Toen ik vroeger af en toe moest reizen tussen Rijsel en Parijs zag ik indrukwekkende werken aan de gang in verband met de aanleg van de TGV? Heuvels werden afgegraven, dalen gevuld… Een spoorlijn rechttoe rechtaan moest het worden, een perfecte glijbaan zoals dat hoort voor een supersnelle trein.
Blijkbaar staat ieder van ons, tijdens de Advent, voor een dergelijk soort grondwerken. “Elk dal moet gevuld en elke berg geslecht worden”, klinkt het bij Jesaja.
Is het daarom dat de Heer zo moeilijk bij ons binnenraakt? Omdat we Christus over rotsen en bergen doen klauteren, Hem door putten en kuilen laten lopen en Hem ten slotte langs een andere weg afvoeren? Een ander zou het, met zoveel versperringen, al lang opgegeven hebben. Maar Hij niet. Hij blijft komen.
Zou het geen tijd zijn om onze grondwerken serieus aan te pakken? Bergen slechten?! Werk te over! Het hoog in de bol hebben en altijd het hoge woord willen voeren bederft veel vreugde: bij vrienden, op ’t werk en thuis. Hoog van de toren blazen, kan hoogoplopende ruzies tot gevolg hebben. Hooghartigheid verkoelt alles. En in de winter hebben we juist warmte nodig.
Dalen vullen?! Lage zetten afleren. Lage bedoelingen afleggen. Sloten dempen waaruit we onvermoeibaar ouwe koeien haalden. Niet te lang in de put blijven zitten – terwijl je zo’n bemoedigende Vriend hebt die je ten allen tijde de hand reikt.
De weg rechttrekken?! Kronkelpaden vermijden, scheve verhoudingen en kromme sprongen. Niet dwarsliggen…
Grondwerken genoeg! De Heer wil supersnel in ons leven komen. De anderen zullen ons dan spoedig als milieuvriendelijker ervaren.
Jezus heeft geen TGV of HST nodig om naar jou toe te komen. Hij is altijd bij je en draagt je in zijn hart. Hij kent je door en door en verwacht iets van je. Zie je werk en je gezinsleven als een expansie van zijn liefde voor de anderen. En ontdek Christus in de ander.
We mogen leren met Hem te communiceren, niet alleen in de Eucharistie, maar doorheen de ganse dag. Praat ook eens met Hem. Op een verloren moment zo. Een tussendoortje. Een “flits-gebed”, zegt fotograaf Reimond, broer van pater Piet. “Als ik alleen in de wagen zit”. “Ik kijk soms even naar het kruisbeeld, als ’t lastig is.” “Ik bid gemakkelijk als ik aan mijn kinderen denk.” “Bidden ’s avonds? Nooit! Er is geen tijd meer en we hebben geen hoofd meer als we te lang voor de beeldbuis zaten. Maar ik bedank Hem ’s morgens, al ben ik soms nog niet helemaal goed wakker.”
Een jonge moeder vertelde me dat ze, tijdens het werk thuis, soms een kaars aansteekt om zijn Aanwezigheid beter op te roepen. Op een dag zei een van haar kleine kinderen, alsof ie een geheim geraden had: “Mama bidt!” De kleine mens, Jezus, heeft voor een stuk ook leren bidden van het jonge Joodse meisje dat zijn moeder was.
We maken ons druk over duizend dingen, waarvan er slechts vijfhonderd echt belangrijk zijn… “Op de avond van het leven blijft alleen de liefde over”, zei de Heilige Elisabeth van de Drie-eenheid.
En natuurlijk ook Gods liefde.
Kom in ons leven, Heer Jezus! Desnoods met de laatste TGV. En als het kan, ook een beetje vroeger.
(naar het boekje “Thomas, mijn tweelingbroer”, Koen De Meester, blz. 108-110)
Download of print deze homilie als pdf