Homilie Pater Lukas Martens 27 augustus 2023 : 21ste zondag door het jaar A

De opvatting van de mensen over Jezus

Er was de vraag van Jezus in het evangelie: wie is volgens de opvatting van de mensen de Mensenzoon? Indien Jezus deze vraag nu aan ons zou stellen, wat kunnen wij Hem dan antwoorden? Misschien moeten we Hem antwoorden: ‘Het spijt ons, maar de meeste mensen kennen U niet, ze halen hun schouders op, ze zijn niet in U geïnteresseerd. Sommigen zeggen dat Gij niet bestaat, anderen dat Gij alleen een figuur zijt uit een sprookje of uit een mooi verhaal.’

Geloof is persoonlijk

En dan de tweede vraag van Jezus: ‘maar gij, wie zegt gij dat Ik ben?’ Die vraag is misschien nog moeilijker. Wie is Jezus voor mij persoonlijk? Ooit werd deze vraag gesteld in een gespreksgroepje. Iedereen mocht daar om beurt een antwoord op geven. Het is wel al 20 jaar geleden maar ik herinner mij dat ik toen antwoordde: ‘Liefde die tot het uiterste gaat’. En dat zou ik vandaag nog steeds antwoorden. Iedereen kan zo zijn eigen antwoord formulieren. Geloof is dus altijd persoonlijk. Als wij de geloofsbelijdenis opzeggen, zeggen wij niet: ‘wij geloven in God, de Almachtige Vader…’ Nee, wij zeggen: ik geloof in God… In het Latijn is dit: credo, ik geloof. Credo komt van het werkwoord ‘credere’ en dat is een samenstelling van ‘cor’ en ‘dare’, wat betekent: uw hart geven. Geloven is uw hart aan God geven. Geloven is een zaak van het hart, en dan wel van het Bijbelse hart: de plaats waar mensen persoonlijke keuzes maken, waar mensen gewetensvol beslissen en hun verantwoordelijkheid nemen.

Sleutel

Geloof is ons persoonlijk antwoord op wat God voor ons gedaan heeft, op wie Hij voor ons is. Dat antwoord kan gegrond zijn op goede verstandelijke inzichten of op persoonlijke ervaringen, gebeurtenissen en ontmoetingen waarvan we aanvoelen dat zij meer dan louter toeval zijn. Dat geloven iets persoonlijk is kunnen we ook zo zeggen: wij mochten in Jezus de sleutel van het geluk ontdekken, uit dankbaarheid daarvoor geven wij Hem de sleutels van ons leven in handen. Dat is geloven.

Gave Gods

Maar geloof is ook een gave van God. Daarom zei Jezus tot Petrus: Zalig zijt gij, Simon, want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard, maar mijn Vader die in de hemel is. De Vader openbaart zijn geheimen aan de kleinen, de eenvoudigen. ‘Niet gij hebt Mij uitgekozen, maar Ik u’, zegt Jezus tot zijn apostelen. Geloof is een diep inzicht dat ons geschonken is. Zo’n inzicht had Paulus bijvoorbeeld ontvangen op zijn vraag hoe het komt dat zijn Joodse broeders niet tot geloof in Jezus kwamen. Vanuit het inzicht dat God hem gaf riep hij uit: ‘O onpeilbare rijkdom van Gods wijsheid en kennis. Hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beslissingen, hoe onnaspeurlijk zijn wegen.’ Dat geloof een gave van God is betekent ook dat ouders het geloof niet kunnen doorgeven aan hun kinderen. Zij kunnen het wel voorleven en hen zoveel mogelijk kansen geven om tot geloof te komen, maar uiteindelijk blijft het een geheim van Gods uitverkiezing. En omdat geloof een gave Gods is kunnen wij erom vragen: ‘Heer, wij geloven, maar vermeerder ons geloof, kom ons ongeloof te hulp’.

Geloven is stevig kiezen

Tenslotte heeft geloven, als dit heel persoonlijk, toch ook altijd een gemeenschapsaspect. We hebben de uitspraak van Jezus: ‘Gij zijt Petrus, en op deze rots zal Ik mijn kerk bouwen’. In de eerste lezing hoorden we hoe Eljakim werd aangesteld tot overste van het koninklijk paleis in de plaats van Shebna. Shebna vertrouwde liever op bondgenootschappen met buitenlandse mogendheden, dan op God. Eljakim daarentegen was een man van geloof, iemand die stevig kiest voor God. Maar om tot die stevigheid te komen en in staat te zijn te zorgen voor een gemeenschap, is beproeving nodig. Dat zien we ook bij Petrus. Petrus heeft wel het juiste antwoord gegeven op Jezus’ vraag door te zeggen: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God’. Maar op dat moment wist hij nog niet wat dit betekende. Petrus zal nog moeten meemaken dat Jezus als Christus in de school van het lijden gehoorzaamheid leert, zich overlevert in de handen van de mensen en doorheen de zwakheid van het kruis tot verrijzenis komt. Petrus zal pas echt een stevige rots worden, na zijn verloochening, als hij ziet hoe liefdevol Jezus hem aankijkt en vraagt: Simon, bemin je Mij?  Jezus’ liefde is vol vergeving, blijft trouw ondanks onze ontrouw.

Jezus bouwt gemeenschap

Als Jezus tot Petrus gezegd heeft: ‘op deze rots zal Ik mijn kerk bouwen’, dan is dat de rots van het geloof in Gods vergevende, trouwe liefde. Eerder had Jezus tot Petrus gezegd: ‘Als gij tot inkeer gekomen zijt, bevestig dan op uw beurt uw broeders’. Zo wordt een gemeenschap opgebouwd. Maar het zijn niet wij die de kerk opbouwen, het is Jezus zelf. ‘Op deze rots zal Ik Mijn Kerk bouwen’. Ook in deze tijd wil Jezus zijn Kerk bouwen op de rots van ons geloof. Geloof dat een gave is van de Vader en ons motiveert om aan anderen te geven wat we zelf om niet mochten ontvangen. Laten we dan voor elkaar bidden: Heer, vermeerder ons geloof, opdat ieder van ons een steentje mag zijn waar Gij kunt op bouwen ten bate van wie na ons komen.

 

 

deze homilie als pdf

Overzicht van alle homilieën

Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven