+
Donderdag hoorden we hoe Jezus zijn leerlingen de voeten wast en een laatste maaltijd met hen had. Vrijdag hebben we stil gestaan bij het proces, de kruisiging en graflegging van Jezus. “Er viel duisternis over de hele streek”, noteert de evangelist Lucas. En dan werd het heel stil, heel stil. Jezus ligt in het graf. De leerlingen zijn ontredderd en kruipen bang samen om af te wachten wat er zou gebeuren.
Voor de Joden is hun feest van de Grote Sabbat voorbij. Ook zij maken zich ongerust en vragen bewaking van het graf.
Zelfs voor ons is de dag die nu voorbij is een dag van stilte, van droefenis om Jezus lijden en sterven. In onze kerken kon je het kruis vereren, er even bij waken en wachten.
En dan: “vroeg in de morgen – het was nog donker”, schrijft de evangelist Johannes, gaan Maria Magdalena en de andere Maria naar het graf. Het graf is leeg en zo staat Maria Magdalena daar met lege handen. Ze heeft niets meer. Het dode lichaam van Jezus is weg en kan ze dus niet balsemen. Maria Magdalena komt nóg voor in de Evangelies. Op alle cruciale momenten van Jezus’ leven is ze erbij: zij is degene die hem zalft met geurende olie. Wanneer de meeste van zijn leerlingen op de vlucht zijn geslagen, staat zij mee bij Jezus onder het kruis. Zij is het die als eerste naar het graf van Jezus gaat , om te ontdekken dat hij daar niet meer ligt. Vrees bevangt de twee vrouwen.
Ook wij zijn vanavond een donkere kerk binnen gekomen, met ons kleine kaarsje achter de grote paaskaars aan. De paaskaars: het symbool van het licht in de duisternis, licht dat de verrezen Christus in de wereld brengt.
Voor Maria Magdalena was het licht van de verrezen Christus er nog niet. Er klonk in die nacht geen jubelende paaslofzang. Integendeel: plots is er een stralende engel … de bewakers van het graf beginnen te beven van schrik … het leven leek uit hen geweken. Zo hoorden we in het Evangelie.
Bij Maria Magdalena is het anders. Ze is Jezus tijdens zijn leven van heel dichtbij gevolgd. Ze heeft een diepe relatie met Jezus opgebouwd.
Net zoals alle andere leerlingen is haar hart verward … het is nog donker wanneer zij naar het graf gaat.
Elk jaar opnieuw luister ik tijdens het Paastriduum naar het lied dat Maria Magdalena zingt bij het kruis in de rockopera Jesus Christ Superstar van Andrew Lloyd Weber en Tim Rice: “I don’t know how to love him” … Een klein stukje in vertaling:
Ik weet niet hoe ik van hem moet houden,
wat ik kan doen, hoe hem te beroeren.
Ik ben veranderd, ja echt veranderd
In deze afgelopen dagen
Wanneer ik mezelf zie
lijk ik op iemand anders.
Ik weet niet hoe ik dit aan moet pakken
Ik zie niet waarom hij me raakt …
De liedtekst kan over menselijke liefde gaan … maar het gaat ook over meer. Het gaat over hoe het gebeuren met Jezus, haar met Hem mee optrekken en voor Hem zorgen … het naar zijn boodschap luisteren, het zien hoe Hij omging met mensen én met God zijn Vader háár heeft veranderd. Het gaat over hoe Jezus langzaam maar zeker licht in haar duisternis is geworden.
Nu staat ze bij het graf … de steen is weg gerold, het dode lichaam is er niet, wel een engel en bange soldaten. De lichtende engel spreekt tot de twee vrouwen en zegt hun: “Degene die ge zoekt, de Gekruisigde is niet hier. Hij is verrezen.” Heel zeker begrepen de vrouwen toen die woorden niet. Maar de engel geeft hun een zending mee: “Ze moeten wat ze bij het graf hebben meegemaakt aan de leerlingen vertellen dat Jezus verrezen is en dat Hij hen voorgaat naar Galilea; daar zullen ze Hem zien”.
Maria Magdalena en de andere Maria gaan weg van het graf. Er is bij hen vrees en vreugde. Op weg naar de leerlingen om hen de boodschap van Jezus’ verrijzenis te brengen, komt de Heer naar hen toe en neemt hun vrees weg. Ze aanbidden hem.
Nu is er vrede in hun hart want alleen de liefde kan het zien. Alleen de liefde kan ontdekken wat het betekent: Christus is verrezen Alleluia!
Daarom klinkt in elke paaswake de lofzang op de paaskaars: “Nu juichen alle engelen in de hemel, nu juichen de mensen op aarde … juichen om die grote Koning … heel de aarde zij vol van vreugde”.
Dat het licht in ons mag blijven branden,
’t laaiend vuur, het dove niet.
God draagt ieder mensen kind op handen,
looft zijn Naam met een vreugde lied.
Broeders en zusters,
Ook in naam van P.Lukas en P.Piet: “Zalig Pasen! De Heer is waarlijk opgestaan. Alleluia!”
