Wat doen tegen oorlog?
Sommige mensen zijn bang dat we meer en meer betrokken worden in een situatie van oorlog. Met de vraag: wat kunnen we daaraan doen? Er is het antwoord van Maria op de bruiloft te Kana: ‘doe maar wat Hij u zeggen zal!’ Doen wat Jezus zegt is altijd de beste oplossing voor onze problemen. Vandaag krijgen we Jezus’ woord: de broederlijke en zusterlijke terechtwijzing, iemand waarschuwen of vermanen.
Verantwoordelijk voor de ander
Het gaat hier helemaal over de vraag: weet ik mij verantwoordelijk voor mijn broeder of zuster? Ja, wij zijn verantwoordelijk voor elkaar, wij zijn verantwoordelijk voor de getuigeniskracht van onze christelijke gemeenschap, voor de getuigeniskracht van de kerk in ons land en in de wereld. Als wij samenkomen om ons geloof te vieren is dat niet vrijblijvend. Wij zijn verantwoordelijk voor de mens die naast ons zit. Die verantwoordelijkheid kunnen we minstens behartigen door voor elkaar te bidden.
Wachter Ezechiël
Dat verantwoordelijk zijn voor elkaar wordt bij de profeet Ezechiël aangeduid met het beeld van een ‘wachter’. Ezechiël moest waken over het volk, hij moest het volk oproepen tot bekering. Gods wegen zijn nu eenmaal niet onze wegen. Een wachter is iemand die, staande op een hoogte in de stadsmuur, van zodra hij een gevaar ziet aankomen onmiddellijk de stad moet verwittigen. Verzuimde hij dat te doen, dan was hij verantwoordelijk voor het onheil dat de stad kon treffen.
Hoeder voor mijn broeder en zuster
Als wij onze broeder niet terechtwijzen, maken wij ons zelf schuldig aan wat hij verkeerd doet. Spreken is zilver, maar zwijgen is goud. Maar zwijgen kan ook schuldig zijn en een tekort aan liefde voor de ander. De ander gaat de afgrond tegemoet en dreigt in zijn ongeluk te lopen en wij doen niets om hem tegen te houden, de ander verkeert in gevaar, en ik doe niets om hem te helpen, ik haal de schouders op en zeg: het is zijn zaak, hij moet het maar weten. Het gaat om de vraag: ben ik een hoeder voor mijn broeder en zuster.
Hoofdkussen
De broederlijke en zusterlijke terechtwijzing vraagt veel liefde. Over iemand kwaad spreken en roddelen dat gaat vanzelf, daar moeten we geen inspanning voor doen. Maar om een ander terecht te wijzen moet onze intentie heel zuiver zijn. We mogen het niet doen omdat we kwaad zijn op die ander, of omdat we hem willen kleineren, of er zelf beter uit komen of omdat we blind zijn voor eigen kwaad. Denken wij aan de gelijkenis van de splinter en de balk. En dat gebeurt zoveel, zowel op kleine en als op grote schaal, in een kleine kring of in de bredere media. Op die manier worden mensen onherstelbaar beschadigd, is dit niet meer goed te maken, er zal altijd iets blijven hangen van het kwaad dat we over iemand hebben rondgestrooid. Denken we aan het hoofdkussen waarvan men de pluimen vanop de kerktoren heeft uitgeschud. Ze zijn nooit meer weer samen te rapen.
Onder vier ogen
Als eerste stap van de terechtwijzing vraagt Jezus: ga onder vier ogen met de ander spreken. En dat doen we dan uit oprechte belangstelling voor de ander en met de wil om te voorkomen dat de ander slachtoffer wordt van het kwaad. Het is handelen vanuit het geloof dat de Vader niet wil dat één van de kleinen die in Hem geloven verloren gaat.
Eensgezind gebed
En omdat deze opdracht van de terechtwijzing zo moeilijk is, vervolgt Jezus zijn rede door te spreken over de almacht van het eensgezinde gebed: ‘als twee van u eensgezind op aarde iets vragen – het moge zijn wat het wil – zullen zij het verkrijgen van mijn Vader die in de hemel is. Want waar er twee of drie verenigd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden.’ Als wij straks met een oprecht, aandachtig hart het Onze Vader zullen bidden, mogen wij geloven dat de Vader onze bede zal verhoren, want Jezus is in ons midden.
Thérèse
Thérèse van Lisieux is een tijd mee verantwoordelijk geweest voor de opleiding van de novicen. Zij moest dus aandacht hebben voor hun gedrag. Soms merkte zij dat een zuster een te zelfbetrokken gedrag vertoonde. Daarom voelde zij zich verantwoordelijk om haar daarop aan te spreken. Maar dat was tegen haar zin. Zij nam de tijd om daarvoor te bidden, om te vragen dat de Heer haar de goede woorden zou ingeven en haar de goede gelegenheid zou tonen om met haar in gesprek te gaan. Bij de terechtwijzing mag men alleen het geluk van de ander beogen en vragen dat de heilige Geest in ons zou spreken.
Geduld
Die manier spreken, is goud waard. Dan kan het gebeuren dat de ander tot inzicht komt en ons dankt voor onze tussenkomst. Maar uiteindelijk is er de vrijheid van de ander die we moeten respecteren. Ook ouders moeten met hun kinderen soms veel geduld hebben, voor hen blijven bidden en hopen tegen alle hoop in.
Moge de Heer ons in deze Eucharistie tegemoet komen om in deze tijd ‘wachter’ te zijn, ‘hoeder voor onze zuster en broeder’ en zo ons steentje bij te dragen aan de vrede in de wereld.