Een mens in onze maatschappij die gelooft in God, dat is een wonder, een mens die vanuit dit geloof blijft hopen tegen alle hoop in, is een wonder, een mens die vanuit die hoop blijft groeien in liefde voor elkaar en voor allen is een wonder. Het Joods Christelijk geloof is een wonder, een prachtig avontuur. Het vindt zijn neerslag in de Schrift, een boek vol ervaringen van mensen met God. Het is een boek dat doorheen de eeuwen bijgewerkt, zo fijn geslepen en gepolijst is dat het de mooiste diamanten en edelstenen bevat. Het laatste concilie heeft de gelovigen aangespoord zich vertrouwd te maken met de Schrift en paus Franciscus heeft gevraagd dat er één zondag zou zijn in het jaar speciaal gewijd aan het Woord van God. Onze Belgische bisschoppen hebben dan gekozen voor de eerste zondag van de advent. Daarmee tonen zij aan dat de Schrift de grondslag is van het geloof. De Schrift niet kennen is Christus niet kennen, zei de H. Hiëronymus. Ik denk dan aan deze strofe van een Marialied: leer ons in deemoed met u waken, een aandacht bij Gods heilig Woord, dat wij het aanhoren en bewaren, o Zetel der wijsheid zoals Gij. De bijbel is zo menselijk geschreven dat wij er ons in kunnen herkennen. Het laat ons onverbloemd, soms hard en cru, de werkelijkheid zien waarin we leven. Laten we dit toetsen aan de lezingen van deze zondag.
Jeremia spreekt in een tijd waarin Israël het dieptepunt kent van zijn geschiedenis. Alles is verloren: er is geen tempel, geen stad, geen land en geen koning meer. Wat doen we dan met Gods beloften? Juist nu, zegt Jeremia, moet je vasthouden aan Gods Woord: de Messias zal komen. God blijft trouw ondanks onze ontrouw. God blijft altijd aan het werk. Met de vraag naar onszelf: aan welke beloften, aan welke woorden van de Heer mag ik mij vastklampen in mijn eigen onheilssituaties? Welke hoop mag ik blijven koesteren tegen alle hoop in?
Paulus bevindt zich ook in een moeilijke situatie: zijn verkondiging in Tessalonica is maar kort geweest vanwege de vervolging door de joden. Nu is hij bang dat zijn christenen geen stand zullen kunnen houden in het geloof en dat zijn werk vergeefs zal zijn geweest. Totdat Timoteus hem kom zeggen dat deze christelijke gemeente het goed maakt, dat zij in het geloof overeind zijn gebleven ondanks de beproevingen. Door hun geloof is de kracht van Gods Woord in hen werkzaam kunnen blijven. Het evangelie is een goddelijke kracht voor ieder die erin gelooft, zegt Paulus.
Dan is er het Evangelie. Elke advent begint met het evangelie over de eindtijd. Dat is merkwaardig, alsof wij moeten beginnen met het einde, alsof alle verschrikkingen van die eindtijd barensweeën zijn voor een nieuwe geboorte. En die nieuwe geboorte is onze persoonlijke ontmoeting met de liefde in persoon. Jezus komt. Geloven en hopen hebben alles te maken met de liefde. Met de vraag naar ons toe: De Liefde wil naar ons toekomen, zullen wij naar Hem uitzien, Hem verwachten? De Liefde wil komen kloppen aan ons hart. Zullen wij Zijn stem horen en Hem bij ons binnenlaten? De Liefde wil ons goede gaven schenken en ook Zichzelf, zullen wij ze met het hart van een kind ontvangen en ons door Hem laten liefhebben?
Tenslotte geven de lezingen van vandaag ons richtlijnen om de komst van de Heer te bespoedigen, om Zijn liefde naar ons toe te laten komen:
Jezus zegt: zorg dat uw geest niet afgestompt raakt door zorgen of rijkdom, wees dus waakzaam en bid.
Met het oog op de komst van de Heer vraagt ook Paulus voor zijn christenen: laat hun liefde overvloedig toenemen en sterk hun hart opdat zij zich kunnen toeleggen op een goede levenswandel.
Uiteindelijk is er de psalmist die in deemoed bidt vanuit eigen onmacht en ontrouw: wijs mij uw wegen, Heer, leidt mij langs eerzame paden, leer mij wat ik moet doen.
Dit mag het doel zijn van deze nieuwe advent: geloven dat God zelf zijn Woord en Beloften gestand zal doen en daarom blijven hopen tegen alle hoop in, en daarom blijven groeien in de liefde voor elkaar en voor allen. Vragen wij aan Maria: leer ons in deemoed met u waken, in aandacht bij Gods heilig Woord.
Download of print deze homilie als pdf