Homilie Pater Paul De Bois 19 februari 2023 : 7de zondag door het jaar A

+
 
Iedereen van ons kent de films van ‘den dikke en den dunne’, van Laurel en Hardy. Ik vind het nog steeds plezant om er naar te kijken. In meerdere van die → filmpjes komt steevast het moment waarop de taarten tevoorschijn komen. Liefst recht in het gezicht van … Die voelt zich dan al vlug geroepen wraak te nemen en zijn compagnon ook een taart in het gezicht te duwen. Eigenlijk heel banaal, maar toch moeten we er meestal wel om lachen.
 
Dat spel wordt ook onder ons gespeeld. Alleen wat subtieler. Wij smijten gewoonlijk met figuurlijke taarten naar elkaar. Elk van ons kent de pijn van roddel, achterklap, verdachtmaking. De pijn van het besef dat anderen je bij momenten gewoon niet de nodige levensruimte gunnen.
 
Meestal gaat het niet om spectaculaire dingen, zoals in die filmpjes van den dikke en den dunne. We zorgen er voor dat onze grieven, vetes niet al te opvallend worden uitgevochten.
 
Van gegooide taarten naar de lezingen van deze zondag.
 
En dan zijn er de lezingen van deze zondag: “Weest heilig”, zo begon de eerste lezing uit het boek Leviticus. “Bemin uw vijanden, bidt voor wie je achtervolgen, weest volmaakt zoals uw Vader in de hemel volmaakt is”, zegt Jezus dan weer in het Matteüs evangelie.
 
Woorden waar je bijna spontaan op reageert met: dat lukt mij niet. Ik kan dat niet opbrengen. Ik ben geen heilige. Daarmee is de uitdaging, de oproep vanuit beide lezingen terzijde geschoven; niet van doen.
 
Vervelende woorden … want wie heeft nu “heilig worden” op zijn/haar programma staan.
 
Vervelende woorden uit de Bijbel, want we begrijpen ze heel vaak in de zin van: altijd moeten oppassen, altijd met het goede moeten bezig zijn, zelden of nooit een misstap mogen begaan, laat staan een scheve schaats rijden.
 
Schriftwoorden die ons voortdurend herinneren aan “wat ons niet lukt”: heilig worden en volmaakt. Maar Gods woord is toch niet bedoeld om ons altijd mislukt te doen voelen! We moeten ze dus een andere manier verstaan.
 
Leviticus als richtingwijzer bij de oproep in het Evangelie.
 
Ik neem de tekst uit het boek Leviticus als richtingwijzer, waar er staat: “Weest heilig, want Ik de Heer uw God, ben heilig”. Een gedachte die onmiddellijk verbonden wordt met niet haatdragend zijn, geen wraak willen nemen, maar je naaste willen beminnen/waarderen zoals jezelf.
 
Wie is dan je naaste?
 
Onze naasten … dat is iedereen, alle mensen van de hele wereld, zelfs je vijanden, de mensen met wie je het echt niet kan vinden.
 
De Bijbel ziet dat een beetje anders. Je naaste is je genoot, iemand waar je op aangewezen bent: een klasgenoot, huisgenoot, lotgenoot, landgenoot, je bondgenoot …
 
Iemand dus waarmee je iets te maken hebt, veel of weinig. Maar zo zijn we elkaars naasten.
 
Eigenlijk is de courante vertaling van de eerste lezing niet helemaal correct. Er staat: de naaste beminnen als jezelf”. In het Hebreeuws staat het toch net iets anders: “ge zult uw naaste liefhebben, hem, iemand als jij”. Dat wil dus zeggen dat we onze naaste proberen lief te hebben, want hij/zij is zoals wij. Je naaste is er niet anders aan toe dan jij. Je bent op elkaar aangewezen. We mogen elkaar niet in de steek laten.
 
Met andere woorden: we moeten – met vallen en opstaan – doen zoals God doet: kwaad niet met kwaad oplossen, maar proberen mekaar vrij te maken van het kwaad dat we bewust/onbewust elkaar aandoen. Nog eens anders gezegd: we moeten barmhartig zijn zoals God, voor elkaar.
 
De liefde van God.
 
De diepe grond van die levenshouding heeft te maken met de kern van Jezus’ boodschap: de liefde van God zelf.
 
God wil ruimte en tijd van leven geven aan alle mensen, niemand uitgezonderd, ruimte en tijd ook om Hém te vinden. God stelt zich ter beschikking van elke mens.
 
Als wij vandaag opgeroepen worden tot volmaaktheid is dat een oproep om voor mekaar geen belemmering te zijn op een volwaardig menselijk leven … zodat ieder de gulheid van God zou kunnen ontvangen. We mogen mekaar dus niet gevangen houden in de kring van onmenselijkheid, de kringloop van het kwaad. We worden opgeroepen elkaar leven te geven en waar het kan dat telkens opnieuw mogelijk te maken waar het kan.
 
Op onze manier doen wat God doet.
 
Volmaakt zijn en heilig worden houdt in dat je op jouw manier doet wat God op zijn wijze doet. Ook al zullen we dat nooit kunnen zoals God, toch kunnen we een heilige en volmaakte koers in ons leven aanhouden … een koers waarop we naar elkaar toe varen. De koers van nooit meer oog om oog, tand om tand.
 
Het Evangelie is vandaag een oproep om de kringloop van het kwaad te doorbreken en ondanks schaamte over ons in gebreke blijven, nooit ophouden om voor mekaar barmhartig te zijn en gul in het goede.
 
o.a.m.d.g.

 

 

deze homilie als pdf

Overzicht van alle homilieën

Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven