen flink voor inzetten. Dààr draait het om.
 
Dus moeten wij ons afvragen: Doen wij dat? Horen wij bij de vijf slimme, of bij de vijf domme meisjes? Doen wij iets om onze lamp van waakzaamheid en verlangen naar God te doen branden? Onze lamp van inzet voor Gods Rijk van liefde, vrede en vreugde? Brengen wij licht in de duisternis van onze medemensen in nood? Brengen wij licht in het leven van onze partner, onze kinderen en kleinkinderen, onze ouders, onze buren, onze collega’s op het werk, onze leefgemeenschap, onze Kerk?
 
Zijn wij er ons van bewust dat christen-zijn niet zomaar – nu en dan – even halthouden is, zéker geen tussendoortje is, niet enkel present zijn in de weekend-eucharistie? Want ja, we moeten voor het overige toch tijd hebben onszelf, voor ons eigen plezier, onze eigen hobby’s, ons eigen plannen en bezit… Voor christenen is er dus blijkbaar toch wel veel meer gevraagd dan dit.

Je neemt positieve levenswaarden ter harte.

‘Wees waakzaam, want gij kent dag noch uur,’ brengt Jezus daartegen in. En die dag en dat uur slaan op de beoordeling, de evaluatie van ons leven. Het einde van het liturgische jaar komt in zicht. In die periode is er elk jaar aandacht voor die evaluatie en voor het hiernamaals.
 
Wat hebben we gedaan om er het beste van te maken? Hebben we geprobeerd om te leven naar Jezus’ woorden en daden? “God is liefde”, zegt Jezus, en Hij is ons aller Vader. Maar Hij leert ons óók dat God wenst dat we oprecht waakzaam zijn in het ter harte nemen van de positieve levenswaarden, de deugdzaamheid.
 
Jezus verlangt ons hierin altijd nabij te zijn. We staan er niet alleen voor. ‘Wie vroeg opstaat, hoeft zich niet uit te sloven, want hij zal de wijsheid vinden, zittend aan zijn deur’, hoorden we in de eerste lezing. En die wijsheid aan onze deur is Jezus, want Hij is ‘de weg, de waarheid en het leven.’ Is Hij dat inderdaad voor ons? Is Hij de weg die we proberen gaan? Is Hij de waarheid en het licht in ons leven?
 
De olie in de lampen staat voor wat we aan God kunnen voorleggen als ingesteldheid. Sommigen kunnen niets voorleggen, zoals vijf van die meisjes. Ze zijn niet waakzaam geweest. Ze hebben niet geleefd volgens Jezus’ verlangen. Ze hebben ook de wijsheid niet gehad om God een voorname plaats in hun leven te schenken. Dus zijn hun lampen leeg. 

Mijn dood is niet het einde!

De dagen krimpen, de natuur gaat in rust of sterft af. Meer dan anders denken we aan de dood, en wellicht rijst daarbij de vraag: En daarna? Voor vele mensen is het antwoord eenvoudig: “Geen probleem, want de dood is het einde, en dan volgt het niets.” Maar christenen geloven niet in dat niets. Jezus laat ons gelukkig en ook zeer geloofwaardig verder kijken over onze dood heen. Juist door zijn verrijzenis is Hij elk van ons voorgegaan naar het hemels feest van Gods liefde, die sterker is dan de dood.
 
Geloof dus gerust de laatste woorden van H. Elisabeth van Dijon: “Ik ga naar het Licht, naar de Liefde, naar het Leven” en ook die van de H. Teresia van Avila: “God, het is tijd dat we elkaar zien, mijn Beminde Heer Jezus”.

 

 

VOORBEDEN

V. Richten we ons nu vertrouwvol tot God
en leggen we Hem biddend voor
al wat ons ter harte gaat.
 
L.

1. Voor onze Katholieke Kerk en voor geloofsgemeenschappen;
voor elke gebedsruimte waar uw Naam
met eerbied wordt genoemd;
dat dit plaatsen zijn waar uw wijsheid woont,
dat zij het licht van uw liefde verspreiden;
dat zij medemensen wijzen op uw aanwezigheid
en zo de wegwijzers naar U zijn in onze tijd…
 
2. Voor wie op de proef gesteld worden
door ziekte, ruzie of geweld,
dat er mensen hun levensweg verlichten
en ze hoopvol de toekomst tegemoet kunnen kijken…
 
3. Voor mensen die ongeïnspireerd zijn,
voor wie nergens door geraakt wordt;
dat uw Geest in hen tot leven komt,
dat uw warmte in hun hart doorbreekt…
 
4. Voor mensen die geen toekomst zien,
voor wie achterblijven waar anderen verder gaan;
dat er mensen zijn die hen op weg helpen,
dat U hen met mededogen tegemoet komt…
 
V. God, Gij zijt de bron van alle leven.
Wij vragen U: verhoor ons gebed en open ons hart
opdat we hoopvol uw goede weg blijven gaan.
Door Christus onze Heer.

 

 

deze homilie als pdf

Overzicht van alle homilieën

 

Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven