OPENINGSWOORD
In het doopsel worden wij kind van God,
drager van het Licht,
en komt Gods Geest in ons
als een onuitputtelijke bron van leven.
Straks horen we in het evangelie
het bijzonder verhaal van de ontmoeting van Jezus
met een Samaritaanse vrouw bij de put van Jacob.
De vrouw heeft geen onbesproken levenswandel,
maar ze mag – dank zij Jezus –
ontdekken en ervaren wat het betekent
om helemaal door God gekend én geliefd te zijn
en zo over Góds grote daden
aan haar dorpsgenoten vertellen.
Als Gods kinderen mogen we vandaag ook samenzijn
om zijn liefde te ervaren,
Gods woord te ontvangen
en in de H. Communie ons met Jezus zélf verenigd weten.
Laat ons dan samen putten aan de bron van het levend water,
dat is Jezus die ons met zijn vergevende liefde vervult.
KYRIE-LITANIE
Heer, Gij zijt altijd bij ons.
Heer, ontferm U over ons.
Christus, Gij zijt de bron van het levend water.
Christus, ontferm U over ons.
Heer, Uw Geest woont in ons hart.
Heer, ontferm U over ons.
V. Moge de algoede God zich over ons ontfermen,
onze zonden vergeven en ons geleiden naar het eeuwig leven.
HOMILIE
Joh 4,5-42
Volgens een vroeg-joodse traditie schiep God op de avond van de zesde scheppingsdag, nà de mens, ook nog de wandelende waterput. Deze put volgde de rechtvaardigen en voorzag hen van levend water. Als Abraham, of later Jakob, naar die waterput toeliep, welde het water vanzelf omhoog, hem tegemoet, zodat hij niet moeizaam hoefde te putten.
Een waterput die met je meegaat!
Toen Abraham bezoek kreeg van drie mannen, keek hij naar de waterput. Aan het oprijzende water, zag hij dat hij Godvrezende gasten op bezoek had. Laban wilde Jakob niet laten gaan, omdat de aanwezigheid van Jakob altijd ‘water’ verzekerde. Deze zelfde waterput wachtte Israël op in de woestijn en was de rots die het volk water gaf, toen het dorst had.
Zo sprak men in die vroeg-joodse traditie over de wandelende waterput. Water is van levensbelang! En het is dan ook niet verwonderlijk dat er rondom putten en bronnen mooie verhalen ontstaan.
Zo’n verhaal horen wij vandaag in het Evangelie. Het is een verhaal vol van symboliek, met verwijzingen, aandachtspunten en tradities, zo helemaal in de stijl van Johannes. En bij Johannes moet je altijd opletten. Er altijd sprake méér dan er geschreven staat!
Een vrouw die model staat voor een volk.
Vrouwen spelen ook een grote en bijzondere rol in het Evangelie van deze Evangelist. Zij zijn belangrijke gesprekspartners. Twee hoofdstukken eerder – bij de bruiloft van Kana – had Maria eveneens een niet zo voor de hand liggende rol. Jezus sprak haar aan met ‘vrouwe’. Zij was hier niet ‘de moeder’ van Jezus, want hier ging het niet om de bloedband. Maria vertegenwoordigde hier immers het volk van de Thora, de wet van Mozes. Net zoals de Samaritaanse vrouw hier aan de bron van Jacob, want ook zij staat model voor een volk.
Over het tijdstip van die ontmoeting en het feit dat een Joodse man een Samaritaanse vrouw aanspreekt, is er wel een en ander toe te lichten. Maar veel belangrijker is dat hier een ‘volk’ tot inzicht komt dat Jezus de Messias is. Dit volk – en nog wel Samaritanen – komt tot geloof door deze vrouw. Zij maakt een geloofsproces door: eerst spreekt zij Jezus aan als Jood, dan als Heer, en van profeet wordt het Messias.
Jezus zet zich dus neer bij de bron van Jakob. Hij komt thuis bij zijn diepste wortels. Net als Jezus hechtten de Samaritanen veel belang aan de Thora! Deze plek was/is een heilige plaats. En hier op deze plaats lijkt het over alledaags water te gaan. Maar al snel krijgt het gesprek een diepere laag. Deze vrouw is al heel lang op zoek naar de zin/de bron van haar bestaan. Bij al die relaties met verschillende mannen, heeft zij haar geluk en houvast niet gevonden. Ze ontdekt in het gesprek met Jezus dat geloof in deze Messias haar ten diepste kan laten leven. Jezus maakt haar duidelijk dat Hij haar écht kan helpen. Jezus zélf is een nieuwe bron. Hij wordt water dat alle levensdorst verdrijft. Als je je kunt laven aan deze bron, word je ook zélf bron van leven.
De bron Jezus boort ook in jou een levensbron aan!
Jezus boort in mensen dus een nieuwe leven-gevende bron aan. Hij zegt haar toe dat het water dat Hij geeft in de ontvanger, een bron zal worden, waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft. Dit is ook een verwijzing naar de wandelende put, waaruit het water voor Gods rechtvaardigen altijd vanzelf opwelt.
Dat blijkt even later ook. Want haar volk geeft aan: “Nu geloven wij niet meer op grond van wat jij verteld hebt. Jouw getuigenis en de ontmoeting met deze man hebben ons geloof bevestigd”. Deze vrouw, dit volk uit het Samaritaanse land, pakt veel eerder en sneller op wat Jezus bedoelt, dan zijn eigen leerlingen. Zij zijn nog niet zo ver!
De openhartigheid van deze Samaritaanse vrouw roept blijkbaar bij Jezus iets op, waardoor Hij kan zeggen dat Hij de Messias is. In tegenstelling tot de vrouw, blijven de intussen aangekomen leerlingen voorzichtig, misschien zelfs achterdochtig. Ze zijn verbaasd dat Jezus met een vrouw staat te praten! Maar ze zeggen niet wat ze denken en gaan argwanend met de situatie om. Het bevalt hun niet dat er kennelijk dingen gebeurd zijn, waar zij geen weet van hebben.
Jezus is blij verwonderd over hun geloof.
Jezus moet hen aansporen tot vreugde: “Wees blij dat je kunt oogsten waar je niet hebt gezaaid”! Hier blijkt dus opnieuw wat je elders in het evangelie kunt opmerken, bv. bij de genezing van de knecht van de Romeinse hoofdman van Kafarnaüm (Lukas 7,9). Ook dàn is Jezus blij verwonderd en verbaasd roept Hij uit: ”Ik verzeker u, zo’n groot vertrouwen heb Ik zelfs in Israël niet aan getroffen”.
Het beeld van overvloedig en vruchtbaar water leidt naar het beeld van de oogst. Beide beelden staan voor een leer- en groeiproces in geloven. En als dat proces op gang komt, mondt dat uit in een vruchtbaar bestaan. “Dan is het tijd voor de oogst – kijk eens goed naar de velden, (hier bij dit volk), ze staan wit, rijp voor de oogst. Ik heb jullie gezonden om een oogst binnen te halen waarvoor je je niet hebt afgemat: anderen hebben zich afgemat en jullie plukken de vruchten van hun werk”. De leerlingen moeten het allemaal nog wat verwerken.
Bij de bron van levend water, die Jezus is, mogen wij ons steeds weer neerzetten. Wij mogen er tot rust komen, bij onszelf thuis zijn en vrede vinden. Wij mogen zien en ontdekken welke onze bronnen zijn, van waaruit wij leven en werken. Als wij bij die bron verwijlen, staan we in verbinding met de bron die Jezus is. Hij is de nieuwe wandelende waterput. Dat kan richting geven aan ons leven. Het kan voor ons een stimulans zijn om de waardevolle wegen te bewandelen van verbondenheid met God en met elkaar.
Je komt bij je eigen wortels.
Bij de bron van Jakob zat Jezus bij zijn diepste wortels. Ook wij kunnen bij die Jezus-bron bij onze eigen wortels komen, bij onze oorsprong en zo ontdekken wat het betekent een geliefd Kind van God te zijn.
Zoiets kan duidelijk gebeuren in deze kerk en in ons Centrum “Het Rustpunt”. Ook binnenkamers bij je thuis. In een natuurdomein, aan zee, of in een bos, kun je bij de waterbron/bij de put van Jezus verblijven. Laten wij allemaal deze vriendelijke uitnodiging van Jezus ter harte nemen: “Kom naar Mij, ik ben voor jou als levend water. Die Bron zal je leven geven: levensadem en H. Geest”.
VOORBEDEN
V. Richten wij ons nu tot God die altijd bij ons is
en leggen wij Hem alles voor wat ons bezighoudt.
L.
- Voor onze Kerk.
Dat ze zich blijft laven aan de bron
en zich in haar doen en laten laat inspireren
door Jezus Christus en zijn het Evangelie…
- Voor wie leven in vertwijfeling
en Gods afwezigheid ervaren.
Dat er mensen op hun pad komen
die licht en zekerheid brengen…
- Voor mensen in ontwikkelingslanden
die het hardst getroffen worden door de klimaatcrisis.
Dat we onze verantwoordelijkheid nemen
en bouwen aan een leefbare toekomst voor iedereen…
- Vader,
wek de gezindheid van Jezus
in het hart van jonge mensen.
Schenk aan de Karmel
een nieuwe lente van jongeren,
die alles voor u durven verlaten
om u te volgen,
onthecht, zuiver, luisterbereid
en dienstbaar aan uw mensen…
- Voor onszelf.
Dat we blijven zoeken
naar Gods onuitputtelijke bron van liefde in ons
en deze liefde delen met elkaar …
V. God,
Gij zijt de bron van het eeuwig leven.
Hoor onze beden en open ons hart
opdat uw Geest van liefde in ons werkzaam is en blijft.
Wij vragen het U door Christus, onze Heer.