Waarvoor leef jij?
‘Moeder, waarom leven wij?’ is de naam van een boek en een tv-serie. Maar we zouden de vraag ook een beetje anders kunnen stellen: Moeder, waarvoor leven wij? Indien we op straat aan mensen de vraag zouden stellen: ‘waarvoor leef jij?’ Dan zouden we zeker heel verschillende antwoorden krijgen. Als wij aan Paulus zouden vragen: waarvoor leef jij? Dan is zijn antwoord: ik leef niet voor mijzelf, maar voor de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zichzelf voor mij heeft overgeleverd. Indien we de vraag aan Jezus zouden stellen dan zou Hij ons misschien antwoorden: kijk eens naar wat Ik deed voor Mattheus, voor Zacheus, voor de blinde Bartimeus, voor de verloren zoon en voor de man langs de weg die in handen van rovers was gevallen. Jezus wist waarvoor Hij leefde, waarvoor Hij in deze wereld was gekomen en Hij wist ook dat Hij daarmee een teken van tegenspraak zou zijn, dat Hij daarmee de bijnaam zou krijgen: ‘Kijk, die gulzigaard en wijndrinker, die vriend van tollenaars en zondaars.’
Afschrijven of begrijpen
Kijken we nu naar het evangelie van vandaag en zien we Mattheus zitten aan tolhuis. Gezien met de ogen van sommige Farizeeën is hij een hopeloos geval, iemand die meedoet met de bezetter en zich verrijkt op de kap van zijn arme volksgenoot. Zo iemand is geklasseerd, afgeschreven, het is verboden om nog met zo iemand om te gaan. Maar gezien met de ogen van Jezus is hij iemand die gevangen zit in een uitzichtloze situatie, iemand die het zo graag anders zou willen maar de moed mist, de steun om het anders te doen. Hij heeft iemand nodig die hem begrijpt, iemand hem die een bemoedigend woord toespreekt, iemand die hem de hand reikt om het voortaan over een andere boeg te gooien. Er zit zoveel goeds in deze man, maar hij krijgt geen kans om daar iets mee te doen.
Echte godsdienstigheid
Mensen blijven steken in het uiterlijke, God kijkt naar het hart. Daarom zijn mensen zo vlug in hun oordeel over anderen en soms zo blind voor eigen falen. Dat brengt ons bij het volk Israël ten tijde van Hosea. Het volk wil God liefhebben, zich inspannen om Hem te kennen. Maar hun vroomheid is als morgennevel, als dauw die vroeg in de morgen verdwijnt. Zo dikwijls moeten profeten hun stem laten horen tegen mensen die hun vertrouwen stellen op hun uiterlijke godsdienstbeleving. Ja, ze gaan naar de tempel, ja, ze brengen offergaven, ja, ze zijn trouw aan hun tradities. Maar hun hart is ver van God. De profeten moeten hen leren wat echte godsdienst is: verbonden zijn met God in een wederzijdse liefdeskennis en verantwoordelijkheid opnemen voor de medemens.
Abraham
Voor die wederzijdse liefdeskennis hebben we het goede voorbeeld van Abraham. Hij was een man die geloofde in wat God gezegd had. Hij bleef geloven, ook als hij de indruk had dat er helemaal niets terecht kwam van wat God beloofde. Hij bleef hopen tegen alle hoop in. Hij was 100 jaar: hoe zou hij nog een kind kunnen krijgen? En toch twijfelde hij niet. Hij bleef vast overtuigd dat God kan uitvoeren wat Hij heeft gezegd. Hij is terecht de ‘vader van de gelovigen’. In zijn spoor kunnen we kijken naar Maria. Ook zij wordt zalig geprezen om haar geloof. Ook met haar dode Zoon op haar schoot blijft zij geloven te midden de bittere smart van het afscheid. Geloven en liefhebben gaat niet zonder pijn.
Jezus voedt ons met zijn eigen gezindheid
Uiteindelijk is Jezus gekomen om gemeenschap te stichten. Hij heeft het aangedurfd om iemand als Mattheus op te nemen in de kring van zijn apostelen. En zoals Matteus zijn collega’s uitnodigde om met Jezus en zijn leerlingen aan tafel te gaan, zo mogen ook wij ons uitgenodigd weten, hier en nu. Het is Jezus zelf die in deze Eucharistie het brood zal breken en zichzelf aan ons zal geven als voedsel voor onderweg. Hij wil ons helpen om dieper te kijken dan het uiterlijk van mensen, gevoelig te zijn voor verborgen verdriet en respect te hebben voor wie in situaties terecht komen waarin zij gevangen zitten. In de Eucharistie wil de Heer ons Zijn liefde geven voor de tollenaars en de zondaars van vandaag.
Voel aan hoe Jezus naar jou kijkt
Om te eindigen nog deze suggestie: maak vandaag of de komende dagen wat tijd om aan te voelen hoe Jezus naar jou kijkt. Tracht in Zijn blik het begrip en het medelijden te zien dat Hij heeft voor jouw eerlijk pogen en mislukken, voor jouw goede wil en jouw ontgoocheling. Maar tracht vooral te ontwaren hoe er in de ogen van Jezus een tikkeltje vreugde is omdat Hij ook ziet wat aan kostbaars de Vader in jou gelegd heeft. Iets waar Jezus zichzelf in herkent. Het is pas vanuit die blik van de Heer dat wij ons dan naar anderen gezonden kunnen weten. Pas vanuit die blik van de Heer, kunnen wij weten waarvoor wij leven. Een lied zegt het zo mooi: De Heer heeft mij gezien en onverwacht, ben ik opnieuw geboren en getogen. Hij gaf mij een levend hart en nieuwe ogen. Het moge ook zo zijn voor ieder van ons.